22 juni 1986
Race 7: Grote Prijs van de Verenigde Staten
Detroit Street Circuit, Detroit
69 ronden van 4,410 km. Totaal: 304,290 km
Weer: droog, licht bewolkt en warm

Na de doortocht in Canada blijft het Formule 1-circus nog een weekje op het Noord-Amerikaanse continent, voor de Amerikaanse Grote Prijs in de straten van Detroit. De race, in 1982 in het leven geroepen, is sedert 1985 de enige overgebleven wedstrijd op Amerikaanse bodem. Het circuit, dat aangelegd is rond de hoofdkwartieren van het Ford-imperium, doet door zijn langzame gemiddelde snelheid en zijn lay-out (inclusief tunneltje!) af en toe wat denken aan Monaco, maar dan een stuk minder glamoureus. Hoewel de race bij het publiek betrekkelijk populair is, zijn de coureurs zelf doorgaans maar matig enthousiast om op het hobbelige stratenparcours van start te gaan.

Pirelli-kleurencodes avant-la-lettre: Gerhard Berger (Benetton).

Voor het eerst sedert Monaco komen alle teams opnieuw in voltallige slagorde naar een Grand Prix-weekend afgezakt, al blijkt dat bij sommigen wel wat voeten in de aarde te hebben. De overgang van Christian Danner van Osella naar Arrows moest normaal gezien al in Canada rond zijn, maar omwille van een contractuele overeenkomst werd hij door zijn oude werkgever nog één race achtergehouden. In Detroit maakt de Duitse regerende F3000-kampioen echter definitief de overstap naar het Britse team, waar hij tot het eind van het seizoen zal rijden.

Bij Lola/Haas zit men voor één race verlegen om een invaller voor de gekwetste Patrick Tambay. Het Amerikaanse team wil in de thuisbasis van zijn motorleverancier Ford een Amerikaanse rijder laten starten en draagt daarom de rijzende Indycar-ster Michael Andretti, zoon van oud-wereldkampioen Mario, voor. Dit feestje gaat echter niet door wanneer de FISA Andretti weigert een superlicentie uit te reiken ‘wegens gebrek aan ervaring in de Formule 1’. Bij Lola vermoedt men echter onwil van de kant van de FISA, gezien hun aloude vete met de organisatoren van het CART-kampioenschap.

Een vermoeden dat alleen maar versterkt wordt wanneer de FISA wel grif een superlicentie toekent aan de onbekende Canadees Allen Berg – een coureur zonder noemenswaardig palmares – voor het tweede Osella-stoeltje. Lola zelf geeft het beschikbare zitje vervolgens dan maar aan een andere Amerikaan, die wel over een superlicentie beschikt: Eddie Cheever. De oudgediende van o.a. Tyrrell, Ligier, Renault en Alfa, die voor 1986 naar de Indycars uitweek, keert zo heel eventjes terug in de Formule 1.

Nieuwe trainingszege voor Aytron Senna.

In de kwalificaties laat Ayrton Senna (Lotus) weer eens zien wie er op dit moment de ongekroonde koning van de stratencircuits is. Enkel Nigel Mansell (Williams) kan in zowel de twee vrije als officiële trainingssessies in de buurt van de Braziliaan komen, die uiteindelijk de pole met een halve seconde verschil pakt. Nelson Piquet (Williams) is derde, gevolgd door een verrassend drietal: René Arnoux (Ligier), Stefan Johansson (Ferrari) en Jacques Laffite (Ligier). Wereldkampioen Alain Prost (McLaren) en zijn teamgenoot Keke Rosberg stellen teleur met een respectievelijk zevende en negende tijd, gescheiden door de Brabham van Riccardo Patrese. Eddie Cheever (Lola) bewijst met een puike tiende tijd dat hij de Formule 1 nog niet verleerd is, hij blijft Michele Alboreto (Ferrari) nipt voor.

De race in de V.S. dient, net als die in Canada een week eerder, de rechtstreekse concurrentie aan te gaan met het aan de gang zijnde Wereldkampioenschap voetbal in Mexico. Wie toch voor de Grand Prix kiest, zal evenwel een boeiende en spannende race voorgeschoteld krijgen. Deze zal echter zonder Huub Rothengatter plaatsvinden: bij de start van de opwarmronde blijft zijn Zakspeed op de grid achter met een elektrisch defect en de Nederlander is zo meteen de eerste uitvaller van de dag.

De strart in Detroit.

