Nigel Mansell (Williams) wint in Barcelona de Grote Prijs van Spanje. De race, die omwille van de Olympische Spelen die later dat jaar in de Catalaanse hoofdstad georganiseerd worden officieus ook de titel ‘Olympische Grote Prijs’ meekrijgt, wordt gereden in regenachtige omstandigheden. Het weerhoudt Mansell er niet van om van start tot finish aan de leiding te rijden en zo zijn vierde overwinning in evenveel wedstrijden in 1992 te boeken.

Michael Schumacher (Benetton), die naast Mansell als tweede vertrekt – het is de eerste start van op de eerste rij voor de Duitser – finisht ook als tweede in de race, meteen zijn beste resultaat uit zijn nog jonge Formule 1-carrière. Mansell’s teamgenoot Patrese, tweede in de voorgaande drie Grote Prijzen, rukt aanvankelijk ook hier op naar de tweede positie, tot hij net als een groot aantal andere rijders uit de wedstrijd crasht. Dat doet verrassend ook regenspecialist Ayrton Senna (McLaren). De wereldkampioen bezwijkt twee ronden voor het einde onder de druk van Jean Alesi (Ferrari), die hier in de regen de handicap van de zwakke Ferrari F92A weet te omzeilen en de derde podiumplaats pakt. De resterende punten zijn voor Gerhard Berger (McLaren), Michele Alboreto (Arrows) en Pierluigi Martini (Scuderia Italia).

Twee coureurs maken in Barcelona hun eerste optreden in een Formule 1-weekend: de Brit Damon Hill, zoon van oud-wereldkampioen Graham, vervangt bij Brabham de voor bewezen diensten bedankte Giovanna Amati en bij Andrea Moda komt een andere Brit, Perry McCarthy, voor het eerst in actie. Geen van beiden kan zich vooralsnog echter kwalificeren. McCarthy’s debuut strandt reeds in de prekwalificaties, wanneer zijn wagen na exact achttien meter de geest geeft. In de WK-stand leidt Nigel Mansell nog steeds met het maximum van de punten (40 op 40), voor Patrese (18) en Schumacher (17). De Spaanse Grote Prijs verhuist vanaf 1992 ook definitief terug naar het voorjaar.

nigel20mansell20winning.jpg

By SDG