Het is december. En dus is het tijd voor ellenlange nabeschouwingen, terugblikken, analyses én de eeuwige man van het jaar verkiezingen. Altijd leuk. Dus ook hier zal ik maar eens een poging wagen. Vooropgesteld: dit is mijn persoonlijke mening. Iedereen mag er het zijne van denken en iedereen mag het er volkomen mee oneens zijn.

Puur op punten bekeken is Sebastian Vettel de beste van allemaal geweest. Maar het wereldkampioenschap is nou eenmaal een combinatie van rijder, team en wagen. En dus is het zeker niet automatisch zo dat Vettel de beste rijder van 2010 was. Het was de beste combinatie.

Wie nou echt de beste was, is niet te bepalen. Maar ik heb geprobeerd om naar de prestaties van de rijders te kijken en om de behaalde WK-punten niet in de overweging mee te nemen.

Daar gaan we dan:

De ‘Beste coureur van het jaar’ Awards

1) Robert Kubica
Ik kan niet anders zeggen dan dat deze man mij enorm positief verbaasd heeft. De Poolse coureur is heel moeilijk te beoordelen, omdat hij geen competitieve teamgenoot had. Maar Kubica was een jaar lang consistent, snel en betrouwbaar. Zelden ging hij in de fout en was een vaste kandidaat in Q3. Het resultaat was niet alleen dat hij, in een mindere wagen, regelmatig tussen de Ferrari’s, McLaren’s en RedBull’s in kon rijden, maar ook drie mooie podia. En wie had dat gedacht.

2) Nico Rosberg

De vooruitzichten waren na Rosberg’s overstap naar Mercedes aanvankelijk goed, maar toch kreeg hij ook dit jaar weer een wagen waarin hij niet kon winnen. Even dreigde er zelfs een rol op het tweede plan toen hij zomaar ineens een levende legende als teamgenoot kreeg. Maar Rosberg slikte even, rechte zijn rug en liet zien hoe goed hij is. Net als Kubica is hij absoluut klaar voor een topwagen. Het is de vraag of hij die volgend jaar zal krijgen.

3) Fernando Alonso
De Spanjaard begon matig aan zijn Ferrari-loopbaan. Wisselende resultaten en een matige wagen. Maar na een dramatisch verlopen Britse GP stond de échte Alonso eindelijk weer eens op. Hij brulde in de media dat hij nog altijd kampioen kon worden, ondanks een enorme achterstand. Velen lachten schamper. De Spanjaard zette zijn woorden kracht bij door vervolgens vier zeges en drie podia te pakken in acht races. Slechts een tactische blunder en een superieure RedBull hielden hem op de valreep van zijn derde titel af. Maar die kan niet eeuwig uitblijven.

4) Sebastian Vettel
Supersnelle wereldkampioen in de supersnelle RedBull.

5) Mark Webber
Eeuwige net-niet coureur die lange tijd boven zichzelf uit kon stijgen.

6) Lewis Hamilton
Snel, aanvallend, grillig.

7) Jenson Button
Andermaal een foutloos seizoen, maar moet zich beter kwalificeren.

8) Kamui Kobayashi
Niet de meest getalenteerde, maar een genot om naar te kijken.

9) Rubens Barrichello
Er zijn nog altijd geen tekenen van slijtage op deze recorddeelnemer.

10) Nico Hulkenberg
Rookie of the year. By far.

Tot zover dus de beste coureur van het jaar. Wat mij betreft heeft Kubica deze titel volledig verdiend door een jaarlang uiterst constant te presteren.

Maar er is gelukkig veel meer gebeurd in het afgelopen jaar. We zagen crashes, schuivers, ruziënde teamgenoten, vreemde uitspraken in de media, prachtige inhaalacties, tactische blunders, mislukte pitstops en nog veel meer. Een jaarlang Formule 1, en alles er omheen, staat garant voor veel leuke anekdotes of spraakmakende gebeurtenissen. En die verdienen ook de nodige aandacht.

Daarom nog een paar extra verkiezingen voor die speciale momenten van het afgelopen jaar.

De ‘I believe I can fly’ Award

Mark Webber

De Spaanse zon wordt jaarlijks door veel mensen opgezocht. Maar eigenlijk nooit letterlijk. Totdat Mark Webber afgelopen voorjaar een serieuze poging ondernam. Hij zag de achterband van Heikki Kovalainen aan voor een springplank en katapulteerde zichzelf de lucht in. Op weg naar de Spaanse zon.

Helaas verloor de Australiër de strijd tegen de zwaartekracht al snel. En ondanks de mooie lancering smakte de RedBull na een sierlijke zwaai met een keiharde klap op het asfalt. RedBull geeft je dus echt geen vleugels.

De ‘Midlife Crisis’ Award

Michael Schumacher
Sommigen nemen slaan een 23-jarig fotomodel aan de haak. Nog wat anderen kopen een hond of een blitse sportwagen. Of allebei. Maar Michael Schumacher heeft al blitse sportwagens genoeg en hij heeft ook al een hond. Bovendien is hij een te trouwe echtgenoot en vader om zijn Corinna te bedriegen. Dus moest hij op zoek naar een andere uitdaging om zijn midlife crisis het hoofd te bieden.