Wanneer het licht op groen springt, sprinten Senna en Mansell zij aan zijn richting de eerste bocht, een duel dat door de Braziliaan wordt gewonnen. Arnoux, Piquet, Johansson, Prost en Laffite volgen in hun spoor. Bij de derde doortocht neemt Mansell het commando over, maar enkele ronden later weet de Lotus zich terug aan de kop te hijsen, gevolgd door Arnoux, die de Brit eveneens passeert.

Na een vijfde van de race moet de Braziliaan plotseling de pits binnen omwille van een langzaam leeglopende band, waardoor Arnoux de verrassende nieuwe leider wordt. Ondertussen is diens eigen teamgenoot Laffite opgerukt naar de tweede plaats. Voor het eerst sedert 1981 rijdt er nog eens een Ligier aan kop van een Grote Prijs; het Franse team beleeft in ‘Motor City’ zijn beste Grand Prix-weekend sedert jaren. Voor Laffite kan het allemaal nog beter, want hij remt vervolgens ook zijn eigen teamgenoot Arnoux uit en wordt zo de vierde leider in de race. Doordat Arnoux vervolgens een elitepelotonnetje bestaande uit Mansell, Prost, Piquet en Senna ophoudt, kan de nestor van de Formule 1 zijn voorsprong zelfs nog wat uitbouwen.

De Ligiers zijn de revelatie van de race.

Wanneer Arnoux binnenkomt voor zijn bandenwissel, hebben zijn achtervolgers vrije baan in hun jacht op de koploper. Piquet, die in het groepje inmiddels de bovenhand genomen heeft, kan als eerste Laffite terughalen en hem uiteindelijk ook ter plaatse laten. Ook Senna volgt zijn voorbeeld. De Lotus-coureur krijgt de leiding terug in handen wanneer Piquet zijn pitstop maakt. De tweevoudige wereldkampioen blijft langer in de pits staan dan gepland wegens een blokkerend achterwiel, waardoor Senna hem na zijn eigen pitstop voor kan blijven.

Piquet zet snel terug de achtervolging in, tot hij een paar ronden later in de muur crasht en zo roemloos uit de race verdwijnt. De Braziliaan verliest vandaag kostbare punten in de strijd voor de wereldtitel. Tot overmaat van ramp rijdt Arnoux vervolgens in op het wrak van de Williams, waardoor ook voor de Fransman een roemloos einde komt aan een veelbelovende race. Thierry Boutsen (Arrows) maakt de vaudeville compleet door zelf vervolgens ook nog op de geparkeerde Ligier in te rijden.

Ayrton Senna behaalt zijn tweede zege van het seizoen.

Mansell, die last heeft van oververhitte remmen, valt ondertussen langzaam maar zeker naar achteren terug. Prost en Laffite vechten in de laatste ronden nog een gesmaakt duel voor de tweede plaats uit, dat uiteindelijk door de Ligier-coureur gewonnen wordt. Senna behaalt uiteindelijk een overtuigende zege, voor Laffite, Prost, Alboreto, Mansell en Patrese.

Door zijn overwinning neemt Senna opnieuw de leiding over in de WK-stand. De zege van de Braziliaan in Detroit is meteen ook de eerste ooit voor Renault op Amerikaanse bodem. De volgende komt er pas in 2013, wanneer Sebastian Vettel in Austin zegeviert. Ook is het de laatste overwinning van een Renault-turbomotor tot de overwinning van Daniel Ricciardo in Canada in 2014.

Het podium: Senna, Laffite en Prost.

Einduitslag:
1 Ayrton Senna (Lotus)
2 Jacques Laffite (Ligier)
3 Alain Prost (McLaren)
4 Michele Alboreto (Ferrari)
5 Nigel Mansell (Williams)
6 Riccardo Patrese (Brabham)
———————————–
7 Johnny Dumfries (Lotus)
8 Jonathan Palmer (Zakspeed)
9 Philippe Streiff (Tyrrell)
10 Derek Warwick (Brabham)

Pole-tijd: 1’38”301 (Senna)
Snelste raceronde: 1’41”233 (Piquet)

WK rijders:
Senna 36, Prost 33, Mansell 29, Piquet 19, Rosberg 14, Laffite 13, Johansson 7, Berger 6, Alboreto 6, Arnoux 6, Brundle 2, Fabi 2, Patrese 2

WK constructeurs:
Williams 48, McLaren 47, Lotus 36, Ligier 19, Ferrari 13, Benetton 8, Tyrrell 2, Brabham 2

Wordt vervolgd…

By SDG