23 maart 1986
Race 1: Grote Prijs van Brazilië
Circuito Jacarepaguà, Rio de Janeiro
61 ronden van 5,031 km. Totaal: 306,891 km
Weer: droog, zonnig, erg warm

Het seizoen 1986 wordt, zoals het in de Formule 1 al enkele jaren gebruikelijk is, afgetrapt in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Plaats van gebeuren is het Jacarepaguá-circuit, een omloop die in tegenwijzerszin bereden wordt en gekenmerkt wordt door zijn snelle bochten, die in combinatie met de traditioneel vrij hoge temperaturen een aanslag vormen op de fysiek van de rijders. Tel daarbij ook dat de meeste renstallen bij de eerste wedstrijd van het jaar met een nieuw pakket de baan op gaan en de Braziliaanse manche van het wereldkampioenschap wordt dan ook steevast gekenmerkt door een hoog aantal uitvallers.

Hoewel de uitslag vooraf dus allesbehalve vastligt, hebben de wintertests in 1986 hoe dan ook een torenhoge favoriet naar voren geschoven: Williams. Het team van Frank Williams – nog steeds aan zijn ziekenbed gekluisterd na zijn zware verkeersongeval – gaat het derde jaar van zijn samenwerking met Honda in en is sedert de laatste wedstrijden van 1985 het te kloppen team. Constructeur en motorenbouwer hebben voor een combinatie gezorgd die zowel bloedsnel, betrouwbaar en zuinig is en met tweevoudig wereldkampioen Nelson Piquet heeft men dit jaar ook nog eens één van de absolute toppers in huis.

De vrijdag- en zaterdagtrainingen zien er nog totaal anders uit dan nu. Het huidige kwalificatiesysteem met Q1, Q2 en Q3 zal pas over twintig jaar ingevoerd worden. In 1986 is er zowel op vrijdag- als zaterdagvoormiddag een vrije training voorzien, terwijl er op beide dagen in de namiddag een officiële kwalificatiesessie op het programma staat waarin de coureurs onbeperkt rondjes mogen draaien. De startgrid wordt bepaald door de snelste tijd van beide sessies. En op zondagmorgen is er ook nog een warm-up van een halfuurtje. Op vrijdag is Piquet veruit de snelste, voor Senna, doch op zaterdag draait laatstgenoemde de volgorde om. Senna, al de onbetwiste pole-koning van 1985 met 7 poles, gaat in 1986 op zijn elan verder en zet zijn landgenoot op maar liefst zeven tienden van een seconde. De Braziliaanse toeschouwers hebben hoe dan ook een reden om een feestje te bouwen in de carnavalsstad bij uitstek: twee landgenoten zullen de eerste startrij bezetten. En de polepositie van Senna is uiteraard ook leuk meegenomen voor Lotus-hoofdsponsor John Player Special, die tevens titelsponsor van de Grote Prijs is.

Achter het Braziliaanse duo rijdt tweede Williams-coureur Nigel Mansell naar de derde startplaats, gevolgd door het verrassend snelle Ligier-duo René Arnoux – die zijn sabbatjaar in de Formule 1 duidelijk goed verteerd heeft – en Jacques Laffite. Vice-wereldkampioen Michele Alboreto rijdt in zijn Ferrari de zesde tijd, de McLarens van Keke Rosberg en titelverdediger Alain Prost stellen wat teleur in de kwalificaties: zevende en negende, gescheiden door de tweede Ferrari van Stefan Johansson. Debutant Johnny Dumfries rijdt een behoorlijke elfde tijd.

De start in Rio (Foto: deviantArt)

Bij de start is Senna als snelste weg, doch Mansell wurmt zich voorbij zijn teamgenoot meteen naar de tweede plaats en zet onmiddellijk de aanval op de Lotus in. Reeds aan het einde van het lange rechte stuk terug recht tegenover de start/finishlijn probeert hij een beslissing te forceren, die echter faliekant afloopt. De Williams raakt in een spin en dendert de vangrails in; voor Mansell is het meteen einde wedstrijd en de eerste race van 1986 eindigt voor hem op dezelfde manier als de laatste van 1985: door al in de eerste ronde op een impulsieve manier Senna van de kop te willen verdringen schakelt hij enkel zichzelf uit.

Tot grote vreugde van het thuispubliek slaan beide Braziliaanse toppers meteen een kloofje met de eerste achtervolgers. Senna kan twee ronden lang Piquet afhouden, dan gaat de Williams hem echter met spelend gemak voorbij. Het is voor Senna meteen duidelijk dat hij niet opgewassen is tegenover zijn tegenstander en hij moet zelf bovendien de hele race angstvallig zijn brandstofmeter in de gaten houden, die hem verhindert van voluit te gaan. Na beide thuisrijders volgen Alboreto, Arnoux, Rosberg, Johansson, Patrese en Laffite, terwijl de slecht gestarte Prost slechts moeizaam op toeren komt.

