Op deze dag wordt Keijo ‘Keke’ Rosberg geboren, de wereldkampioen van 1982 en de vader van huidig Formule 1-rijder Nico Rosberg. Hoewel hij in het Zweedse Solna geboren wordt, groeit hij op in Finland en heeft hij de Finse nationaliteit.

Rosberg begint pas op late leeftijd met autoracen. Hij is al 29 jaar wanneer hij, na enkele jaren Formule 2, Formule Super Atlantic en Formule Super Vee, in 1978 met het Theodore-team zijn eerste voorzichtige stapjes in de Formule 1 kan zetten. Hij zorgt echter meteen voor sensatie door in een niet voor het wereldkampioenschap meetellende race op Silverstone in bijzonder slechte weersomstandigheden prompt de zege te behalen, nadat hij eerder in Zuid-Afrika zijn officiële debuut maakte. In het echte wereldkampioenschap zijn de resultaten iets minder tot de verbeelding sprekend, met een tiende plaats op Hockenheim als beste resultaat. Het team heeft het niet gemakkelijk; het eigen chassisontwerp wordt na een tijdje vervangen door een overjaarse Wolf en het neemt bovendien niet aan alle races deel; Rosberg rijdt in de tussentijd dan ook nog enkele races voor ATS.

Bij de aanvang van 1979 staat de Fin werkloos aan de kant en keert hij voorlopig terug naar de Formule 2. Vanaf de Franse Grote Prijs kan hij echter instappen bij Wolf, waar hij de plotseling gestopte oud-wereldkampioen James Hunt zal vervangen. Wolf is in 1979 echter nog maar een schim van het team dat twee jaar eerder met Jody Scheckter zijn allereerste GP-deelname meteen zegevierend afsloot en als tweede finishte in het kampioenschap. Terwijl Scheckter nu met Ferrari naar de wereldtitel snelt, rijdt Rosberg, afgezien van een degelijke wedstrijd op Zandvoort, met de Wolf doorgaans anoniem in het middenveld rond en er worden geen WK-punten gescoord. Aan het eind van het seizoen houdt Wolf dan ook op te bestaan; het fusioneert met Fittipaldi, nog een team dat een rampzalig seizoen beleefde. Rosberg kan mee verhuizen naar het nieuwe fusieteam en krijgt zo oud-wereldkampioen Emerson Fittipaldi naast zich. 1980 begint onder een goed gesternte: zowel Keke als Emerson pakken een derde plaats in respectievelijk de seizoensopener in Buenos Aires en Long Beach, maar door het hoge aantal uitvallers in beide races is hier wel het nodige geluk mee gemoeid. Deze beide toevalstreffers worden dan ook in de rest van het seizoen niet meer geëvenaard; enkel op Imola aan het eind van het Europese seizoen weet Rosberg met een vijfde plaats nog eens in de punten te rijden. Aan het eind van het seizoen houdt Emerson de Formule 1 voor bekeken, zodat Rosberg in 1981 kopman bij het team wordt. Het wordt een jaar om snel te vergeten. Noch de Fin, noch zijn nieuwe Braziliaanse teamgenoot Chico Serra kunnen punten scoren. Niettemin blijven de prestaties van Rosberg, (o.a. in Brazilië rijdt hij een fraaie wedstrijd in de regen) hoe bescheiden ze ook zijn, niet onopgemerkt bij de topteams.

