Volgende zondag vindt voor de vierde keer in de Formule 1-geschiedenis een race plaats in Japan in een jaar dat eindigt op een ‘6’. Aangezien de drie vorige edities – 1976, 1996 en 2006 – bol stonden van dramatiek, legt dit meteen de lat hoog voor de editie van dit jaar.

1976 is uiteraard legendarisch geworden omwille van de dramatische ontknoping van het wereldkampioenschap in Fuji, waarbij James Hunt de titel pakt met één punt voorsprong op Niki Lauda. In 1996 verovert Damon Hill in navolging van zijn vader Graham als eerste zoon van een oud-wereldkampioen de wereldtitel. En in 2006 vechten regerend wereldkampioen Fernando Alonso (Renault) en zijn grote uitdager Michael Schumacher (Ferrari) een titanengevecht uit op Suzuka.

Een situatieschets: Alonso domineert de eerste seizoenshelft en lijkt met zes overwinningen – tegen slechts twee voor Schumacher – en drie tweede plaatsen uit de eerste negen races met gemak op een tweede titel af te stevenen. Vanaf het begin van de zomer tekent zich evenwel een ommekeer af en komt het momentum bij Schumacher en Ferrari te liggen, mede doordat Renault van de FIA zijn schokdempersysteem moet aanpassen. De zevenvoudige wereldkampioen behaalt vervolgens vijf zeges uit zeven raceweekends en knaagt gestaag aan zijn achterstand, terwijl Alonso geen enkele overwinning meer weet te behalen. In China behaalt de Duitser de eenennegentigste zege uit zijn carrière, waarmee hij in de WK-stand op gelijke hoogte komt met Alonso.

Een achtste wereldtitel voor Schumacher behoort dus ineens weer volop tot de mogelijkheden. Het zal overigens zijn laatste kans worden, aangezien hij enkele weken voordien in Monza zijn nakende afscheid aan de sport heeft aangekondigd. En zo zakken de teams af naar Japan, voor de voorlaatste race van het seizoen.

Een belangrijk gegeven is dat Schumacher één overwinning meer gescoord heeft dan Alonso. Indien de Duitser hier opnieuw wint en zijn tegenstander geen enkel punt scoort, is de titel hier in Japan al binnen. De Spaanse Renault-coureur moet hoe dan ook wachten tot in Brazilië voor de eventuele verlenging van zijn titel.

Ferrari zet de opwaartse lijn van de tweede seizoenshelft in de kwalificaties gewoon door. Het is wel tweede man Felipe Massa die de pole pakt, maar Schumacher staat naast hem op de eerste rij. Alonso rijdt pas de vijfde tijd en moet de beide Toyota’s van Ralf Schumacher en Jarno Trulli voor zich dulden op de startgrid.

Bi de start is Massa als eerste weg, voor Michael Schumacher en broer Ralf. Alonso wurmt zich direct voorbij Trulli naar de vierde plaats en snoept later ook de derde plaats af van Ralf. Michael Schumacher is ondertussen al vlot voorbij zijn teamgenoot naar de kop van de wedstrijd gegaan en heeft het heft van de race stevig in handen genomen.

Alonso geeft zich echter niet gewonnen. Bij zijn eerste pitstop pakt hij de tweede plaats van Massa, die tijd verliest door een langzaam leeglopende band, en zet vervolgens de achtervolging in op de koploper. In de achtergrond heeft Christijan Albers (Spyker) bijzonder veel geluk wanneer zijn achterwielophanging het bij hoge snelheid plotseling begeeft. De Nederlander komt met de schrik vrij.

Het gat met Schumacher wordt kleiner, maar de Duitser lijkt vooralsnog genoeg marge te hebben voor de zege. Tot iets meer dan vijftien ronden voor het einde ineens een rookpluim achter de Ferrari hangt. Bij de Scuderia kan men zijn ogen niet geloven: op een cruciaal moment in het kampioenschap begeeft de motor het. Schumacher rolt uit in het gras en ziet met lede ogen zijn opponent de leiding overnemen.

Alonso moet nu enkel nog zijn Renault heelhuids over de finish brengen. De Spanjaard neemt geen risico’s meer en neemt gas terug. Hij wordt niet meer bedreigd en wint uiteindelijk voor Massa. Giancarlo Fisichella wordt in de tweede Renault derde. Met enkel nog de slotrace in Brazilië voor de boeg heeft Alonso nu tien punten voorsprong op Schumacher. De Duitser moet nu de slotrace winnen en bovendien rekenen op pech van zijn tegenstander om alsnog de titel te pakken.

Zoveel geluk is de Ferrari-kopman niet gegund: twee weken later in Brazilië pakt Alonso zijn tweede wereldtitel. De achtste van Michael Schumacher zal er niet meer komen, ook niet wanneer hij in 2010 een opvallende comeback maakt bij Mercedes. De ene podiumplaats die hij in drie seizoenen scoort staat in schril contrast met de zeven wereldtitels en 91 overwinningen uit het eerste deel van zijn carrière.

By SDG