Race 3: Grote Prijs van San Marino
9 april 2000
Autodromo Enzo e Dino Ferrari, Imola
62 ronden van 4,933 km. Totaal: 305,609 km
Weer: droog en bewolkt

Na de eerste twee races op het zuidelijk halfrond vangt het Europese deel van het seizoen aan, in 2000 nog altijd de hoofdbrok van het seizoen. Elf van de twaalf volgende wedstrijden op de kalender zullen op het Oude Continent plaatsvinden. De eerste race op Europese bodem valt dit jaar ook al vrij vroeg, begin april. Dit met de Grote Prijs van San Marino op de omloop van Imola, waar de nare herinneringen aan het zwarte weekend van 1994 ieder jaar opnieuw wat verder vervagen.

Iedereen kijkt met spanning uit naar de derde race van het seizoen, aangezien verschillende teams na de eerste twee wedstrijden al behoorlijk wat goed te maken hebben. Met name Jaguar, Sauber en Prost hebben twee bijzonder teleurstellende weekends achter de rug en moeten dringend van hun nulscore af.

Bij McLaren ligt de lat nog zelfs een stuk hoger; het team van Ron Dennis moet hier absoluut scoren om de titelstrijd levendig te houden. Grote rivaal Ferrari van zijn kant komt na twee vlotte zeges met de nodige reserves en groot zelfvertrouwen naar zijn thuiswedstrijd afgezakt. Imola, dat ademt immers nog altijd Ferrari uit in al zijn facetten en een grote publieke opkomst is dan ook op voorhand verzekerd. Maar liefst 115.000 toeschouwers zullen gedurende de drie dagen de toegangspoorten passeren.

Vanaf Imola biedt het Grand Prix-weekend een bijkomende attractie, aangezien hier ook het Internationale Formule 3000-kampioenschap van start gaat. Tien weekends lang zullen in het voorprogramma van de grote broer de kampioenen van de toekomst strijden voor de titel.

De deelnemerslijst van het kampioenschap bevat in 2000 de nodige klinkende namen waarvan we in de toekomst, al dan niet in de Formule 1, nog vaak zullen horen. Stéphane Sarrazin, Tomas Scheckter, Tomas Enge, Nicolas Minassian, Bruno Junqueira, Fernando Alonso, Sébastien Bourdais, Bas Leinders, Enrique Bernoldi, Justin Wilson, Franck Montagny, Darren Manning, Mark Webber, Christijan Albers en Soheil Ayari zijn de meest in het oog springende rijders in het peloton dit jaar. De eerste race van het seizoen wordt gewonnen door Minassian, voor Junqueira en Webber.


(f1-facts.com)

VRIJDAG EN ZATERDAG

De eerste vrijdagtraining is voor Michael Schumacher, voor David Coulthard, een verrassende Eddie Irvine en Mika Häkkinen. Bij Prost blijft de malaise van de voorbije races voortduren: Nick Heidfeld kan slechts twee schamele rondjes rijden wegens een motorprobleem. De barsten in de relatie tussen motorleverancier Peugeot en het team van Alain Prost worden per raceweekend groter.

In de namiddagtraining is het opnieuw Schumacher die de snelste is, voor Rubens Barrichello, Coulthard en Heinz-Harald Frentzen. De Duitser rijdt hier in Imola, net als Irvine trouwens, zijn honderdste grote prijs en wil die heugelijke feit graag met een klinkend resultaat glans bijzetten. Op zaterdagochtend is hij vijfde, na Häkkinen, Schumacher, Couthard en zijn eigen teamgenoot Jarno Trulli. Voor Jacques Villeneuve is de vrijdag een maat voor niets: in beide vrije trainingen van de dag gaat een motor stuk.

