Een vergooide titel

De eerste race in Japan zal de boeken in gaan als één van de belangrijkste van 1976. Niki Lauda zag door zijn schrikwekkende crash in Duitsland zijn voorsprong in het kampioenschap verdwijnen als sneeuw voor de zon. Er bleven nog slechts 3 van de 31 punten over. Lauda werd alleen kampioen als hij geen vier punten verloor op James Hunt.

Mario Andretti bewees nogmaals zijn talent toen hij zich op polepositie wist te zetten, met James Hunt en Niki Lauda op twee en drie. Op zondag was het echter rampzalig slecht weer. Mount Fuji werd omgetoverd tot één grote waterplas en de mist maakte het er niet gemakkelijker op. Velen vroegen zich af of de race wel gestart zou mogen worden, maar uiteindelijk draaiden ze allemaal wel bij.

Bij de start nam Hunt al snel de leiding over, voor Watson en Andretti. Lauda, één van de coureurs die niet wilde starten en absoluut geen fan van de regen, verdween al snel in het middenveld. Na de tweede ronde was het wereldkampioenschap dan ook beslist. Lauda had zijn ongeluk nog vers in het geheugen en reed de pits in. Weg race, weg wereldtitel.

Maar zoals het altijd gaat veranderen de omstandigheden pas als het kwaad al geschied is. De regen stopte, de mist trok weg en de zon begon zowaar te schijnen. Aan kop kon niemand Hunt echt bedreigen voor de zege, ondanks dat de Engelsman niet echt kon wegrijden van het veld

Depailler en Andretti slaagden erin om op het opdrogende circuit Hunt voorbij te gaan. Hunt wist dat hij nu nog maar als vierde moest finishen om wereldkampioen te worden, maar al snel kwam de twijfel. Depailler kreeg een bandenprobleem en moest de pits in om die te laten vervangen. Ook Hunt kreeg af te rekenen met hetzelfde probleem, en beide heren kwamen achter Jones en Regazzoni terecht terwijl Andretti aan de leiding wegreed.

Ze slaagden er toch nog in om die plaatsen goed te maken en Andretti won met een ronde voorsprong op Depailler. James Hunt finishte als derde met de gedachte dat hij de wereldtitel verloren had, maar hij was fout. De Engelsman had één puntje meer dan Lauda. Ferrari won het constructeurskampioenschap maar dat was slechts een schamele troost.

Had Lauda in het ziekenhuis gebleven, dan hadden we tenminste met eer verloren in plaats van met de staart tussen de benen! bromde Enzo Ferrari.

Een tragisch ongeval

De race van 1977, opnieuw in Fuji. Net zoals het jaar voordien nam Andretti de polepositie voor Hunt, Watson en Stuck. Lauda was met nog drie races te gaan al kampioen geworden en hield het tijdens de twee laatste races voor bekeken, hij was niet tevreden met de komst van Gilles Villeneuve.

Diezelfde Villeneuve reed in Japan zijn tweede race voor Ferrari. De onervaren Canadees start pas als twintigste maar klimt op tot een vijftiende plaats, achter Peterson. Een ervaren coureur zou zijn tijd afwachten, maar dat is Gilles zijn mentaliteit niet.

De Canadees plaatst zijn inhaalmanoeuvre op het einde van de rechte lijn van start-finish, met rampzalige gevolgen. Hij raakt het achterwiel van de Tyrrell en werd gelanceerd. De snelheid lag boven de 200 kilometer/uur en enkel de bandenmuur kon de Ferrari afremmen maar hij werd wel over de muur gekatapulteerd.
De Canadees kwam ongedeerd uit de crash, maar zijn Ferrari kwam aan de andere kant van de hekken terecht en sleurde enkele mensen mee. Volgens sommige bronnen zouden het negen doden zijn geweest, volgens anderen ‘slechts’ een marshall en een fotograaf. Dit ongeluk zorgde er mee voor dat de Formule 1 niet meer terugkeerde naar Fuji.

This town ain’t big enough for the both of us

Na 1977 verdween Japan opnieuw van de kalender, tot men in 1987 naar het nieuwe Suzuka trok. Alain Prost en Ayrton Senna zitten elkaar al een jaar in de haren. Senna was kampioen in 1988 en in 1989 leek Prost op zijn derde titel af te stevenen. Met de aankomst in Japan, de voorlaatste race van het seizoen, had Prost zestien punten meer dan de Braziliaan. Senna moest winnen wou hij nog een kans maken op de wereldtitel.

