3 juli 1977
Race 9: Grote Prijs van Frankrijk
Dijon-Prenois
80 ronden van 3,801 km. Totaal: 304,080 km
Weer: droog, zonnig en warm

De kwalificaties

Begin juli en het Formule 1-seizoen 1977, het langste uit de geschiedenis, is precies halverwege. Plaats van afspraak voor de negende van zeventien Grote Prijzen is Frankrijk. Voor de tweede keer in de geschiedenis vindt de wedstrijd plaats in Dijon, in de Bourgogne-streek, dat in de komende jaren met het Circuit Paul Ricard in het zuiden van Frankrijk zal alterneren. Het oorspronkelijke circuit, dat in 1974 nog goed was voor rondetijden van minder dan één minuut, is voor de tweede editie een stuk verlengd middels een paraboolcurve, die de totale lengte van de omloop met ongeveer vijfhonderd meter langer maakt.

Niettemin is het circuit nog steeds één van de kortste van de hele kalender, wat de organisatoren ertoe noopt om slechts 22 van de 29 ingeschreven auto’s tot de startgrid toe te laten. Onder hen treft men opnieuw de ‘usual suspects’ aan, met Riccardo Patrese die weer het stuur van de tweede Shadow overgenomen heeft en, tot de eerste trainingsdag, Larry Perkins in de tweede Surtees.

Op zaterdag is de Australiër plotseling met de Noorderzon vertrokken. Na een ruzie met teambaas John Surtees verlaat Perkins het team met onmiddellijke ingang; het betekent tevens het einde van zijn Formule 1-carrière. Hij keert terug naar zijn thuisland Australië waar hij nog vele jaren succesvol zal zijn in de touringklassen.

In zijn plaats doet ‘Big John’ een beroep op de Franse debutant Patrick Tambay, die zich echter niet kan kwalificeren, net als Alex Ribeiro en Patrick Nève (March), Brett Lunger (McLaren), Harald Ertl en Hector Rebaque (Hesketh) en Connie Anderson (BRM).

Vooraan zijn het aanvankelijk de beide Lotussen die ook hier weer de dienst uitmaken, met Mario Andretti voor Gunnar Nilsson. Het team van Colin Chapman lijkt vastbesloten om de pijnlijke nederlaag in Zweden achter zich te laten en opnieuw aan te knopen met de overwinning. De grootste tegenstand komt ook nu opnieuw van Brabham-kopman John Watson en James Hunt (McLaren). De titelverdediger maakt iedere wedstrijd wat meer progressie in de nieuwe M26 en lijkt de aansluiting met de top stilaan gevonden te hebben.

Na de zaterdagtraining blijkt Andretti andermaal de snelste, voor Hunt, Nilsson en Watson. Jacques Laffite (Ligier), Carlos Reutemann (Ferrari), Jochen Mass (McLaren M23), Jody Scheckter (Wolf), Niki Lauda (Ferrari) en Alan Jones (Shadow) vervolledigen de top tien. Grote teleurstelling is er bij oud-wereldkampioen Emerson Fittipaldi: de Braziliaan kan zich ternauwernood kwalificeren, als tweeëntwintigste en laatste. Het Fittipaldi-team loopt ook in 1977 ondanks een hoopvol begin nog steeds achter de feiten aan.

De race

Bij de start is Hunt het snelste weg, voor Watson, Nilsson en Andretti. De Amerikaan laat zijn wielen doorspinnen bij de start en is na de eerste bocht pas vierde. Hij is hoe dan ook nog steeds beter af dan Mass en Reutemann, die in elkaar haken. De Duitser kan pas na een pitstop zijn weg vervolgen.

Hunt raakt echter niet ver; na enkele ronden al passeert eerst Watson en vervolgens Andretti hem. De Brabham-coureur slaat een kloof en lijkt eindelijk op weg naar een klinkend resultaat. Andretti volgt op een zestal seconden, Hunt verliest nog meer terrein maar heeft niettemin de derde plaats stevig in handen.

Achter hen volgen Laffite, Nilsson, Lauda, Scheckter, Jones en een zich langzaam terug naar voren werkende Reutemann, die ook nog in botsing komt met Vittorio Brambilla. Voor de tweede keer op rij komt de Argentijn ongeschonden uit de crash.

Dijon is een snelle omloop met lange rechte stuken en vloeiende bochten; veel positiewijzigingen zijn er derhalve niet. Spektakel komt er pas echt wanneer Laffite, Nilsson en Lauda tweede Brabham-coureur Hans-Joachim Stuck op een ronde willen zetten. De Duitser raakt plotseling in een spin terecht en komt in botsing met Laffite, die zo een mooie ereplaats verloren ziet gaan.

Vooraan leidt Watson nog steeds, maar Andretti heeft in het laatste wedstrijdgedeelte het gat met zijn voorganger helemaal gedicht en rijdt met nog een paar ronden te gaan vlak in zijn kielzog. De Noord-Ier weet zijn leiderspositie bij het dubbelen van Clay Regazzoni (Ensign) en Reutemann te behouden en lijkt nu zeker van de zege. Tot in de allerlaatste ronde de Alfa-twaalfcilinder ineens begint te sputteren: de benzinetanks van de Brabham zijn leeggereden.

Andretti aarzelt geen moment en passeert Watson met nog een halve ronde te gaan. De Amerikaan, in Zweden zelf nog het slachtoffer van benzinepech, krijgt nu op zijn beurt ineens de zege op een blaadje aangeboden. Een teleurgestelde Watson wordt nog tweede, Hunt pakt het laatste podium.

De resterende punten zijn voor Nilsson, Lauda en Reutemann. Doordat Scheckter uitvalt na een aanrijding met Regazzoni en geen punten pakt, volstaat de vijfde plaats voor Lauda om de nieuwe leider in de WK-stand te worden, met één punt voorsprong op de Zuid-Afrikaan én Andretti.

De uitslag

1. Mario Andretti (Lotus)
2. John Watson (Brabham)
3. James Hunt (McLaren)
4. Gunnar Nilsson (Lotus)
5. Niki Lauda (Ferrari)
6. Carlos Reutemann (Ferrari)
7. Clay Regazzoni (Ensign)
8. Jacques Laffite (Ligier)
9. Jochen Mass (McLaren)
10. Rupert Keegan (Hesketh)
11. Emerson Fittipaldi (Fittipaldi)
12. Ronnie Peterson (Tyrrell)
13. Vittorio Brambilla (Surtees)

Pole: Mario Andretti (Lotus) 1’12”210
Snelste ronde: Mario Andretti (Lotus) 1’13”750

WK-stand:

Rijders:
Lauda 33, Scheckter 32, Andretti 32, Reutemann 28, Nilsson 16, Mass 14, Hunt 13, Depailler 10, Laffite 9, Watson 9, Fittipaldi 8, Pace 6, Peterson 4, Brambilla 3, Jones 3, Stuck 2, Regazzoni 1, Zorzi 1, Jarier 1

Constructeurs:
Ferrari 52, Lotus 43, Wolf 32, McLaren 25, Brabham 17, Tyrrell 14, Ligier 9, Fittipaldi 8, Shadow 4, Surtees 3, Ensign 1, ATS-Penske 1

Wordt vervolgd…

By SDG