Het circuit van Imola zal onlosmakelijk verbonden blijven met de naam Ayrton Senna. Zijn dood op 1 mei 1994 heeft de ziel van de F1 voor eeuwig geschroeid. Uit onderzoek blijkt dat enkele rijders die zondag in Imola in actie komen, juist hun leven te danken heeft aan de tragedie rond de Braziliaanse coureur.

Wonderen bestaan niet.

Zeker niet in de Formule 1, waar de dood steevast als bijrijder plaatsneemt in de cockpit. Sinds 1950 het debuutjaar van de F1, hebben 27 coureurs in hun verwrongen bolides de dood gevonden. De Argentijn Onofre Marimon was in de GP van Duitsland in 1953 de eerste.
Ayrton Senna was in 1994 voorlopig de laatste.

Tussen 1963 en 1983 kwamen maar liefst vijftien rijders om het leven. In de twee daaropvolgende decennia nog slechts twee. De F1 schijnt zo veilig te zijn als nooit tevoren.

Toch zijn er de afgelopen jaren nog wel wat horror crashes geweest. Fernando Alonso en Mark Webber kunnen er over meepraten.

Zes jaar geleden ontsnapten ze in Brazilië aan een wisse dood, toen ze hun auto’s met een snelheid van 300 kilometer p/u de betonnen muur schampten en als ongeleide projectielen over de baan tolden.

Zou de veiligheidsstandaard nog dezelfde zijn geweest als tien jaar geleden, dan waren beiden nu waarschijnlijk morsdood geweest.

Hetzelfde geldt voor bv Michael Schumacher die in 1999 op Silverstone zonder remmen in de bandenmuur vloog, voor Luciano Burti die in Hockenheim 2001 gelanceerd werd toen hij de achterkant van Schumacher ramde en voor Takumo Sato die in Oostenrijk 2002 op volle snelheid in de Sauber van Heidfeld raasde.

Maar ook Jos Verstappen mag van geluk spreken.
De Limburger ging tijdens de GP van België in 1996 keihard van de baan toen een wielmoer van zijn Arrows Hart het had begeven. Hij werd met slechts licht hoofdletsel naar het ziekenhuis vervoerd en was twee weken later weer van de partij.

Verstappen, De hoge cockpitranden hebben mij gered. Het was een enorme klap. Ik denk en hoop dat ik in mijn loopbaan nooit meer zo’n crash zal meemaken.

Veiligheid in de Formule 1 met hoofdletters geschreven.

De breedte van de gordels werd aangepast (van twee naar drie cm.), er kwam een nekbescherming in de auto waardoor minder krachten vrij spel hebben op het hoofd, het “confor”-schuim dat bij een botsing verandert in energie absorberende kogeltjes deed zijn intrede.

Daarnaast verschenen er hogere zijwanden aan de auto, werden de crashtest voorschriften verscherpt en is het HANS systeem geïntroduceerd. Dankzij al deze veiligheidsmaatregelen komen de meeste coureurs met de schrik of hooguit enkele zware kneuzingen vrij.

Volgens berekeningen van de FIA, die alle crashes onderzoekt, danken al zeker negen coureurs hun leven aan de nieuwe reglementen. Twee jaar geleden werden we opgeschrikt door de crash van Robert Kubica, vorig jaar nog door die van Heikki Kovalainen.

Een ongeval als dat van Alonso of Webber in Brazilië had je vroeger niet overleefd. Dat is het commentaar van Niki Lauda. Zelf in het gezicht getekend na een bijna dodelijke crash. Dat de coureurs er tegenwoordig zo genadig van afkomen, dat is te danken aan de cockpit, dat is een overlevingscel geworden.

De dood van Senna heeft de F1 pas echt een geweten gegeven.
Het wrange is dat uitgerekend voor een van ‘s werelds allerbeste coureurs dit alles te laat kwam. Met een auto van de huidige generatie had Senna zijn crash zeer waarschijnlijk overleefd.

By peter