Het is november en de gure Engelse herfst gaat langzaam over in de winter. De dichte mist bedekt het koude Britse landschap. Het maakt het aanzien idyllisch maar ook mysterieus. Gevaarlijk. Het is stil. Doodstil. Maar geronk doorbreekt ineens de spookachtige stilte. Het is het geluid van een Piper Aztec. Graham Hill zit achter het stuur, zoekend naar een plekje waar hij zijn vliegtuig kan laten landen. Maar het Britse weer heeft een valstrik uitgezet. De onzichtbare boomtoppen grijpen vanuit de dichte nevel ineens naar het overvliegende toestel en slingert het achteloos de bossen in. De vijf inzittenden hebben geen enkele kans.

Damon en Samantha kijken TV als er ineens een speciale nieuwsuitzending voorbij flitst. De woorden slaan als mokerslagen door de woonkamer heen. “Vliegtuigongeluk.“ “Mist.” “Nabij Londen.” “Het lijkt het privé vliegtuig van voormalig wereldkampioen Graham Hill‘’. Samantha blijft als genageld op de bank zitten. Damon rent de keuken in, naar Bette. Naar zijn moeder. ‘‘Mama! Er is een crash geweest. Ze denken dat het papa is!’’ Bette slaat haar hand voor haar mond. Dan rinkelt de telefoon. Damon en Bette weten het al.

Nog meer ellende. De zorgeloze jeugd is in één enkele klap voorbij. Papieren waren niet in orde. Graham had het niet nodig gevonden om alles goed achter te laten. De nabestaanden van de inzittenden klagen de Hill-familie aan. De verzekeraar haalt zijn schouders op en wijst naar de papieren. ’’Sorry, die zijn niet in orde. Wij betalen niets.‘’ En dus gaat het door Graham verdiende kapitaal eraan. Tot op de laatste cent. Weg mooie huis. Weg luxe leventje. Weg privéschool voor de drie kinderen. Zelfs Graham’s talrijke trofeeën moeten verpatst worden. Het enige dat overblijft, is de zoete herinnering aan een groot kampioen. Maar daarvan kan de kachel niet branden.

Damon legt zich toe op motoren. Raast als koerier door Londen heen. Ontwijkt auto’s zigzaggend. Speelt met het drukke verkeer. De jonge Brit pakt een gitaar op, laat zijn haren wapperen en speelt punkrock in een opstandige band met de alleszeggende naam: Sex Hitler and the Hormones. Bette maakt zich zorgen. Ze weet hoe gevaarlijk autoraces zijn. Huisvriend Jimmy Clark had haar er jaren terug al hardhandig op gewezen. Maar toch, motoren zijn nog gevaarlijker en dus ziet ze haar zoon liever in een racewagen wegscheuren. Met wat hulp van haar beroemde achternaam lukt het haar Damon op de pof in te schrijven voor een race cursus op het Franse Magny Cours. Het trucje werkt wel. Damon stapt over naar auto’s.

Hill’s entree in de autosport wekt de interesse van de Britse media. Engeland is hét land waar oude krijgers, helden, voor altijd worden vereerd. En het verhaal van de succesvolle, maar tragisch gestorven Graham Hill was altijd al zo fraai. En nu is daar zijn zoon, die na een lastige jeugd, een rebelse tienertijd en een aanvankelijke liefde voor gitaren en motoren, overstapt naar autosport. De sport waarin zijn vader een icoon werd. Die prachtige donkerblauwe helm met de acht witte strepen draagt Damon ook. Als eerbetoon aan Pa. Geschiedenis herhaalt zich. De media zoekt naar meer overeenkomsten tussen de twee. Duikt in het verleden van vader en zoon. Een foto van de kleine Damon in een trapauto naast Pa wordt in de krant gezet.

