2 oktober 1977
Race 15: Grote Prijs van de Verenigde Staten-Oost
Watkins Glen
59 ronden van 5,434 km. Totaal: 320,650 km
Weer: nat en koud, opdrogende baan naar het einde toe

Nadat het Europese seizoen in Monza traditioneel afgesloten werd, trekt het Formule 1-circus zoals al jaren gebruikelijk is de Atlantische Oceaan over voor de Noord-Amerikaanse toernee. In twee weekends worden evenveel Grote Prijzen afgewerkt: in het Amerikaanse Watkins Glen, in het noorden van de staat New York, en in het Canadese Mosport. Doordat beide circuits amper vierhonderd kilometer rijden van elkaar liggen, zijn deze ‘back-to-back’ races op logistiek vlak echter geen onoverkomelijk probleem.

Deze wedstrijd kan voor Niki Lauda de beslissing in het wereldkampioenschap opleveren, maar echt in een feeststemming verkeert Ferrari niet bij aankomst in de VS. Het is al een tijdje bekend dat de Oostenrijker de Scuderia zal verlaten en in 1978 naar aartsrivaal Brabham-Alfa Romeo zal trekken. De sfeer binnen het team verbetert er niet op wanneer monteur Ermanno Coughi midden in het raceweekend op staande voet ontslagen wordt wanneer bekend raakt dat ook hij in navolging van Lauda naar Brabham zal vertrekken.

Afwezig in Watkins Glen zijn BRM, dat definitief de handdoek in de ring zal werpen, evenals ATS, dat het seizoen voor bekeken houdt om in 1978 met een zelfgebouwde auto terug te keren. Doordat Riccardo Patrese bij Shadow opnieuw verstek moet laten gaan wegens Formule 2-verplichtingen kan ATS-coureur Jean-Pierre Jarier voor deze race zijn stoeltje overnemen. Bij Surtees is de Oostenrijker Hans Binder opnieuw van de partij als tweede coureur en ondanks de afwezigheid van ATS maakt er toch een Penske-chassis zijn opwachting voor de race, met de Amerikaanse Indycar-coureur Danny Ongais achter het stuur.

De kwalificaties

Doordat het op zaterdag regent, zijn de beide vrijdagtrainingen beslissend voor de startopstelling. Grootste slachtoffer hiervan is Patrick Tambay (Ensign). De jonge Fransman raakt door motorpech op vrijdag niet verder dan de laatste plaats en is er zo op zaterdag aan voor de moeite. Doordat er 27 wagens aan de kwalificaties deelnemen, is hij tevens de enige afvaller.

Uittredend wereldkampioen James Hunt is net als in Monza andermaal de snelste; het is al zijn zesde pole van het lopende seizoen. De Brit, die halverwege het seizoen een serieuze dip in de prestaties kende, is sedert de nieuwe McLaren M26 helemaal op kruissnelheid gekomen is weer helemaal de oude en is erop gebrand zijn seizoen tenminste in schoonheid af te sluiten.

Na hem volgen verrassend de beide Brabham-Alfa’s, met al even verrassend niet John Watson, maar Hans-Joachim Stuck op de eerste startrij naast Hunt. De Duitser, die weet dat zijn dagen bij het team van Bernie Ecclestone geteld zijn door het vastleggen van Niki Lauda voor 1978, wil in ieder geval door een paar goede prestaties in de slotraces de aandacht van de andere teams op hem vestigen.

Thuisrijder Mario Andretti rijdt naar de vierde startplaats. De Italo-Amerikaan, in een ‘winning mood’ na zijn tweede thuisrace in Monza, kan na Italië en Long Beach eerder op het seizoen bijgevolg voor de derde keer al dit jaar ‘voor eigen publiek’ winnen.

Na hem komen beide Tyrrells en Ferrari’s, met Ronnie Peterson voor Carlos Reutemann, Niki Lauda en Patrick Depailler. De zeswielige Tyrrell P34, die bijna aan zijn zwanenzang toe is, slaagt er hier op Watkins Glen in om tenminste nog één keer een respectabel trainingsresultaat te behalen.

Jody Scheckter (Wolf), de enige die – op papier – Niki Lauda nog kan bedreigen in de titelstrijd, en Jacques Laffite maken de top tien vol. Door de pech van Tambay kwalificeren alle andere coureurs zich; zo ook Danny Ongais, die als zesentwintigste en allerlaatste zijn Formule 1-debuut mag maken.

De race

Op zondag regent het nog steeds, al is de intensiteit afgenomen en is het slechts nog motregen die uit de hemel naar beneden valt. Het ziet er zelfs naar uit dat het gaat opdrogen, doch John Watson is de enige die de gok aandurft om op slicks te starten. Een verkeerde gok, zo blijkt al snel, en de Noord-Ier rijdt van aanvang af een verloren wedstrijd.

Zijn Brabham-teamgenoot Hans-Joachim stuck daarentegen kent een perfecte start en gaat als leider de eerste ronde in. Waar de andere wagens in een nevel van water verdwijnen, heeft de Duitser vooraan een perfect zicht en hij rijdt snel weg van de concurrentie. Hunt volgt op een vijftal seconden, nadien volgen Andretti, Scheckter, Reutemann, Peterson en Lauda.

