In 2010 werd er enkele nieuwe teams de Formule 1 in gelokt met de belofte dat die teams betere overlevingskansen hadden, door de teams die buiten de top-10 eindigden een vast bedrag aan prijzengeld te geven. Dat bedrag kwam neer op ca. 7,7 miljoen euro.

Maar daar kwam verandering in toen Bernie Ecclestone liet weten dat er nog maar alleen aan de eerste tien teams prijzengeld wordt gegeven. Vroeger zou dat betekend hebben dat meerdere teams geen prijzengeld zouden krijgen maar door het verdwijnen van HRT telt de Formule 1 nu nog maar elf teams. Daardoor zou er onder de huidige regeling telkens één team zijn dat met lege handen achterblijft.

Begin dit jaar luidde Timo Glock al de noodklok. De Duitser voorzag dat het verschil tussen kleine en grote teams alleen maar blijven toenemen, tenzij de huidige gang van zaken op de schop ging.

Glock vond het maar raar dat juist de grote, succesvolle teams veel meer geld krijgen van de organisatie: Alleen het bedrag dat Bernie Ecclestone jaarlijks aan een willekeurig topteams geeft, is namelijk al genoeg om een team als Marussia één of twee jaar draaiende te houden., aldus de gewezen Marussia-coureur.

Graeme Lowdon van Marussia sluit zich nu bij de woorden van zijn oud-coureur aan. De huidige regeling zorgt voor enorm veel druk bij de kleinere teams en worden de teams die veel geld uitgeven [onnodig] bevoordeeld.

Het probleem dat we momenteel hebben met de huidige manier van regelgeving is dat de prestaties beter worden naarmate je meer budget hebt en meer geld uitgeeft. Je kan dus eigenlijk voor een deel je succes kopen. De meeste F1-teams geven dan ook gans hun budget uit. Je hebt echter een enorm groot probleem wanneer je al je geld uitgeeft en de prestaties vervolgens tegenvallen., zei Lowdon tegenover The Guardian.

Voorlopig hoeft Marussia niet te vrezen dat ze uit de boot vallen voor de verdeling van het prijzengeld. Het team staat momenteel immers tiende in de WK-tussenstand, voor Caterham.