Dat zinnetje kwam uit het mooie mondje van mejuffrouw Jorda, die sinds februari 2015 is aangenomen als ontwikkelingscoureur voor Lotus Genii. Niet dat Carmen Jorda barst van het talent trouwens.

Erger nog, vorig jaar stapte ze voortijdig uit de GP3-serie en reed de Brit Dean Stoneman tijdens de laatste twee raceweekenden van het seizoen in háár GP3-auto één keer pole, twee overwinningen en één podiumplaats.

Dezelfde Carmen Jorda vindt het dus een ‘geweldig idee‘ dat er een aparte klassement zou moeten komen voor vrouwelijke Formule 1-coureurs.

Niet dat er geen vrouwen zijn die Formule 1 willen rijden. Zo kom je op het lijstje Carmen Jorda, Simona de Silvestro, Susie Wolff, Alice Powell en ‘onze’ Beitske Visser.

Maar moeten wij als serieuze fans dat willen? Een vergelijking tussen de dames- en herenvoetbal komt bij mij bovendrijven.

In principe kan een vrouw gewoon meekomen met de mannen, waarbij ik denk aan Gaby Uljee die in de Alfa Romeo 156 Cup heel wat haantjes met de snaveltje door het zand c.q. grind liet ploegen.

Dus als een vrouw niet mee kan komen in de Formule 1, dan ligt het eerder aan haar talent –of het gebrek eraan– dan aan overige fysieke beperkingen.

Autosport is een van de weinige sporten ter wereld waarin mannen en vrouwen het tegen elkaar (kunnen) opnemen, want de auto bepaald voor een groot deel de snelheid van een coureur. Zeker in de Formule 1.

Zet Susie Wolff in een Mercedes en ook Sebastian Vettel zal haar niet kunnen verslaan als hij nog voor Red Bull zou rijden.

En waarom wel een Formule 1 voor vrouwen? Er zijn zoveel meer mannen die er niet in slaagden om de F1 te bereiken of zich te handhaven…