De Hungaroring. Een slordige 4,3 kilometer lang slingert het smalle asfalt zich door de vallei nabij Mogyoród. Krap, bochtig, weinig grandeur. De Hungaroring heeft alles, maar dan wel alles wat je dan weer net niet verwacht van een Formule 1-circuit. Toch is het circuit, een kleine 20 kilometer bij de Hongaarse hoofdstad Boedapest vandaan, al 26 jaar de gastheer van de Hongaarse Grand Prix. En dat terwijl het circuit zich maar niet los lijkt te kunnen maken van de aanhoudende golven van kritiek. Jaar na jaar.

Toch is de baan in het verleden gastheer geweest van fraaie races. Zoals de allereerste voorstelling in 1986, toen Nelson Piquet driftend en glijdend Ayrton Senna buitenom verschalkte in bocht één. Even fraai was de actie van Nigel Mansell drie jaar later. Ook toen was het Senna die ingehaald werd. Liefst drie latere wereldkampioenen grepen op de Hungaroring zelfs hun eerste moment van glorie. Damon Hill, Fernando Alonso en Jenson Button wonnen hier ooit voor de eerste keer, net als Heikki Kovalainen. Kritiek of geen kritiek: stiekem heeft de Hongaarse baan inmiddels dan ook een stevige plek gekregen in de analen van de Formule 1.

En soms, heel soms, zien we gewoon 24-karaats races langskomen. Zoals vandaag. Geholpen door de tot nu toe povere Europese zomer ontstond er deze middag een heerlijk schouwspel. Een forse bui aan het begin van de race en een kortstondige halverwege, zorgden ervoor dat het lang onduidelijk was wie in de wisselende omstandigheden vandaag zou komen bovendrijven. Niet geheel verassend was dat Jenson Button.

De toch pas 31-jarige Brit snelde in zijn 200e optreden in de Formule 1 naar zijn 11e zege. Op het sompige en kille circuit was hij uiteindelijk Sebastian Vettel en Fernando Alonso te snel af, al was zijn grootste concurrent voor de zege ploegmaat Lewis Hamilton. De wereldkampioen van 2008 liet zich echter verassen door het geniepige buitje in het midden van de race waardoor zijn neus na de chicane ineens de andere kant op wees. Met rokende banden slingerde hij zichzelf meteen weer in het goede spoor, maar niet nadat Paul di Resta hem had moesten ontwijken door als een waardig rally-coureur over het vochtige kunstgras te stuiteren. In de mêlee schoot Button langs Hamilton en pakte de leiding.

Hamilton, hoe kan het ook anders, vocht terug. Na een amusant gevecht, waarbij McLaren zijn rijders vrijuit liet knokken op de glibberige baan, besloot Hamilton dat intermediates beter waren, schoot de pits in, stormde de baan weer op, om het buitje vervolgens over te zien waaien. Weg kans op de zege. Tot overmaat van ramp besloot de wedstrijdleiding Hamilton een drivethrough te geven voor de acrobatische kunsten waardoor Di Resta het gras had moeten opzoeken. Het siert Hamilton dat hij zichzelf van de zesde plek uiteindelijk nog, via Massa en Webber, terug vocht naar plek vier. Maar het had zoveel mooier kunnen zijn.

Hamilton was niet de enige die de mist inging. Ook Fernando Alonso maakte er een spektakelstuk van. In de eerste helft van de race kon hij maar niet de rust en controle te vinden die hem altijd zo lijken te kenmerken. Steeds als hij richting de koplopers leek te gaan rijden, schoot hij van de baan, om vervolgens weer opnieuw te beginnen. In de tweede helft van de race leek hij dan toch zijn ritme te vinden en mede door de offday van Webber (schijnt mee te hebben gedaan) en de capriolen van Hamilton mocht de Spanjaard alsnog naar het podium. Meer geluk dan wijsheid ditmaal.

Precies het geluk dat Nick Heidfeld lang geleden lijkt te hebben verloren. Werd hij vorige week nog onbarmhartig van de baan gerost door Sebastian Buemi, dit keer stond de Lotus-Renault van de toch al veel geplaagde veteraan in vuur en vlam. Letterlijk welteverstaan. Quick Nick was zelden zo quick als toen hij uit zijn brandende wrak sprong.

Ook klassementsleider Sebastian Vettel leek een moeizame dag te beleven. Onder druk van Hamilton in de beginfase schoot de polesitter, net als in Canada, even van de baan. De regerend kampioen heerst dit jaar in het WK, maar lijkt onder druk nog wel eens te knakken. Toen ook Button eenmaal voorbij was gepeddeld op de natte baan, kwam Seb in een beter ritme. Nadat Hamilton door alle problemen weer achter hem terecht was gekomen leek de Duitser een tweede plek achter Button wel best te vinden en reed hij in alle rust en controle naar het podium. Dit keer niet met het beroemde geheven vingertje maar ongetwijfeld wél met een gulle lach onder zijn andermaal vernieuwde helm. Want Vettel verlaat Hongarije met een nóg grotere voorsprong dan dat hij al had.

De grootste lach was vandaag echter voor Jenson Button. Om een jubileum op zo’n prachtige manier kracht bij te zetten is maar weinigen gegeven. Hoe JB het flikt is niet geheel duidelijk, maar als je zo vaak onder wisselende omstandigheden de beste bent van allemaal is het geen toeval meer. Misschien dat hij verwekt is tijdens een woelige boottocht of op de wildwaterbaan van de Efteling, maar Button heeft een schijnbaar feilloos gevoel voor banden, strategie en snelheid zodra het nat is. Met een ongekende zelfverzekerdheid weet hij vrijwel altijd om de problemen heen te rijden, op de baan te blijven en te vertrouwen op het gegeven dat hij in de regen ‘s wereld beste Formule 1-coureur is.

Een blik op de kalender zal Button nog meer doen stralen. De eerstvolgende race wordt gehouden op Spa-Franchorchamps. Daar waar de weergoden zich pas écht thuis voelen.

Maar eerst begint de zomerstop. Namens GPPits: iedereen een fijne, en droge, vakantie toegewenst!