Maar het talent spat er aanvankelijk niet vanaf. In lagere raceklassen wint Damon wel eens wat, maar een onuitwisbare indruk laat hij maar zelden achter. Maar toch, hij heeft die prachtige, nostalgische achternaam. Frank Williams ziet daar wel wat mogelijkheden in en laat Damon eens wat testen. Hill junior, toch al 31, blijkt best snel en heeft bovendien een scherp gevoel voor de wagen. Voor techniek. Bovendien merkt Frank fijntjes op dat Damon continu naar manieren zoekt om zichzelf en zijn wagen te verbeteren. En dat werkt. Want Damon doet qua snelheid weinig onder voor racecoureurs Mansell en Patrese en de Williams wagen wordt steeds sneller. In 1992 mag de Williams testrijder zijn Grand Prix debuut maken in de trage Brabham. Het team waar Pa ook ooit voor reed. Logisch, want geschiedenis herhaalt zich.

Frank heeft voor ‘93 niet veel opties. Alain Prost komt terug van een sabbatical als kopman. Maar spreekt zijn veto uit over de komst van Senna. Mansell heeft geen zin om tweede viool te spelen en de wereldkampioen verkast naar de Indycars. Hill blijft over als enige optie. In de luwte van Prost maakt Hill een uitstekende indruk. Hij is snel. Kent zijn plek als tweede man, wint drie races op rij en blijft een jaarlang in de buurt van de Fransman. Zijn eerste zege, in Hongarije, draagt hij op aan de voltallige Hill-familie, heden, verleden en toekomst. Frank Williams weet genoeg. Senna vervangt Prost die met pensioen gaat, maar Damon mag aanblijven als tweede rijder.

Een geweldige wagen, de sterkste motor van het veld, een drievoudig wereldkampioen als kopman en een snelle racewinnaar als nummer twee. Zoals Colin Chapman met Lotus, Jim Clark en Graham Hill begin 1968 zijn droomteam bij elkaar had gekregen, lijkt Frank Williams 26 jaar later hetzelfde te hebben gedaan. Maar ook tragische geschiedenis heeft een onstuitbare dwang om zichzelf te herhalen. Het Lotus droomteam werd al vroeg in het seizoen wreed uit elkaar gerukt. Datzelfde dramatische lot wacht Williams.

Mei 1994, Sao Paolo. Daar staat Hill dan, tussen tienduizenden rouwende Brazilianen, bewonderaars, fans, media, collega’s, race-iconen als Prost, Lauda en Stewart. Kort na het inktzwarte weekend waarin God, volgens Niki Lauda, zijn handen van de Formule 1 heeft afgetrokken. Roland Ratzenberger brak zijn nek die zaterdag al, tijdens de kwalificatie. Ayrton Senna, de nieuwe Williams-kopman, had zijn van pijn vertrokken gezicht van de TV afgewend, toen hij de gruwelijke beelden van Ratzenberger’s dood zag. Een dag later zou hijzelf rechtdoor schieten in de gevaarlijke Tamburello, die nooit was aangepast ondanks vreselijke crashes in de jaren ervoor van Berger en Piquet. Waarom zou men ook? God hield zijn handen toch wel boven de F1. Niet dus.

Hier, in Sao Paolo, neemt een huilende wereld afscheid van ‘s werelds grootste race-icoon. Damon staart wat voor zich uit. De confrontatie van een coureur met de directe gevaren van zijn professie is, als altijd, bikkelhard. Flarden van gedachten schieten dan ook warrig door zijn hoofd. Hij ziet Ayrton voor zich. Die vreselijke zondag hadden ze samen nog ontbeten. Hij ziet de van de muur terug stuiterende, kapot gereten Williams. Twijfelt over zijn eigen wagen. Zo’n zelfde toch als degene die Ayrton fataal werd. Denkt even aan Georgie en hun kinderen. En dan is er nog zijn Pa. Die had hetzelfde ook meegemaakt. Geschiedenis herhaalt zich weer eens. Hoe zwart dan ook. Damon weet nu hoe zijn vader zich voelde toen zijn teamgenoot Clark het leven liet in de bossen van Hockenheim. Graham had verdriet. Rouwde als ieder ander. Maar was ook opgestaan, had de scherven van zijn Lotus-team bij elkaar geraapt en was kampioen geworden. Dat werd nu Damon’s nieuwe missie. Dat moest hij doen. En dat gíng hij ook doen.