En zo gebeurde het dat hij op zijn 41e de strijd aan ging met jonge, topfitte en ultragetalenteerde atleten. Maar ook voor de voormalige alles-winnaar zijn de jaren gaan tellen. Michael Schumacher die een jaar lang heen en weer pendelt tussen de middenmoot en de subtop…. Wennen zal het nooit.

De ‘Mijn oom is een grote, grote leugenaar’ Award

Bruno Senna
Oom Ayrton zei ooit, begin jaren ‘90: If you think that I am quick, you should see my nephew’.

Wat een vreselijke leugenaar de legendarische Braziliaan is is inmiddels wel gebleken. In niets, maar dan ook echt niets, lijkt Bruno op zijn oom. Laat staan dat hij sneller zou zijn. Toegegeven, de HRT was een flutauto. Daarin kan je je niet onderscheiden. Maar teamgenoten als Karun Chandhok of Sakun Yamamoto zouden door iemand die van nature sneller zou moeten zijn als Ayrton Senna, compleet aan snot zijn gereden. Maar dat werden ze dus niet.

Oom Ayrton loog tegen ons. Foei.

De ‘Hé, deed hij ook mee?’ Award

Sebastian Buemi
Het is echt zo; Sebastian Buemi heeft in 2010 alle races meegereden. Echt allemaal. Voor degenen die het niet geloven: alle statistieken wijzen het uit. Sterker nog, hij behaalde in al die races nog 8 punten ook! Toch heeft Buemi de gave om dan wel rond te rijden in de F1, maar dat op een dusdanige manier te doen dat hij nooit bijster veel opvalt. Niet positief maar ook niet negatief.  Kleurloos. Saai. Niet slecht. Niet goed. Inwisselbaar dus.

De ‘Waarom verteld niemand hem dat hij nou echt eens moet stoppen’ Award

Jarno Trulli

Voor de jonge lezers onder ons: in een ander tijdperk lang, lang, lang geleden was Jarno Trulli een gerespecteerd coureur. Een rijder met aanzien. Een jongen die in zijn goede jaren bij Renault en Toyota bij tijd en wijle boven zich uit kon stijgen. Iemand die verrassend kon presteren, zeker tijdens kwalificaties. Hij won zelfs een keer in de race der races: Monaco. Echt waar.

De uiterlijke kenmerken zijn nog talrijk. Toen was het haar wat langer, met soms een idioot staartje bovenop zijn knar. En het gezicht telde beslist minder groeven. Maar de Monaco-winnaar van toen is toch echt dezelfde Jarno Trulli als de man die wij dit jaar zo treurig rond zagen rijden in de trage Lotus. Wanneer is stoppen op je hoogtepunt in vredesnaam uit de mode geraakt?

De ‘Vlaag van verstandsverbijstering’ Award

Fernando Alonso
Inderdaad: een vlaag van verstandsverbijstering. Waarschijnlijk gecombineerd met een vleugje arrogantie. Het is de enige reden die kan verklaren waarom Alonso zijn plek niet teruggaf op Silverstone. Want je moet wel een erg onnozele dwaas zijn om te denken dat je ermee wegkomt als je Robert Kubica inhaalt door de chicane af te snijden en de plek niet teruggeeft. Want die regel is inmiddels zo bekend dat het bijna een automatisme zou moeten zijn bij de rijders. En aangezien Alonso allesbehalve een onnozele dwaas is, was het dus een vlaag van verstandsverbijstering.

De ‘Luca Badoer-look-a-like’ Award

Pedro de la Rosa
We zullen het nooit vergeten: de terugkeer van Luca Badoer op de grid na vele jaren als testcoureur was zo dramatisch dat we allemaal een beetje medelijden met hem kregen. Dit jaar was het de beurt aan collega-testrijder Pedro de la Rosa. Okee, de Spanjaard reed natuurlijk lang niet zo beroerd als Badoer deed. Maar toch, heel veel waarde als racecoureur heeft de la Rosa allang niet meer. Als hij een loopbaan-adviestest zou doen dan zou waarschijnlijk blijken dat hij een geboren testcoureur is en helaas voor hem geen racecoureur. Iets over een schoenmaker die bij zijn leest moet blijven.

De ‘Zolang er geld is is Sakon er’ Award

Sakon Yamamoto

Illustere voorgangers heeft Sakon. Denk aan Jean-Denis Délétraz, Taki Inoue of Gaston Mazzacane. Rijders die een gebrek aan talent combineerden met een overschot aan geld. Mannen die zichzelf de F1 inkochten, vaak ten koste van een begaafde maar minder gefortuneerde rijder, maar eigenlijk bij lange na niet het niveau aankonden. Voor hen is de term ‘rijdende chicane’ dan ook uitgevonden.

Voor Sakon geldt dit ook. Zolang hij het geld heeft, heeft hij kans op een stoeltje. Maar waarom hij er zoveel geld aan uitgeeft zal altijd een raadsel blijven. Succes zal hij in deze sport nooit kennen. Respect kan hij niet afdwingen met enkel geld. Een eerzame plek in de F1-geschiedenis zal hij dan ook niet krijgen. Het enige dat hij krijgt is lacherige reacties en een teambaas die gretig zijn handje ophoudt. Je moet het maar willen.