Alan Jones (Shadow) heeft een bliksemstart genomen en komt vanuit het middenveld snel naar voren opzetten. Een herhaling van zijn stunt van Oostenrijk zit er deze keer echter niet in; al in de vierde ronde crasht hij uit de race na een tik gekregen te hebben van Peterson.

Het sprookje van Stuck duurt veertien ronden. Dan crasht ook hij uit de race en ziet hij een unieke kans om misschien wel zijn eerste Grote Prijs te winnen – letterlijk – in het water vallen. Hunt neemt vooraan het commando autoritair over, met een flinke voorsprong nu op Andretti en Scheckter, die derde is. Lauda is vierde en lijkt niet echt aanstalten te maken om aan te vallen, in de wetenschap dat de positie waarin hij nu rijdt sowieso volstaat voor de titel.

Peterson heeft inmiddels ook zijn landgenoot Gunnar Nilsson uit de race getikt. Inmiddels is het volop ‘silly season’ en één van de belangrijkste geruchten, naast de al zekere overstap van Lauda naar Brabham, is de terugkeer van Peterson naar Lotus, ten nadele van Nilsson. De winnaar van Zolder lijkt uit vorm en presteert de laatste tijd niet echt meer naar behoren. Niemand die kan vermoeden dat de Zweed wellicht al de nadelen ondervindt van de kanker die op dit moment al in zijn lichaam woekert en hem eind 1978 fataal zal worden.

Wanneer het naar het einde van de race toe ophoudt met regenen, is Peterson één van de weinigen die de wissel naar slicks maakt. De overige coureurs proberen zoveel mogelijk op het nog natte gedeelte buiten de ideale lijn te blijven om hun regenbanden te sparen en op safe naar de finish te rijden. Enkel Andretti is het daar niet mee eens en de Amerikaan zet in de laatste ronden alles op alles om alsnog met de zegebloemen aan de haal te gaan.

Hunt houdt echter net genoeg voorsprong over om als eerste de geblokte vlag te zien en wint met anderhalve seconde voorsprong op Andretti. Scheckter pakt de derde podiumplek, maar verliest zijn tweede plaats in de WK-tussenstand aan de Lotus-coureur.

Na hen pakken Lauda, Regazzoni en Reutemann de laatste punten. Niki Lauda is door zijn vierde plaats nu definitief zeker van zijn tweede wereldtitel. Hij zegevierde in 1977 slechts drie keer, maar de regelmaat die hij in de overige wedstrijden aan de dag legde – uiteindelijk zal hij slechts in 14 van de 17 races dit seizoen starten – volstaan om met ruime overmacht het kampioenschap in de wacht te slepen, met nog twee races te gaan.

De door iedereen verwachte en gehoopte hernieuwing van de clash tussen Lauda en Hunt is er dus niet echt gekomen, al had het er, indien McLaren of Lotus dit jaar iets minder door het pechduiveltje getroffen waren, even goed totaal anders uit kunnen zien.

Nu de titel binnen is, heeft Lauda bij Ferrari niets meer te winnen of te verliezen en de Oostenrijker zal reeds na dit weekend het team verlaten. In de laatste twee Grote Prijzen, in Canada en Japan, zal hij niet meer aantreden. In de coulissen staat zijn opvolger echter al klaar…

De uitslag

1. James Hunt (McLaren)
2. Mario Andretti (Lotus)
3. Jody Scheckter (Wolf)
4. Niki Lauda (Ferrari)
5. Clay Regazzoni (Ensign)
6. Carlos Reutemann (Ferrari)
7. Jacques Laffite (Ligier)
8. Rupert Keegan (Hesketh)
9. Jean-Pierre Jarier (Shadow)
10. Brett Lunger (McLaren)
11. Hans Binder (Surtees)
12. John Watson (Lotus)
13. Emerson Fittipaldi (Fittipaldi)
14. Patrick Depailler (Tyrrell)
15. Alex Ribeiro (March)
16. Ronnie Peterson (Tyrrell)
17. Ian Ashley (Hesketh)
18. Patrick Nève (March)
19. Vittorio Brambilla (Surtees)

Pole: James Hunt (McLaren) 1’40”863
Snelste ronde: Ronnie Peterson (Tyrrell) 1’51”854

 

WK-stand:

Rijders:
Lauda 72, Andretti 47, Scheckter 46, Reutemann 36, Hunt 31, Mass 21, Nilsson 20, Laffite 16, Jones 16, Stuck 12, Fittipaldi 11, Depailler 10, Watson 9, Peterson 7, Pace 6, Brambilla 5, Regazzoni 5, Tambay 3, Zorzi 1, Jarier 1

Constructeurs:
Ferrari 89, Lotus 62, McLaren 47, Wolf 46, Brabham 27, Shadow 17, Tyrrell 17, Ligier 16, Fittipaldi 11, Ensign 8, Surtees 5, ATS-Penske 1

 

Wordt vervolgd…

By SDG