In de kwalificatietraining mag Jenson Button even de lijst aanvoeren, tot Michael Schumacher de tifosi waar voor hun geld geeft en de voorlopige pole pakt. Eerst Coulthard en vervolgens Häkkinen lossen de Duitser bovenaan af. In zijn laatste run kan Schumacher terug de koppositie opeisen, maar het is uiteindelijk toch de wereldkampioen die in de slotminuut zijn derde opeenvolgende pole van het seizoen scoort. Ferrari weet wel voor het eerst dit jaar tot de eerste startrij door te dringen en zo McLaren van een nieuwe dubbele trainingszege te houden.

Na het drietal is Barrichello vierde, die op zijn beurt meer dan zes tienden voorsprong heeft op een ijzersterke Ralf Schumacher. Frentzen, Irvine, Trulli en Villeneuve volgen, Pedro Diniz is een verrassende tiende.

Na hem volgen Alexander Wurz, Mika Salo, Pedro de la Rosa, Ricardo Zonta, Jean Alesi en een teleurstellende Jos Verstappen. Johnny Herbert, Button, Giancarlo Fisichella, Gastón Mazzacane, Marc Gené en Heidfeld sluiten de rij. De Formule 3000-kampioen van 1999 had zich zijn eerste Formule 1-seizoen wellicht anders voorgesteld.


(f1-facts.com)

ZONDAG

Häkkinen, Coulthard, Schumacher en Barrichello is de vertrouwde volgorde in de warm-up op zondag. Op Herbert, Fisichella en Wurz na staat iedereen voor de race op een tweestopstrategie.

Het kleurloze weekend van Heidfeld wordt nog troostelozer wanneer de Duitser bij de start van de opwarmronde niet van zijn plaats geraakt doordat zijn motor afgeslagen is. Hij wordt naar de pitstraat geduwd en zal van daar aan de race beginnen. Doordat zijn monteurs te lang aan zijn auto bezig waren op de startgrid zal hij in de race bovendien nog een stop-and-go penalty opgelegd krijgen.

Wanneer de rode lichten doven, sprint Häkkinen als een pijl uit een boog richting Tamburello-chicane. Naast hem heeft Schumacher een slechte start. De Duitser neemt een verdedigende positie in t.o.v. Coulthard, wat teamgenoot Barrichello toelaat om de derde plaats van de Schot af te snoepen.

Achter hen heeft Villeneuve een wereldstart. De Canadees is vijfde, voor de Jordans van Trulli en Frentzen, Irvine, Ralf Schumacher, Salo en de eveneens sterk gestarte Verstappen. Voor de Nederlander is het evenwel het enige lichtpunt van de dag; hij zal snel terugvallen doordat hij een vroege pitstop moet maken om zijn banden te laten vervangen en zal verder geen rol van betekenis spelen in de race, ook al omdat hij net als Heidfeld een stop-and-go toebedeeld krijgt.

Voor Frentzen is het snel over en sluiten: al na vier ronden staat de Duitser stil in de pits met een kapotte versnellingsbak. Eén troost: hij kan nu snel naar het ziekenhuis waar zijn vrouw op het punt staat te bevallen. Eén ronde later is het ook einde race voor Button (motor) en Gené (spin op de weggelekte olie van Button’s auto).

Vooraan blijft de volgorde inmiddels onveranderd. Häkkinen rijdt enkele seconden voor Schumacher uit, terwijl Barrichello Coulthard netjes achter zich houdt. Aangezien inhalen op Imola bijzonder moeilijk is, is de race voor de Schot al snel zo goed als verloren. Het tweetal heeft na vijfentwintig ronden de race al een halve minuut achterstand op de koplopers.

Terwijl een dubbel hydraulisch defect het Prost-duo Alesi en Heidfeld uit hun lijden verlost, gaan de koplopers een eerste keer binnen. Häkkinen en Schumacher maken hun eerste pitstop in dezelfde ronde en gaan ook in die volgorde weer naar buiten. Coulthard pit enkele ronden eerder dan Barrichello, maar kan hiervan niet profiteren. Trulli en Irvine verliezen enkele plaatsen, ze worden gepasseerd door Ralf Schumacher en Salo.

