Op deze dag wordt in het Oostenrijkse Kufstein Karl Wendlinger geboren. Hij vat zijn autosportcarrière aan in de karts en de Formule Ford en stapt nadien over naar de Duitse Formule 3, waar hij in 1989 de titel pakt. Dit brengt hem onder de aandacht van Mercedes, dat hem inlijft in zijn langeafstandsraceteam. In het team, dat gerund wordt door de Zwitserse renstal Sauber, kruist zijn pad dat van twee andere jonge beloften: de beide Duitsers Michael Schumacher en Heinz-Harald Frentzen. In 1991 combineert hij deze taak met een deelname aan het Formule 3000-kampioenschap en aan het eind van het jaar maakt hij net als Schumacher de overstap naar de Formule 1.

Waar de Duitser een blitzcarrière aanvangt die hem al meteen een zitje bij topteam Benetton oplevert, is het debuut van Wendlinger in de hoogste klasse van de autosport iets bescheidener: in de voorlaatste race van het seizoen, in het Japanse Suzuka, stapt hij in bij het al jaren op de sukkel zijnde Leyton House. Nadat de Japanner Akira Akagi, de voornaamste geldschieter van het team, wegens financiële zwendel achter de tralies vliegt, ziet de toekomst van het terug tot March herdoopte team er begin 1992 vrij somber uit. Wendlinger, die de Fransman Paul Belmondo (zoon van de bekende filmacteur Jean-Paul) als teamgenoot krijgt, zorgt echter voor spraakmakende resultaten die sponsors doen toehappen zodat het team alsnog het hele seizoen verder kan. Hoogtepunt is een even fraaie als onverwachte vierde plaats van de Oostenrijker in de Canadese Grote Prijs. Aan het eind van het seizoen voldoet zelfs dit echter niet langer om zijn zitje bij het team te verzekeren, zodat hij in Japan en Australië vervangen wordt door de Nederlander Jan Lammers, die na tien jaar onderbreking een verrassende comeback in de Formule 1 maakt. Het blijkt de zwanenzang van het March-team, dat kort voor de start van het seizoen 1993 definitief de boeken dichtklapt.

Wendlinger heeft ondertussen echter allang andere horizonten opgezocht en een onderkomen gevonden bij zijn oude team Sauber, dat na het opdoeken van het WK voor Sportwagens de overstap naar de Formule 1 maakt. In 1993 maakt men gebruik van een Ilmor-motor, in afwachting van een officieel partnerschap met Mercedes vanaf 1994. Wendlinger krijgt als teamgenoot de Fin JJ Lehto en het nieuwe team laat al snel zien dat het een aanwinst is voor de Formule 1. 1993 is in eerste instantie nog een leerjaar, dat Wendlinger als twaalfde afsluit met zeven punten en waarbij zijn beste resultaat een vierde plaats in Italië is. Bij de constructeurs finisht Sauber als zevende. In 1994 komt dan eindelijk Mercedes voor het eerst sedert 1955 officieel terug in de Formule 1 en Wendlinger is nog steeds van de partij bij Sauber. Zijn nieuwe teamgenoot is een oude bekende uit het WK Sportwagens eertijds: Heinz-Harald Frentzen. Van bij het seizoensbegin zitten de Saubers meteen goed in de subtop. Wendlinger wordt zesde in Brazilië, Frentzen vijfde in Japan bij de Pacific Grand Prix en in de dramatische Grote Prijs van San Marino scoort Wendlinger opnieuw een fraaie vierde plaats. Na alle rampspoed in die race slaat het noodlot in Monaco echter weer toe, wanneer de Oostenrijker in de trainingen bij het uitkomen van de tunnel aan het slippen gaat en zijwaarts met een zware klap in de vangrails belandt. De piloot bevindt zich in een coma, waar hij omwille van veiligheidsredenen een tijdje kunstmatig in gehouden zal worden. Het seizoen van Sauber is er meteen behoorlijk door verpest, maar nog erger lijkt het met Wendlinger gesteld, wiens veelbelovende carrière aan diggelen lijkt te liggen.

Eenmaal uit de coma, werkt hij hard aan zijn herstel, doch het duurt tot het begin van 1995 vooraleer hij bij Sauber – dat de Mercedes-motoren ondertussen kwijtgeraakt is aan McLaren en het nu met een Ford-krachtbron moet stellen – terug achter het stuur kruipt. De Oostenrijker blijkt echter nog slechts een schim te zijn van het grote talent van weleer, zodat hij na vier teleurstellende races vervangen wordt door de Fransman Jean-Christophe Bouillon. In de laatste twee races van het seizoen, in Suzuka en Adelaide, mag hij nog éénmaal terugkeren achter het stuur. Wanneer hij in Adelaide na acht ronden al wegens fysieke uitputting de strijd moet staken, is zijn lot echter definitief bezegeld. Het is dan ook zijn laatste optreden in de Formule 1, doch niet het einde van zijn autosportcarrière, die hij verder zet in de GT-racerij. In 1999 en 2000 wint hij zo in de GTS-klasse de 24 Uren van Le Mans. Wendlinger weet zo na zijn gedwongen afscheid van de Formule 1 nog een behoorlijke tweede loopbaan uit te bouwen, doch we zullen nooit weten wat er van hem geworden was zonder die vermaledijde crash in Monaco in 1994.

Het offer van de Oostenrijker is echter niet tevergeefs geweest, want er worden nadien nieuwe veiligheidsmaatregelen ingevoerd die bij latere ongevallen hun efficiëntie zullen bewijzen. Vanaf 1996 dienen alle Formule 1-bolides, naar analogie met de Indycars, verplicht over verhoogde cockpitranden te beschikken die het hoofd van de rijder bij een zijdelingse crash moeten beschermen, een maatregel die wellicht het leven redt van Jos Verstappen bij zijn zware crash op Spa in 1996. Tevens worden in de bewuste chicane in Monaco extra bandenstapels geplaatst die de impact van een crash moeten beperken. De ongevallen van Jenson Button in 2003 en Sergio Perez in 2011 op dezelfde plaats lopen dan ook met veel minder schade voor de betrokken coureurs af.

karlwendlinger1994.jpg

By SDG