Aanstaande zondag wordt in Abu Dhabi de titelstrijd om het Wereldkampioenschap Formule 1 beslist. Nico Rosberg, die de beste uitgangspositie heeft, kan er de geschiedenis in gaan als de tweede zoon van een oud-wereldkampioen – na Damon Hill in 1996 – die zelf eveneens de wereldtitel pakt. In de aanloop naar de race blikken we daarom nog eens terug naar die dag in 1982, toen vader Keke zich tot wereldkampioen kroonde.

We schrijven zaterdag 25 september 1982. In het Amerikaanse gokparadijs Las Vegas wordt voor het tweede jaar op rij de slotrace van het WK Formule 1 verreden. En net als in 1981 is de titelstrijd nog niet beslist. Dat jaar pakte Nelson Piquet de titel, dit keer heeft de Finse Williamscoureur Keke Rosberg de beste papieren.

De Fin leidt in de WK-stand met drie punten voorsprong op de Fransman Didier Pironi (Ferrari), die sedert zijn vreselijke crash op Hockenheim begin augustus echter aan zijn ziekenbed gekluisterd is en nooit meer zal terugkeren in de Formule 1. De enigen die daardoor Rosberg theoretisch de titel nog afhandig kunnen maken zijn de beide McLaren-rijders John Watson en Niki Lauda.

Watson volgt op negen punten en Lauda op twaalf, doch de Oostenrijker levert nog steeds een strijd aan de groene tafel om de vier punten die hij verloor na zijn diskwalificatie in Zolder terug te krijgen en is dus in theorie nog steeds niet uitgeschakeld. Rosberg heeft hoe dan ook de beste kaarten in handen: met een vijfde plaats is de titel definitief voor hem.

De omloop van Las Vegas is een fantasieloos tijdelijk circuit op de parking van het prestigieuze casino/hotel Caesars Palace dat omwille van zijn compacte karakter wat weg heeft van een groot uitgevallen kartbaan. Het circuit is allesbehalve geliefd en wordt later in polls zelfs uitgeroepen tot het slechtste grand prix-circuit uit de Formule 1-geschiedenis.

Het is dan ook geen blijvertje: na deze tweede editie komt de Formule 1 er nooit meer terug. De twee daaropvolgende jaren komen de Indycars er nog langs, maar daarna is het voorgoed afgelopen met autoracen op de parkeerplaats, die de daaropvolgende jaren trouwens plaats moet maken voor extra hotels en casino’s. Niets herinnert er vandaag de dag nog aan de tijd toen Formule 1-auto’s er rondreden.

In 1982 is Las Vegas na Long Beach en Detroit de derde grote prijs die dat jaar in de Verenigde Staten gehouden wordt, een gegeven waar Bernie Ecclestone tegenwoordig ongetwijfeld met weemoed aan terugdenkt. Eind september is het in Nevada nog altijd bloedheet, wat ongetwijfeld een rol zal spelen in de race. Op de langzame omloop lijken de atmosferische auto’s kans te maken om mee te strijden voor de zege, maar in de trainingen zijn het niettemin de Renault-turbo’s van Alain Prost en René Arnoux die heer en meester zijn.

Na hen volgen Michele Alboreto (Tyrrell), Eddie Cheever (Ligier) en Riccardo Patrese (Brabham). Keke Rosberg rijdt de zesde tijd, zijn uitdager John Watson de negende. Derek Warwick rijdt de gloednieuwe Toleman TG183, de eerste auto voor volgend seizoen die al af is, naar een knappe tiende tijd. Het team weet dan nog niet – net als Brabham, die hun nieuwe auto ook al klaar hebben – dat de internationale autosportfederatie FISA een maand later de zogenaamde ‘wingcars’ voor 1983 zal verbieden, waardoor hun ontwerp meteen naar de prullenmand kan.

Niet iedereen die zich voor de race kwalificeert, neemt ook daadwerkelijk aan de Grote Prijs deel. Patrick Tambay (Ferrari, rugpijn) en Roberto Guerrero (Ensign, motorpech in de warm-up) moeten verstek laten gaan. Watson kan zo op de startgrid nog een plaatsje opschuiven naar de achtste plaats, Lauda naar de twaalfde.

Bij de start vliegen de beide Renault-coureurs, die beiden na het ‘verraad’ van Arnoux op Paul Ricard – waar hij teamorders om Prost te laten winnen negeerde – nog een laatste prestigeduel willen winnen, er meteen vandoor en laten de rest ter plaatse. Arnoux neemt in de tweede ronde de leiding over, na vijftien ronden is Prost terug eerste. Achter hen volgen Alboreto, Patrese, Cheever, Andretti, Rosberg en Watson al op respectabele afstand.

Terwijl Lauda de hele race geen enkele rol speelt en zijn kansen, hoe klein ze ook waren, van bij het begin verkeken zijn, weigert Watson zich vooralsnog gewonnen te geven. De Noord-Ier passeert na vijftien ronden Rosberg en werkt zich gestaag naar voren. Na het uitvallen van Arnoux na twintig ronden is hij derde, na Prost en Alboreto.

Het is echter onvoldoende, want ook Rosberg heeft zich inmiddels opgewerkt tot in de punten. Wanneer de voor hem rijdende Mario Andretti (Ferrari) in zijn afscheidsrace van de baan spint, wordt hij vijfde, mathematisch voldoende voor de titel. Ondanks dat Ferrari Las Vegas met lege handen verlaat, pakt het in 1982 toch de constructeurstitel. Niettemin is het een schamele pleister op de wonde na een rampseizoen waarin het zijn beide titularissen Villeneuve en Pironi door twee vreselijke ongevallen kwijtspeelde.

In de slotfase krijgt Prost nog last van onderstuur, waardoor de Fransman uiteindelijk zal terugvallen naar de vierde plaats, net buiten het podium. De overwinning gaat zo naar Michele Alboreto, die zelf zijn eerste zege pakt en Tyrrell zijn eerste zegebokaal sedert Monaco 1978 bezorgt. Terwijl de Italiaan de zegebloemen en -kussen ontvangt van zangeres Diana Ross, finisht Watson uiteindelijk als tweede, Cheever wordt derde. Keke Rosberg gaat als vijfde over de streep en is daarmee wereldkampioen Formule 1 1982.

De Fin werd voor aanvang van het seizoen niet tot de kanshebbers gerekend en behaalde in 1982 slechts één GP-zege als één van de elf verschillende winnaars – nog steeds een absoluut record. Doch de ongevallen van de beide Ferrari-coureurs en de nog steeds relatief grote onbetrouwbaarheid van de turbo’s zorgde ervoor dat de regelmaat van Rosberg in zijn Williams, nog steeds voorzien van de klassieke atmosferische Ford Cosworth-drielitermotor, voldoende was voor de titel.

Stapt zoon Nico dit weekend na 34 jaar in zijn voetsporen?

 

By SDG