Slechts vier weken na het Tamburello-drama zegeviert Damon Hill in Spanje. Misschien wel zijn meest emotionele zege ooit. De Williams-monteurs hangen in tranen over de pitmuur. Schreeuwen, krijsen, zijn uitzinnig. “Deze is voor Ayrton!” Overal vlaggen. Senna vlaggen. Braziliaanse vlaggen. Hill junior doet wat zijn vader 26 jaar eerder ook al had gedaan. Zijn team uit de zwartst mogelijke periode trekken. Even later wint Hill ook voor volk en vaderland op Silverstone. Daar in Engeland, waar vader Graham nooit wist te winnen. Eindelijk stond de Hill-naam op die Britse bokaal.

Maar hoe mooi het verhaal ook is, de twijfel is begonnen. Twijfel over de capaciteiten van de jongste Hill-telg. Hill wint dan wel maar zowel in Spanje als in Engeland kan Hill de jonge Michael Schumacher, volgens velen de natuurlijke opvolger van Senna, niet echt verslaan. In Spanje heeft de Duitser versnellingsbak problemen, in Engeland haalt hij in tijdens de opwarmronde en ziet even later de zwarte vlag. In Suzuka verslaat Hill Schumacher wél. Op ongekende wijze nog wel. Tijdens erbarmelijke omstandigheden, waarin regenmeister Schumacher vaak op zijn best is, is Hill de Duitser te snel af en nadert de WK-leider tot op één schamel puntje. De Japanse zege zou Hill’s meest heroïsche zege ooit worden. Damon reist dan ook in bloedvorm af naar Adelaide en bij Schumacher slaat ineens de twijfel toe. Nigel Mansell, op voorspraak van Bernie Ecclestone door Frank Williams teruggehaald naar de F1, pakt pole in Australië. Maar de voormalig kampioen ziet bij de start Schumacher en Hill direct langsflitsen.

Tegen alle verwachtingen in kan Hill Schumacher bijblijven. Achter elkaar razen ze door de straten van Adelaide. Na de pitstops verandert er niets en Schumacher kan Hill maar niet van zich afschudden. Damon is ontketend en twijfel zit in het hoofd van het anders zo harde, stoïcijnse natuurtalent uit Kerpen. Hij schiet van de baan, raakt de muur. Hill heeft het niet gezien, grijpt zijn kans aan de binnenkant van de hobbelende Schumacher, maar die wil er niets van weten, stuurt in, raakt Hill, slaat net niet over kop, komt tot stilstand en stapt vertwijfeld uit. Hill moet finishen, maar kan niet verder. Een marshall verteld Schumacher dat hij Prost opgevolgd is als wereldkampioen. Controversieel. Spraakmakend. Hill mist de titel op één enkel punt, maar toch kan hij trots zijn. Na zo’n moeilijk jaar heeft hij zich neergezet als sterke kopman van een topteam en in de laatste twee races heeft hij Schumacher zo onder druk gezet dat de Duitser een zeldzame fout maakte en niets anders kon dan naar onorthodoxe middelen grijpen. Hill reageert zonder ophef. ‘’Volgend jaar beter,’’ mokt hij in de media.

Niet dus. Want het jaar dat volgt wordt een ramp voor Hill. Iedereen meent dat de Williams veruit de beste wagen is, maar Hill barst onder de psychische druk van supertalent Schumacher. Damon maakt de ene na de andere fout. In Engeland probeert Hill Schumacher in te halen maar het mislukt faliekant. Beiden eindigen met veel misbaar in het grint. Even later gebeurt hetzelfde op Monza. Schumacher is furieus. Hij zoekt de media op, spreekt schande van Hill’s acties en doet laatdunkend over diens kwaliteiten. De vooral Britse en Duitse media duiken er bovenop. Iedereen heeft een mening. Maar de mening die overheerst is dat Hill een twijfelende rijder is in een topwagen en Schumacher een toprijder in een twijfelende wagen. Hill krijgt dreigementen vanuit Duitsland. Wordt bewaakt tijdens het raceweekend daar. De vreedzame, vriendelijke Hill kan er steeds slechter mee omgaan. Hij wordt neergezet als schlemiel, wordt bedreigd, wordt neergesabelt in de pers door zijn rivaal en maakt grote fouten op de baan. Dit is zijn vader, zijn voorbeeld, beslist nooit overkomen.