Al snel echter rukt de Fransman onweerstaanbaar op naar voren. Teamgenoot Rosberg verdwijnt al vroeg uit de race met motorpech en het groepje coureurs voor hem, inclusief Senna, gaan één voor één voor de bijl. De Fransman is de wedstrijd bovendien – net als het op Pirelli-schoeisel staande Ligier-duo – op de harde banden gestart, waardoor hij slechts één keer zal stoppen in de race, terwijl de op zachte banden staande coureurs twee keer moeten binnenkomen. Wanneer Piquet de eerste keer langs de pits passeert, wordt Prost zelf een tijdje koploper. Of zijn wedstrijdtactiek goed geweest zou zijn voor zijn derde overwinning op rij in Rio, zal niemand ooit weten. Kort na zijn bandenwissel gaat de laatste McLaren in de race er immers ook uit met een defecte motor.

Wie we ook al vroeg kwijt zijn, is Andrea de Cesaris. De Italiaan valt deze keer echter niet uit omwille van een crash, maar door benzinegebrek. Omdat het bescheiden Minardi-team toch niet veel te winnen of te verliezen heeft, wordt de Cesaris met een minimale hoeveelheid brandstof de race in gestuurd. De vederlichte Minardi snijdt in de eerste ronden dan ook als een mes door de boter doorheen het veld en ligt na vijftien ronden al op de zesde plaats, maar dan volgt de onvermijdelijke uitval.

Vooraan kan Senna tijdens Piquet’s tweede pitstop voor één ronde opnieuw het commando overnemen, maar zijn eigen stop legt de wedstrijd in zijn definitieve plooi. Piquet wordt niet meer bedreigd en stevent onbedreigd op de overwinning af, zijn tweede voor eigen publiek. De tweevoudige wereldkampioen, die na het behalen van zijn tweede wereldtitel in 1983 twee moeilijke jaren doormaakte, is met zijn overstap naar Williams opnieuw één van de topfavorieten voor de titel, dat is na de eerste race al meteen duidelijk. Met zijn overwinning steekt hij zijn team en teambaas Frank ook een hart onder de riem in moeilijke tijden. Senna wordt tweede, waardoor er voor het eerst sedert 1975 (Pace en Fittipaldi) opnieuw twee Brazilianen in eigen land op het hoogste schavot staan.

Doordat ook beide Ferrari’s ondertussen het veld hebben moeten ruimen, mogen Arnoux en Laffite onderling uitmaken wie met de laatste podiumplaats aan de haal gaat, een duel dat uiteindelijk door de nestor van de Formule 1 gewonnen wordt. Martin Brundle wordt in zijn Tyrrell knap vijfde; voor de Brit is het na de diskwalificatie van zijn team uit het WK van 1984 de eerste echte puntenfinish in zijn carrière. Het gevolg is dat ondanks het opdoeken van het fabrieksteam eind vorig jaar er toch nog altijd niet minder dan vier wagens met een Renault-motor in de punten rijden. De zesde plaats is voor Gerhard Berger, die Benetton in zijn debuutrace meteen zijn eerste punt schenkt. Ook Johnny Dumfries heeft in zijn debuutrace lang uitzicht op punten, tot een lange pitstop hem ver terugwerpt. Grote tegenvaller in Brazilië is Brabham: Patrese valt uit en de Angelis finisht anoniem op meer dan drie ronden van de winnaar. Het gewaagde ontwerp van ontwerper Gordon Murray schiet vooralsnog flink tekort.

Moeilijk begin voor Brabham (Foto: deviantArt)

Einduitslag:

1 Nelson Piquet (Williams)
2 Ayton Senna (Lotus)
3 Jacques Laffite (Ligier)
4 René Arnoux (Ligier)
5 Martin Brundle (Tyrrell)
6 Gerhard Berger (Benetton)
—————————————————-
7 Philippe Streiff (Tyrrell)
8 Elio de Angelis (Brabham)
9 Johnny Dumfries (Lotus)
10 Teo Fabi (Benetton)

Pole-tijd: 1’25”501 (Senna)
Snelste raceronde: 1’33”546 (Piquet)

Piquet 9, Senna 6, Laffite 4, Arnoux 3, Brundle 2, Berger 1

WK constructeurs:
Williams 9, Ligier 7, Lotus 6, Tyrrell 2, Benetton 1

Braziliaans onderonsje op het podium. Toen konden Piquet en Senna nog samen door één deur (Foto: LAT Photography)

Wordt vervolgd…

By SDG