De allereerste race in Singapore. De allereerste stratenrace in Azië. De allereerste nachtrace ooit. Singapore heeft komend weekend veel te vieren, maar daar blijft het niet bij. Singapore is tevens ook een mijlpaal in de geschiedenis van de Formule 1. Achthonderd races staan er na zondag op de teller. Een mooi moment om eens terug te blikken.
Al voor de Tweede Wereldoorlogen werden enkele races samengevoegd voor de titel “Europees Grand Prix Kampioenschap”. Toen al kwamen enkele grote automobielbonden bij elkaar en stelden ze een voorlopig reglement op voor een heus ‘wereldkampioenschap’. Door de oorlog viel alles stil, maar in 1946 werd de draad weer opgepikt. De Commission Sportive Internationale (CSI), onderdeel van de FIA, noemde het kampioenschap oorspronkelijk Formule A, maar de ‘A’ werd al snel vervangen door ‘1’.
Vanaf 1950 zouden zes Europese races en de Indy500 meetellen voor het wereldkampioenschap. Silverstone kreeg op zaterdag 13 mei 1950 de eer om de allereerste race te zijn. Giuseppe Farina was in zijn Alfa Romeo te sterk, voor teamgenoten Luigi Fagioli en Reg Parnell. Buiten de zes races voor het wereldkampioenschap werden er nog zeventien andere races georganiseerd, maar die telden niet mee.
Vermits het kampioenschap de komende jaren tussen zeven en tien races zou tellen, duurde het elf jaar vooraleer de teller op honderd kwam. Sir Stirling Moss kreeg de eer die jubileumrace te winnen, op 6 augustus 1961 op de Duitse Nürburgring. Nog eens tien jaar later kwam de tweehonderdste er aan. Jackie Stewart, destijds één van de dominante krachten in de Formule 1-wereld, won in 1971 de Grand Prix van Monaco en was op weg naar zijn tweede wereldtitel.
Naarmate de jaren vorderde werden er steeds meer en meer races meegeteld voor het kampioenschap. Waren er in 1950 nog maar zeven, kwam men (pas) in 1973 aan vijftien races. Jarenlang bleef het aantal races schommelen tussen zestien en zeventien. Dat was meer dan genoeg, zo was de algemene mening. Omdat er steeds meer kandidaat-organisatoren kwamen, zag men zich gedwongen enkele races van de kalender te halen. Oostenrijk is daar een goed voorbeeld van, evenals Zuid-Afrika en Mexico in het begin van de jaren ’90. Begin jaren 2000 veranderde die mening. Steeds meer Oosterse landen kregen interesse en stelden zich kandidaat. Bahrein, China, India, Rusland, Singapore en sinds kort ook Zuid-Korea en Abu Dhabi volgden het voorbeeld van Japan en Maleisië.
Dat had als gevolg dat men door de bestaande contracten met andere circuits niet anders kon dan de kalender uit te breiden. Ook mede door het verbod op tabaksreclame waren de Europese races de eerste slachtoffers; Oostenrijk en later ook Imola moesten wijken, Duitsland moest één race per jaar inleveren en zelfs Spa-Francorchamps verdween kort van de kalender. Nog steeds staan Magny-Cours en Silverstone, de bakermat van de Formule 1, op de helling.
In 2004 kreeg men dan ook voor het eerst in de geschiedenis een aantal van achttien races, in 2005 werden dat zelfs negentien. Ecclestone is aan het pleiten voor het aantal op te trekken naar twintig races per jaar, maar weinig teams zijn daar door de werkdruk voorstander van. Tegenwoordig heeft men zo ook maar de helft van de tijd meer nodig om aan honderd races te geraken, en zal men binnen tien jaar de duizendste race in de geschiedenis mogen vieren.
De meest speciale jubileumrace is waarschijnlijk de vorige, nummer zevenhonderd. Die viel samen met de Grand Prix van Brazilië, in het begin van het seizoen 2003. Je herinnert je misschien nog de tropische buien net voor aanvang van de race. Daardoor werd er gestart achter de Safety Car. In bocht drie onstond een klein riviertje en meer dan één coureur begon te aquaplannen. Nog driemaal moest de Safety Car uitrukken om mde brokstukken van onder andere Montoya, Button en Michaël Schumacher te ruimen.
In ronde 55 was het verbazingwekkend Giancarlo Fisichella die de leiding overnam van Kimi Räikkönen. De Italiaan reed toen voor het intussen ter ziele gegane Jordan-Ford, destijds een achterhoedeteam. Een ronde later crashte Mark Webber hard in de muur en het circuit lag bezaaid met brokstukken en wielen. Fisichella geraakte er door, Räikkönen ook, Alonso niet. Hij raakte een afgebroken wiel, zijn wagen crashte stuurloos in de bandenstapel aan de pits en de race werd stilgelegd. Het was Fisichella’s allereerste zege ooit in de Formule 1. Het was de tweehonderdste race van Jordan Grand Prix en meteen hun allerlaatste overwinning na drie jaar op droog zaad gezeten te hebben. Ook Ford-Cosworth mocht toen na evenlang wachten hun allerlaatste zege vieren.
Het enige team dat sinds 1950 overleeft heeft is Ferrari. De scuderia nam voor het eerst deel in Monaco 1950 en hebben sindsdien een handvol races gemist. Met 772 races doen ze ruim beter dan McLaren (644) en Williams (513). Ook Tyrrell (430), Brabham (394) en Lotus (491) kwamen vroeger dicht bij een evenaring, maar de drie legendarische teams gingen in de jaren ’90 failliet of werden overgenomen.
Een overzichtje van de jubileumraces:
100: Grand Prix van Duitsland 1961, gewonnen door Stirling Moss (Lotus-Climax)
200: Grand Prix van Monaco 1971, gewonnen door Jackie Stewart (Tyrrell-Ford)
300: Grand Prix van Zuid-Afrika 1978, gewonnen door Ronnie Peterson (Lotus-Ford)
400: Grand Prix van Oostenrijk 1984, gewonnen door Niki Lauda (McLaren-TAG Porsche)
500: Grand Prix van Australië 1990, gewonnen door Nélson Piquet (Benetton-Ford)
600: Grand Prix van Argentinië 1997, gewonnen door Jacques Villeneuve (Williams-Renault)
700: Grand Prix van Brazilië 2003, gewonnen door Giancarlo Fisichella (Jordan-Ford)
800: Grand Prix van Singapore 2008
Dat er nog vele mogen volgen, op naar de 900 (en liefst de 1000 ook) !