Wanneer oud-wereldkampioen Alan Jones eind 1981 de helm aan de wilgen hangt, biedt er zich voor de Fin dan ook een gouden kans aan wanneer hij door Frank Williams vastgelegd wordt voor 1982, als tweede piloot naast de Argentijn Carlos Reutemann. Wanneer zijn teamgenoot na twee wedstrijden zelf ook verrassend opstapt, wordt Rosberg plotseling tot kopman gebombardeerd. Intussen heeft hij echter al laten zien dat de keuze van Williams voor hem gerechtvaardigd was, door als tweede te finishen in Brazilië – een resultaat dat hij net als winnaar Piquet echter kwijtspeelt als gevolg van een onreglementaire auto. 1982 wordt een dramatisch seizoen vol zware ongelukken, politieke spelletjes en onbetrouwbare techniek, doch het blijkt één constante factor te hebben: Rosberg. In de Belgische Grote Prijs op Zolder lijkt hij op weg naar een eerste zege, tot hij kort voor het einde nog ingehaald wordt door McLaren-rijder John Watson. Terwijl beide Ferrari-rijders Gilles Villeneuve en Didier Pironi uit de Formule 1 verdwijnen na vreselijke ongevallen, het Renault-duo Alain Prost en René Arnoux ook dit jaar weer voortdurend door de turbotechniek in de steek gelaten worden en de Brabham-BMW van titelverdediger Nelson Piquet nog te zeer onder kinderziekten gebukt gaat om een vuist te kunnen maken, sprokkelt Rosberg met de nodige regelmaat punten en podiumplaatsen en wanneer hij eind augustus, na een zoveelste falen van Renault, op de omloop van Dijon de Grote Prijs van Zwitserland wint en zo voor de eerste keer zegeviert in de Formule 1, is hij ineens topfavoriet voor de wereldtitel. In de slotrace in Las Vegas laat hij zich de kaas niet meer van het brood eten; zijn enige overgebleven concurrent John Watson, die de race moet winnen, finisht als tweede, terwijl Rosberg als vijfde over de streep komt en zo aan alle twijfel een eind maakt: hoewel de atmosferische Ford Cosworth-motor in 1982 het op pure kracht ver moet afleggen tegenover de turbo’s, zorgt zijn betrouwbaarheid ervoor dat de turbo’s nog één keer verslagen kunnen worden. Keke Rosberg, die in 1982 slechts één overwinning behaalt en het jaar voordien nog puntenloos eindigde, werd aan het begin van het seizoen niet tot de kanshebbers voor de titel gerekend, maar is nu de eerste Finse wereldkampioen uit de geschiedenis.

In 1983 blijft Rosberg bij Williams, waar hij de Franse veteraan Jacques Laffite als teamgenoot krijgt. Al snel is echter duidelijk dat de verrassing van 1982 zich niet meer zal herhalen: de turbowagens zijn te snel geworden en hebben intussen ook voldoende betrouwbaarheid ontwikkeld om eindelijk een gooi te doen naar de wereldtitel. Williams heeft ondertussen al een deal met Honda gesloten voor de levering van turbomotoren vanaf 1984, maar in 1983 dient het zich nog een jaar lang te rooien met de oude atmosferische Cosworth. In Monaco behaalt Rosberg niettemin een prestigieuze overwinning door in de regenachtige beginfase dankzij de juiste bandentactiek een beslissende kloof te slaan, maar het is zijn enige trofee van het jaar, een zege in de niet voor het WK meetellende Race Of Champions op Brands Hatch niet meegerekend. In de eerste seizoenshelft weet de wereldkampioen nog aardig wat punten te scoren, maar wanneer in de zomermaanden de snelle en turbovriendelijke Europese circuits eraan komen, zakken de atmosferische teams weg naar de buik van het peloton. Pas in de slotrace in het Zuid-Afrikaanse Kyalami, waar Williams als voorproefje op 1984 al voor de eerste keer de Honda-motor kan inzetten, volgt er met een vijfde plaats opnieuw een puntenfinish. Rosberg sluit het seizoen uiteindelijk als vijfde af.

Het seizoen 1984 begint hoopvol, wanneer Rosberg meteen als tweede finisht bij de seizoensopener in Rio. Doch de combinatie Williams-Honda blijkt nog niet opgewassen tegen vooral de McLaren-Porsche’s van Alain Prost en Niki Lauda, die het seizoen volledig domineren en ook als beste kunnen omgaan met de nieuwe reglementen, waarbij bijtanken in de race voortaan verboden is. McLaren wint maar liefst twaalf van de zestien races en Lauda pakt zijn derde wereldtitel, terwijl de Williams te zwaar is en ook nog steeds gebukt gaat onder een gebrekkige betrouwbaarheid. Enkel in de straten van Dallas is Rosberg de beste; op de bochtige en langzame omloop wordt de handicap van de auto afdoende gecompenseerd. Het is meteen ook de allereerste zege voor de Honda-turbomotor in de Formule 1. De Fin, die zich tevens een reputatie als onverbeterlijke kettingroker eigen gemaakt heeft, weet in de resterende zeven races echter geen punten meer te scoren en finisht pas als achtste in de eindstand van het WK.