‘’Het was niet zoals bij Prost en Senna, want zij respecteerden elkaar. Michael stelde zich op als een soort van Goliath en had bar weinig respect voor zijn rivalen,‘’ laat Hill jaren later optekenen in zijn biografie. Het tekent de rivaliteit tussen de twee. Hill hunkert naar respect, maar kan dat alleen afdwingen met resultaten en juist die laten te wensen over. Suzuka en Adelaide, de races waarin hij de druk bij Schumacher neerlegde, lijken een eeuwigheid geleden. De bikkelharde Duitser voelt Hill’s zwakte en laat geen kans onbenut om Hill onder druk te houden, op de baan en daarnaast. En dat werkt voortreffelijk. Mentaal is Hill simpelweg een makkelijke prooi voor zijn aartsrivaal.

Ook daarin verschilt hij van zijn vader. Het charisma en de hardheid van Graham zijn de genen vergeten door te gegeven. Ooit, heel lang geleden, werd Graham van de baan gerost door Lorenzo Bandini, waarna hij de titel verloor aan diens teamgenoot Surtees. Of het opzet was, weet niemand. Maar Hill senior haalde zijn schouders op en liet zich zijn focus niet ontnemen. Er is altijd een volgende keer. Net als Damon had ook Graham te maken met een in aanleg superieure tijdgenoot. Jim Clark was zijn naam. Maar het weerhield hem er niet van om in ‘68 gewoon heel brutaal teamgenoot te worden van de Schot. Graham Hill liet zich niet onder druk zetten. Dat stond zijn karakter en zelfvertrouwen niet toe. Hij kende geen enkele twijfel. Hoe anders was het voor Damon.

Ongetwijfeld tot groot genoegen van Hill elimineert Schumacher zichzelf in ‘96 voor de wereldtitel door over te stappen naar het zwalkende team van Ferrari. Maar er is nieuw gevaar. Bernie en Frank, nog altijd twijfelend aan het talent en het charisma van Damon, halen andermaal een grote naam naar de F1. Dit keer Jacques Villeneuve. Indycar kampioen, Indy 500 winnaar én, evenals Damon, zoon van een racelegende. De romantische raceheld Gilles. Iedereen vindt dat Hill nu maar eens de titel moet pakken. Geen druk van Schumacher, een rookie teamgenoot en een voortreffelijke wagen. Dit keer valt alles op zijn plek. Jacques maakt een formidabel debuutjaar mee maar is nog niet zover dat hij Damon daadwerkelijk de baas kan worden.

In Suzuka herhaalt een stukje unieke geschiedenis zichzelf op wonderschone wijze. Een zoon van een wereldkampioen wordt zelf ook wereldkampioen. Bette huilt. Denkt aan Graham. Misschien straalt hij daarboven wel van trots. Ergens ver weg. Bij Jimmy en Ayrton. Zoveel verhalen komen samen tijdens het hoogtepunt in de loopbaan van Damon Hill. Against all odds heeft hij het wél geflikt.  BBC-commentator Murray Walker valt zelfs even stil. ‘’I’ve gotta stop now because I have a lump in my throat,’’ zegt de geëmotioneerde Walker, die zowel Graham als Damon goed kent. Als een held wordt Hill ontvangen in Engeland. De twijfels heeft hij nooit kunnen wegnemen, maar zijn historische achtergrond, zijn vriendelijke maar wat naïeve karakter, zijn doorzetten, zijn schlemielige reputatie, zijn uiteindelijke succes. Alles bij elkaar maakt het van Damon Hill een enorme held. ‘Hill-hysteria‘, noemen de Britten het. Vanwege de historie. De nostalgie. Het verhaal van de familie Hill wordt gedragen door heroïek en dramatiek, maar is bovenal uniek.

Twintig jaar is hij pas. Zijn helm is donkerblauw en heeft acht witte strepen. Net als zijn opa. Net als zijn vader. Josh Hill heeft een unieke missie. Hij moet een trilogie volmaken. Hij heeft beslist een kans. Want geschiedenis heeft een onstuitbare dwang om zichzelf te herhalen.

By peter