Met nog een vijftiental ronden te gaan breekt de tweede reeks pitstops aan. Häkkinen, die vlak voor zijn stop het gat met Schumacher ziet verkleinen, komt als eerste binnen, wat de Duitser de koppositie oplevert. De Ferrari-kopman gaat voor zijn beproefde strategie: iets langer buiten blijven en zo middels enkele snelle ronden de kop pakken via de pitstraat. Ook nu lukt het: doordat hij drie ronden minder benzine moet tanken, kan hij middels een korte tankstop Häkkinen voor blijven.

Achter hen komen Barrichello en Coulthard tegelijk de pitstraat binnengereden. Hier zijn de rollen echter omgekeerd: de pitcrew van McLaren is iets sneller dan die van Ferrari en Coulthard heeft de derde plaats te pakken.

Ralf Schmacher valt uit doordat hij te laat besluit te tanken en met lege brandstoftanks langs de baan blijft staan. De la Rosa crasht nog uit de race en Trulli valt enkele ronden voor het einde nog uit.

Vooraan kan Schumacher in het laatste gedeelte van de race Häkkinen gemakkelijk achter zich houden. De wereldkampioen heeft eerder in de race zijn bodemplaat beschadigd en kan niet langer voluit gaan. Aan de finish bedraagt het verschil niettemin slechts iets meer dan één seconde. Coulthard pakt de derde podiumplaats op ruim vijftig seconden, Barrichello is de laatste coureur die niet gedubbeld wordt.

Villeneuve behoudt de vijfde stek die hij al van in de eerste ronde bekleedt en Salo wordt knap zesde. Voor het team van Peter Sauber een prima opsteker na de ronduit tegenvallende seizoensstart.

Of Häkkinen zonder de schade aan zijn auto nog een bedreiging had kunnen vormen voor Schumacher zullen we nooit weten. Wel mag de Duitse Ferrari-coureur voor de derde keer in evenveel races de hoogste trede van het podium beklimmen. Voor de Scuderia is het al van 1976 geleden dat ze nog zo voortvarend aan het seizoen begon.

McLaren blijft op zoek naar de eerste zege, maar de kop is er af. Vooral Häkkinen laat in Imola zien dat het seizoen nog niet voorbij is. Al is de achterstand op Schumacher opnieuw met enkele punten gegroeid. In tegenstelling tot Ferrari, dat nog steeds over een ruime buffer beschikt in de WK-stand, kan het team van Ron Dennis zich de eerste tijd geen fouten meer veroorloven.


(f1-facts.com)

DE UITSLAG

1. Michael Schumacher (Ferrari)
2. Mika Häkkinen (McLaren-Mercedes)
3. David Coulthard (McLaren-Mercedes)
4. Rubens Barrichello (Ferrari)
5. Jacques Villeneuve (BAR-Honda)
6. Mika Salo (Sauber-Petronas)
7. Eddie Irvine (Jaguar-Cosworth)
8. Pedro Diniz (Sauber-Petronas)
9. Alexander Wurz (Benetton-Playlife)
10. Johnny Herbert (Jaguar-Cosworth)
11. Giancarlo Fisichella (Benetton-Playlife)
12. Ricardo Zonta (Bar-Honda)
13. Gastón Mazzacane (Minardi-Fondmetal)
14. Jos Verstappen (Arrows-Supertec)
15. Jarno Trulli (Jordan-Mugen Honda) *

* Uitgevallen, maar geklasseerd

Pole: Mika Häkkinen (McLaren-Mercedes) 1’24”714
Snelste ronde: Mika Häkkinen (McLaren-Mercedes) 1’26”523

WK-STAND:

Rijders:
M.Schumacher 30, Barrichello 9, Fisichella 8, Häkkinen 6, R.Schumacher 6, Villeneuve 5, Frentzen 4, Coulthard 4, Trulli 3, Zonta 1, Button 1, Salo 1

Constructeurs:
Ferrari 39, McLaren 10, Benetton 8, Jordan 7, Williams 7, BAR 6, Sauber 1

Wordt vervolgd…

By SDG