In 1985 lijkt de Williams-Honda eindelijk op toeren te komen, al laat de betrouwbaarheid vooral in de eerste seizoenshelft nog vaak te wensen over; de resultaten van Rosberg en zijn nieuwe teamgenoot Nigel Mansell zijn dan ook helemaal niet in overeenstemming met hun prestaties. Aan het begin van de zomer is er echter een opleving in de vormcurve, waar Rosberg van profiteert door in de straten van Detroit de Amerikaanse Grote Prijs te winnen en vervolgens op het snelle Franse Paul Ricard-circuit als tweede te finishen. Tussen beide wedstrijden door is er ook nog een blijde gebeurtenis op persoonlijk vlak, wanneer hij op 27 juni vader wordt van een zoon die luistert naar de naam Nico. Bij de Britse Grote Prijs op Silverstone onderstreept Keke vervolgens de snelheid die de combinatie Williams-Honda inmiddels ontwikkeld heeft door een fabelachtig kwalificatierondje met een gemiddelde snelheid van meer dan 160 mijl (258,9 km) per uur te rijden, een snelheidsrecord voor de Formule 1 dat tot in 2001 zal standhouden. Nadien is het weer enkele races kommer en kwel, maar tegen het eind van het seizoen heeft Honda eindelijk de betrouwbaarheid volledig onder de knie en Williams is nu niet meer te stoppen, met drie overwinningen op rij: de eeuwige belofte Mansell behaalt op Brands Hatch en Kyalami eindelijk zijn eerste zeges en de slotwedstrijd in het Australische Adelaide is voor Rosberg, die dankzij een ferme eindspurt nog derde wordt in de eindstand van het WK.

De opleving van Williams komt te laat voor de Fin, want nog in de zomer van 1985 tekent hij bij McLaren een contract voor 1986, waar hij de afscheidnemende Niki Lauda zal vervangen. Doordat Alain Prost eind 1985 de titel pakt, zal het team van Ron Dennis in 1986 zo over twee wereldkampioenen beschikken. Alras blijkt dat Rosberg op het verkeerde paard gewed heeft: waar Williams-Honda met de nu helemaal open gebloeide Nigel Mansell en tweevoudig wereldkampioen Nelson Piquet uitgroeit tot het te kloppen team, weet McLaren zijn superioriteit van de voorbije twee jaar niet langer te bestendigen. Bovendien heeft Rosberg het niet onder de markt met de nieuwe brandstofreglementen, die voor 1986 een verdere inkrimping van de maximaal toegestane hoeveelheid benzine aan boord voorzien (van 220 naar 195 liter). Dit alles is helemaal op maat gesneden van de strategische, berekende rijstijl van Prost, doch de doordouwer Rosberg weet er zich geen raad mee. Meermaals moet hij aan het einde van een race gas minderen en zo een mooi resultaat uit handen geven omdat hij zonder benzine dreigt te vallen en enkele keren haalt hij zelfs de finishlijn helemaal niet omat hij droog komt te staan (o.a. in Imola en Hockenheim). Rosberg, die enkel in Monaco met een tweede plaats na Prost op het podium mag plaatsnemen, verliest er zijn motivatie en zijn zin in het racen door. Het tragische ongeluk van Elio de Angelis is de spreekwoordelijke druppel en reeds in de zomer van 1986 kondigt hij zijn afscheid van de Formule 1 aan het eind van het jaar aan. In Adelaide wil hij nog één keer schitteren, doch een waardig afscheid is hem niet gegund: net als Mansell probeert hij in leidende positie op één enkel setje banden de race uit te rijden, wat hen beiden zuur opbreekt wanneer ze door een klapband uit de race verdwijnen. Prost, die wel banden ging wisselen, erft zo de leiding en de zege en volgt in extremis zichzelf op als wereldkampioen met 72 punten (voor Mansell met 70 en Piquet met 69), terwijl zijn teamgenoot als zesde in de eindstand slechts 22 punten scoort. De cijfers in het onderlinge duel tussen de beide wereldkampioenen zijn hard en overduidelijk.

Keke Rosberg zegt na 114 Grote Prijzen, vijf zeges en één wereldtitel de Formule 1 vaarwel, doch het betekent niet het einde van zijn autosportloopbaan. In 1989 neemt hij deel aan de 24 Uren van Francorchamps en nadien is hij ook actief in sportwagenraces. Daarnaast is hij nog enkele jaren succesvol in de DTM, waar hij uiteindelijk een eigen team zal opzetten. Ook wordt hij manager van andere Finse coureurs als JJ Lehto en Mika Häkkinen en uiteindelijk ook van zijn eigen zoon Nico, die hij vanaf 2006 zo de Formule 1 in loodst.

kekerosbergfileprofilef.jpg

Grote Prijs van Las Vegas 1982: Keke Rosberg is wereldkampioen Formule 1

By SDG