Senna startte op polepositie voor Prost, Berger en Mansell. Prost nam bij de start de leiding over en kon een gat van vijf seconden slaan, maar halverwege de race begon Senna terug terrein te winnen. In de veertigste ronde was er nog slechts een seconde verschil tussen de Fransman en de Braziliaan. Prost was beter op de rechte stukken terwijl Senna terrein goed maakte in de bochten. In de 46ste ronde zag Senna een gat bij het aanremmen voor de chicane.

Prost, die naar eigen zeggen zijn teamgenoot niet zag, stuurde in. Beide McLaren’s haakten in elkaar en gleden op de uitloopstrook. Prost stapte meteen uit, Senna bleef zitten. De Braziliaan kon met enige hulp van de marshalls zijn motor terug starten en reed verder. Met een beschadigde voorvleugel rijdt hij even langs de pits en komt vijf seconden achter Nannini weer buiten. Het duurt niet snel eer de Italiaan er aan is voor de moeite en Senna wint.

Doch, dat denkt iedereen. Want wie verschijnt er op het podium als winnaar … Alessandro Nannini. Senna is na de race gediskwalificeerd wegens het afsnijden van de chicane. McLaren gaat in beroep maar de diskwalificatie blijft en Senna krijgt daar bovenop nog eens een boete van €70.000 en een voorwaardelijke schorsing van zes maanden. Toch was het ironisch genoeg één van de beste races van Senna. For the record: tweede en derde werden Patrese en Boutsen.

Titels, Titels en wraak voor een verloren titel

Een jaar na 1989 is het opnieuw grand bazaar in Suzuka met opnieuw Senna en Prost. Opnieuw is de wereldtitel de inzet, al zijn de rollen nu omgedraaid. Wint Senna is hij wereldkampioen, en daar wilt hij dan ook alles voor doen. Letterlijk alles. Voor de race roept hij, met 1989 nog vers in het geheugen: Als het moet om wereldkampioen te worden, ram ik hem van de baan! … en dat gebeurde ook.

Senna start met z’n McLaren op de vuile strook, Prost in z’n Ferrari op de propere lijn en die komt dan ook beter weg. In de eerste bocht rijden beide heren naast elkaar, Prost stuurt in, Senna niet. De Braziliaan en de Fransman raken elkaar en liggen er al na één bocht uit. Senna is wereldkampioen, Prost is een woedende vice-kampioen.

We schrijven 8 oktober 2000. Na een periode van 21 jaar wachten vieren de tifosi terug feest. Michaël Schumacher wint de race voor Mika Häkkinen en wordt daarmee voor de derde maal wereldkampioen. Hij is de eerste Ferrari-coureur sinds Jody Scheckter die daarin slaagt. Het is het begin van een lange en schitterende periode voor Schumacher en Ferrari, waarbij ze bijna alle records kunnen verbreken. Ten nadele van de concurrentie en, jammer genoeg, de populariteit van de sport.
Opnieuw Suzuka, 9 oktober 2005. De 130R is een jaar nadien hertekent, evenals de laatste, wereldberoemde chicane. Kimi Räikkönen kende opnieuw veel pech en moest starten van op een zeventiende plaats. De McLaren is veruit de snelste wagen van het pak dat jaar en dat bewijst hij hier nogmaals.

Na de eerste ronde rijdt hij twaalfde, na de tiende rijdt hij op plaats negen en halverwege de race rijdt hij zelfs al tweede! Na zijn pitstops valt hij wat terug maar tegen het einde van de race rijdt de Fin op kop. Na een late tweede stop valt hij terug naar de tweede plaats, maar opgeven wil hij niet. Giancarlo Fisichella, de leider op dat moment, verliest per ronde bijna twee seconden en dat zint teambaas Briatore niet.

Räikkönen nadert en met nog twee ronden te gaan hangt de Fin onder de achtervleugel van Fisichella. Bij het ingaan van de voorlaatste ronde gaat Räikkönen er voor: Fisichella kiest op de rechte lijn van start-finish de binnenkant, Räikkönen gaat buitenom en wint.

By peter