Wat heb ik afgelopen zondag met verbazing zitten kijken naar de race in Singapore. Niet omdat de race zo spectaculair was, maar wel wat voor prestatie Vettel wist neer te zetten. Laat ik voorop stellen dat ‘Seb’ niet mijn voorkeur heeft. Het is een column dus ik kan eerlijk toegeven dat mijn favoriet Fernando Alonso is. Waarom? Omdat zijn rijstijl mij fascineert: de slimmigheidjes, wat hij uit een auto haalt die niet 100 procent is, dat vind ik onwijs knap. Laten we ook niet vergeten dat de beste man al twee keer de titel op z’n naam wist te schrijven.

Genoeg over Alonso, terug naar Sebastian. Bij de start stond hij een kleine 200 meter onder druk van z’n landgenoot Nico Rosberg, maar na hem even op z’n plek te hebben gezet, was het voor de Red Bull-coureur een kwestie van wegrijden. Ongestoord en hard. Geen enkele keer stond de Duitser onder druk. Ik wachtte op een crash, waar een stratencircuit soms te veel van heeft, nu viel het tegen. Tot ik het beeld zag van Ricciardo die z’n auto in de muur had geparkeerd. ‘YES’, dacht ik. Dit moet een safety car worden en dat werd het. Zo, het hele veld weer op één hoop. Snel aangepaste strategieën. De ene coureur met halfgare banden, de andere coureur met verse banden. We beginnen weer van voor af aan. Dit hebben we vaker gezien in Singapore, een crash, safety car en een enorm gave tweede helft van de race.

‘Safety car in this lap’, stond er onder in beeld. Na een lig houding te hebben aangenomen op de bank, vanwege de saaiheid, ging ik toch maar weer rechtop zitten. Ik was er klaar voor. Het veld weer los, en gás. Daar kwamen de eerste rondetijden door. En nee hé, m’n bek viel wéér open. Vettel liet het hele veld binnen één ronde, binnen ÉÉN ronde(!!) alweer achter zich. Hij stampte rondetijden uit de grond die 2,5 seconden sneller waren dan de nummer 2. En het gat werd groter en groter. De voorsprong was aan het einde van de race een halve minuut ten opzichte van Fernando Alonso. Het voelde een beetje als het Schumacher-tijdperk, die soms bijna het complete veld op een ronde wist te zetten. Dat vond ik saai. Zelfs zo erg dat ik het seizoen van 2005 voor een groot gedeelte heb overgeslagen, net het jaar dat de Formule 1 een andere kampioen kreeg. En dat gevoel heb ik nu weer, het had mij niet uitgemaakt of het signaal weg zou vallen of dat mijn televisie zou ontploffen. Het irriteerde me op dat moment, maar ergens vond ik het weer erg knap.

En waar Vettel over het circuit vloog, ging Webber z’n race letterlijk in vlammen op. Weer gebeurde het bij hem, weer had hij een probleem. Waarom niet Vettel?! Het lijkt wel of Webber z’n auto gewoon minder is. Los van dat, Mark kan absoluut niet het tempo van z’n teamgenoot bijbenen. En dan de podiumceremonie, dat boe-geroep. In Spa kwam het door een idioot van Greenpeace die van het dak af kwam abseilen, in Monza snap ik het door de Ferrari-aanhang. Maar in Singapore begreep ik er helemaal geen fluit van, het was ook goed dat Martin Brundle vroeg er mee op te houden. Waar gaat het heen? Er is een prestatie neergezet waar je respect voor moet hebben, ook al vind je het saai. Wat dat ventje uit Heppenheim doet is gewoon grandioos. Die heeft de wereldbeker met één hand vast. Ik wijd niet uit over de eventuele redenen van de dominantie van Vettel, al ben ik van mening dat Pirelli wel een invloed heeft gehad. Klein beetje maar hoor..

Wat mij betreft mag het seizoen snel afgelopen zijn. Ik ben klaar voor 2014, nieuwe motoren staan in de planning en in principe kan elk team ineens vooraan staan volgend jaar. Tuurlijk, budget helpt zeker mee bij de ontwikkeling. Maar een slimme engineer gaat het verschil maken volgend jaar, zoals bijvoorbeeld Adrian Newey. Oh wacht, die zit bij Red Bull. Geintje, het kan natuurlijk alle kanten op gaan. Ook Brawn is z’n slimheid natuurlijk niet verloren. Het enige wat dit seizoen misschien nog kan redden is een leuke strijd om plek twee, tussen Lewis en Nando…

Gastcolumn geschreven door Niels Dijksterhuis.