Sinds eind 2006 mogen de formule 1-teams niets meer veranderen aan hun motoren. De duur van deze periode zou aanvankelijk 10 jaar worden, maar het is duidelijk dat zoiets in deze tijden van groene technologie niet realistisch is. Uiteindelijk werd een periode van 5 jaar afgesproken, en wat er daarna komt, is een groot raadsel.

Volgens onze collega’s van GrandPrix.com zal de Amerikaanse IRL-klasse in 2011 overschakelen op turbomotoren. Een koerswijziging die de F1 ook wel eens zou kunnen volgen, vinden ze.

Het plan is namelijk om turbomotoren te gebruiken met een kleine cilinderinhoud. Een jaar geleden werd aan het gerenommeerde Massachusetts Institute of Technology (MIT) zo’n motor ontwikkeld. Door middel van directe brandstofinjectie en gebruik makend van een mengeling van benzine en ethanol evenaart deze de prestaties van een moderne hybride-motor. En dat voor een fractie van de kosten.

Aangezien de formule 1 de testbank is voor onze personenwagen van de toekomst, staat het als een paal boven water dat er F1-constructeurs zullen zijn met een serieuze interesse voor dit nieuwe concept. De autofabrikanten moeten namelijk (aangedreven door de komende EU-normen) streven naar betaalbare, CO2-arme technologie.

Een turbomotor gebruikt overbodige energie uit de uitlaat voor de aandrijving van de motor. Dit zorgt voor een hoger vermogen. Een directe brandstofinjectie zou bovendien het brandstofverbruik (en dus de CO2-uitstoot) drastisch moeten verlagen, net als het feit dat een kleinere motor simpelweg een pak minder weegt.

Eind jaren ’70 introduceerde Renault de eerste turbomotor in de formule 1. Jaren later werden pieken van 1500pk bereikt met de helft van de cilinderinhoud die we vandaag hebben. Eind jaren ’80 werden turbomotoren uit veiligheidsoverwegingen verboden.

By peter