Zondag 23 mei 2004. In het kleine prinsdom Monaco aan de Azurenkust maakt met zich op voor de jaarlijkse doortocht van het Formule 1-circus. De prestigieuze race op het stratencircuit is de zesde wedstrijd van het lopende seizoen, een seizoen dat tot nu toe in twee worden omschreven kan worden: ‘Michael Schumacher’.

Waar de Duitse Ferrari-kopman in 2003 pas in de slotrace zijn zesde titel – een record – wist veilig te stellen, lijkt het in 2004 niet zozeer de vraag óf hij een zevende titel aan zijn palmares zal toevoegen, maar wanneer dit zal gebeuren. Schumi is ongenaakbaar en wint de eerste vijf wedstrijden van het seizoen op rij. Trouwe teamgenoot Rubens Barichello zorgde bovendien al mee voor drie dubbelzeges. Het is al lang duidelijk: voor wie geen Ferrari-fan is, wordt 2004 wederom een maat voor niets.

Niettemin broeit er achter de Scuderia iets. Williams-BMW en McLaren-Mercedes, de gedoodverfde tegenstanders van Ferrari, zijn aan het seizoen op een teleurstellende manier begonnen. Het zijn verrassend outsiders BAR-Honda en Renault die zich voorlopig als ‘best of the rest’ opgeworpen hebben en verwoede pogingen doen om aan de tafelpoten van Ferrari te zagen. En niet helemaal zonder succes: Jenson Button (BAR) pakt in Imola de pole, terwijl Jarno Trulli (Renault) in Spanje in de beginfase aan de leiding rijdt. Maar een zege, dat is nog wat anders.

In de kwalificaties in Monaco zijn het hoe dan ook verrassend beide piloten die de dienst uitmaken en de eerste startrij veroveren. Voor Trulli is het zelfs de eerste pole uit zijn carrière. Tweede Renault-coureur Fernando Alonso rijdt de derde tijd, waardoor Michael Schumacher pas als vierde op de startgrid staat. Kimi Räikkönen (McLaren) en Rubens Barrichello (Ferrari) bezetten de derde startrij.

Bij de opwarmronde op zondag raakt Olivier Panis (Toyota) niet weg van zijn startplaats; hij zal de race aanvangen vanuit de pitstraat, die dit jaar in Monaco een grondige facelift gekregen heeft. In- en uitgang bevinden zich voortaan achter de pitboxen, waardoor men de pitstraat tevens iets breder heeft kunnen maken.

Trulli neemt een perfecte start, terwijl Alonso Button heeft kunnen verschalken. De verrassing komt echter van tweede BAR-coureur Takuma Sato, die middels een wereldstart van de zevende naar de vierde plaats oprukt. In het geharrewar in de eerste ronde strandt Christian Klien (Jaguar-Cosworth) in de Loews-haarspeldbocht in de vangrails. De crash van de jonge Oostenrijker heeft een duur staartje: ter promotie van de film ‘Oceans 12’ is op de neus van de Jaguar een diamant ter waarde van honderdduizend dollar bevestigd. Het kleinood raakt los bij de crash en wordt nooit meer teruggevonden.

 

Vooraan kan Takuma Sato niet lang genieten van zijn geweldige start. Al in de tweede ronde hangt er een rookpluim achter de BAR en begint de auto duidelijk vermogen te verliezen. Tot aan de Tabac-bocht kan de Japanner de achtervolgers ophouden, waar de Honda-motor het met een indrukwekkende blow-up begeeft. Het rookgordijn dat hierbij opgeworpen wordt beperkt het zicht voor de achterliggers tot nul, wat volledig misgaat wanneer Giancarlo Fisichella (Sauber) achterop bij David Coulthard (McLaren) inrijdt. De Sauber wordt over de McLaren gekatapulteerd en komt ondersteboven tegen de vangrails tot stilstand.

Iedereen komt met de schrik vrij, doch om de brokstukken veilig te kunnen opruimen moet de safetycar uitrukken. Eenmaal het veld terug losgelaten wordt, leidt Trulli voor Alonso, Button, Michael Schumacher en Räikkönen. De Fin zal vooraan na een derde van de race wegvallen met motorpech; het rampseizoen van McLaren blijft voorlopig voortduren. Het team van Ron Dennis heeft na zes wedstrijden vijf schamele puntjes gescoord.

Bij de eerste serie pitstops kan Schumacher Button verschalken, voor de rest verandert er vooraan niet veel. Iets na halfweg zal de race door twee incidenten echter in zijn definitieve plooi vallen. Eerst crasht Alonso midden in de tunnel in de vangrails wanneer hij om de traag rijdende Ralf Schumacher (Williams) te ontwijken van de ideale lijn af moet en op het vuile baangedeelte in een spin geraakt. De Renault glijdt langs de vangrails de tunnel uit en de safetycar moet een tweede keer uitrukken.

Doordat Trulli en Button van de safetycarfase profiteren om hun tweede stop te maken, is Michael Schumacher nu koploper, met in zijn kielzog de ondertussen gedubbelde Juan-Pablo Montoya (Williams). Wanneer de lichten bovenop de safetycar uitgaan – het teken dat de wedstrijd bij de volgende doortocht hervat zal worden – besluit Schumacher in de tunnel even in de remmen te gaan om deze op te warmen. Dit is echter zonder Montoya gerekend, die zich hierop compleet verkijkt en de Ferrari in de vangrails ramt. Met een gebroken linkerophanging vooraan komt Schumi de tunnel uitgerold.

 

 

Voor het eerst dit seizoen zal de Formule 1 een andere winnaar krijgen. En het ziet er goed uit voor zowel Trulli als Button: één van beiden zal vandaag zijn eerste zege behalen. Beiden maken er in de slotronden nog een gesmaakt duel van, maar Trulli, die het voordeel van de koppositie heeft, laat zich niet meer betrappen op een fout. De Italiaan, die in het verleden al zo vaak getroffen werd door het pechduiveltje, heeft eindelijk eens het geluk aan zijn zijde en wint zo zijn eerste Grote Prijs.

Button finisht vlak na hem als tweede, Rubens Barrichello vervolledigt het podium, zij het op bijna een volle ronde van het leidende tweetal. Montoya, Felipe Massa (Sauber), Cristiano da Matta (Toyota), Nick Heidfeld (Jordan) en Olivier Panis pakken de laatste punten. Voor Toyota en Jordan is het trouwens pas de eerste puntenscore van 2004. In de WK-stand blijft Michael Schumacher ondanks zijn uitvalbeurt riant op kop: hij heeft nog steeds 12 punten voorsprong op teamgenoot Barrichello, Button en Trulli volgen op respectievelijk 18 en 19 punten.

Jarno Trulli is echter de onbetwiste held van de dag. De Italiaan lijkt eindelijk het momentum te pakken te hebben, doch in enkele wedstrijden zal het elan helemaal verloren gaan. In Frankrijk verliest hij in de allerlaatste bocht nog de derde plaats aan Barrichello, terwijl hij in Groot-Brittannië zwaar uit de race zal crashen. De relatie met teambaas Flavio Briatore verzuurt zienderogen, in die mate zelfs dat de Italiaan nog voor het einde van het seizoen aan de deur gezet zal worden. Het is teamgenoot Fernando Alonso die het laken bij Renault helemaal naar zich zal toetrekken, met twee wereldtitels in 2005 en 2006 als resultaat. Voor Trulli zal het voor altijd bij die ene zege blijven.

By SDG