Klantenauto’s in de Formule 1.

De oudere F1-fan kan zich nog wel heugen dat een potentiële F1-teambaas bij Lola, March Engineering of van een armlastige Formule 1-team een auto kon kopen. Een vrachtwagen, camper en een dertigtal monteurs en technici erbij en meneer [of mevrouw] mocht zich Formule 1-teambaas noemen.

Deze zaken waren in ver verleden heel normaal in de wereld van de Formule 1.

Begin jaren tachtig maakte Bernie Ecclestone daar een eind aan. Hij bood elke deelnemer, die zelf de auto bouwde, een deel van de televisie-inkomsten. Dat was het begin van een technologische wapenwedloop, die maar met moeite door de FIA kon worden bedwongen. Of juist helemaal niet.

In de huidige Formule 1 moet elk team haar eigen auto bouwen. Toch lijken de grote teams er wel oren naar te hebben, om het fenomeen van weleer nieuw leven in te blazen. In de paddock gaat daarom het gerucht, dat de grote teams daarom de kleine teams uit de Formule 1 willen dwingen.

Zo zouden zij hun handen vrij krijgen om klantenauto’s te bouwen en te verkopen aan derden. De huidige kleinere teams zijn fel tegen het gebruik van klantenauto’s. Immers zou een team dat gebruik maakt van een topauto, hen meteen voorbij streven met een minimum aan investeringen.

Er zit een luchtje aan dit bericht, zegt u? Dat kan. Natuurlijk wordt het een en ander aangestuurd door meneer Ecclestone.

Bernie Ecclestone is immers geen voorstander van de invoering van een budgetlimiet. Sauber en Lotus lieten in de lente van 2012 doorschemeren wel wat voor een grens aan de uitgaven te voelen, maar de commerciële baas van de Formule 1 geeft de voorkeur aan klantenauto’s! Een mogelijke oplossing is om kleinere teams met een jaar oude klantenauto’s te laten rijden. We nemen daarvoor waarschijnlijk een clausule op in de nieuwe Concorde Agreement., zo sprak Ecclestone in April vorig jaar.

De gesprekken over klantenauto’s en de nabije toekomst van de Formule 1, worden besproken in een zogeheten ‘Strategy Group‘.

Toegelaten tot deze Strategy Group zijn Red Bull, Ferrari, McLaren, Mercedes, Lotus en Williams. Plus de FIA en FOM. Afgelopen maandag had de SG haar eerste bespreking, welk onderwerpen behandelde zoals; bandenleveranciers voor de toekomst, bandentests en kostenbesparingen. Daarnaast werd er gesproken over het leveren van onderdelen aan andere teams door de grotere teams. Plus de mogelijkheden om in de toekomst ook klantenauto’s te leveren.

De kleine teams voelen zich in de steek gelaten. Zo was Bob Fernley van Force India was er niet blij mee, dat de top 5 plus Williams als een van de oudere teams, onderling gingen bepalen over de toekomst van de sport.

Waar men normaal een dubbele agenda houdt, heeft men deze nu geheel aan het zicht ontrokken!, zo begon Fernley tegenover Autosport. Wat zijn hun werkelijke bedoelingen? De top vier wordt beschermt door de hoge gages uit de TV-inkomsten, waar de kleine teams zich bedolven zien door de hoge kosten voor de ontwikkeling van de auto’s en de motoren voor 2014.

Gevraagd naar de terugkeer van de klantenauto, antwoordde Fernley: Op dit moment kun je geen klantenauto leveren. Daarvoor moeten er eerst meerdere van de huidige teams de Formule 1 verlaten. Als de kleine teams failliet gaan vanwege de hoge kosten, kunnen ze hun zin krijgen.

Dat klinkt nogal als een ‘complot‘. In de ‘goede oude tijd’ was er geen limiet qua aantal renstallen. Het nieuwe, zevende Concorde Agreement [2013-2020] voorziet daar waarschijnlijk ook niet in, gezien de voorkeur van Ecclestone voor slechts tien Formule 1 teams.