23 oktober 1977
Race 17: Grote Prijs van Japan
Fuji International Speedway
73 ronden van 4,539 km. Totaal: 318,207 km
Weer: droog, zonnig en warm

Eind oktober is het dan eindelijk zover: het Formule 1-seizoen 1977, het langste uit de geschiedenis tot nu toe, zal eindelijk zijn beslag krijgen. En net zoals in het vorige seizoen is de plaats van afspraak het snelle Japanse Fuji-circuit.

De omstandigheden waarin de race plaatsvindt kunnen echter niet meer verschillend zijn. De titelstrijd is al een paar wedstrijden beslecht in het voordeel van Niki Lauda en de Oostenrijker is net zoals in Canada zelfs niet eens meer aanwezig. Bovendien is het het hele weekend stralend weer; een schril contrast met het hondenweer waarin de dramatische finale van 1976 verreden werd.

Niet alle teams maken nog de verre verplaatsing naar het land van de Rijzende Zon. Renault besluit zich thuis alvast te concentreren op volgend seizoen en ook Hesketh is er niet meer bij. De comeback van het team dat destijds James Hunt in de Formule 1 lanceerde is geen succes geworden. In 1978 zal het team nog aan enkele races deelnemen, alvorens dit keer definitief de handdoek in de ring te gooien.

Ook Frank Williams houdt het seizoen voor bekeken, maar hij werkt achter de schermen samen met ontwerper Patrick Head al aan een bolide van eigen makelij, die de grote ommekeer zal inluiden. En ook Emerson Fittipaldi en privé-coureur Brett Lunger ontbreken op de deelnemerslijst.

Dat doet ook Ian Scheckter (March), maar bij hem spelen andere redenen mee: de Zuid-Afrikaan krijgt geen geldig visum voor Japan – broer Jody heeft ook een Brits paspoort en mag daardoor wel het land binnen. Voor de oudste van de Scheckter-broers betekent dit meteen het einde van zijn Formule 1-carrière. Het zal nog tot 1997 duren wanneer er in de persoon van Michael en Ralf Schumacher eindelijk nog eens twee broers tegelijkertijd aan de start van een Formule 1-race verschijnen.

March verschijnt zo enkel met Alex Ribeiro aan de start. Ook het team van Max Mosley is aan zijn zwanenzang toe en zal in 1978 niet meer in de Formule 1 aanwezig zijn. Tot twee keer toe zal de naam March in de jaren tachtig nog een comeback maken.

Ligier zet voor het eerst een tweede wagen in, voor de Fransman Jean-Pierre Jarier, en er doen net zoals in 1976 een paar Japanse coureurs mee aan hun thuiswedstrijd: Kunimitsu Takahashi, in een overjaarse Tyrrell, en Noritake Takahara en Kazuyoshi Hoshino in en Kojima, een wagen van Japanse makelij geschoeid met Bridgestone-banden.

De kwalificaties

Aangezien de hoofdprijzen al verdeeld zijn – Lauda respectievelijk Ferrari gaan met de hoofdprijzen lopen in 1977 – gaat het in Japan enkel nog om de definitieve volgorde in de strijd om de ereplaatsen. Mario Andretti (Lotus), die nog een waterkansje heeft om vice-wereldkampioen te worden – hij moet de wedstrijd winnen en Jody Scheckter (Wolf) mag niet bij de eerste vijf eindigen, rijdt in ieder geval naar de polepositie. En net ala in Canada staat James Hunt (McLaren) naast hem op de eerste startrij.

Na hen volgen de beide Brabhams van John Watson en Hans-Joachim Stuck op de tweede rij, gevolgd door Jacques Laffite (Ligier) en Scheckter. Carlos Reutemann (Ferrari), de bij McLaren afscheidnemende Jochen Mass, Vittorio Brambilla (Surtees) en Clay Regazzoni (Ensign) vervolledigen de top tien.

Hoshino (Kojima) rijdt en knappe elfde tijd, terwijl Gilles Villeneuve in zijn tweede race voor de Scuderia opnieuw niet kan overtuigen: hij is pas de twintigste van in totaal 23 deelnemers. Op de zevende startrij start Gunnar Nilsson in een opvallende Lotus, die niet in het John Player Special-zwart maar Imperial-rood geschilderd is. Niemand vermoedt dat de Zweed, die nog een contract met het nieuwe Arrows-team zal tekenen voor 1978, aan zijn laatste Grand Prix-weekend bezig is.

De race

Bij de laatste start van 1977 is James Hunt als snelste weg en de onttroonde wereldkampioen van 1976 snijdt als leider de eerste bocht aan. Andretti mist zijn start compleet en is pas achtste, na Hunt, Scheckter, Mass, Regazzoni, Watson, Laffite en Stuck. In de tweede ronde is de wedstrijd voor de Amerikaan al voorbij na een mislukt inhaalmaneuver op Laffite, die eindigt in een flinke crash.

Een afgerukt wiel van de Lotus hobbelt terug de baan op, wat resulteert in nog een crash tussen Takahara en Hans Binder (Surtees). Ook voor beiden is het einde race en door Andretti’s vroege uitvallen is Jody Scheckter nu zeker vice-wereldkampioen.

Iedereen komt met de schrik vrij, doch in de vijfde ronde heeft een nieuwe crash dramatische gevolgen, wanneer Villeneuve aan het eind van het lange rechte stuk bij start en finish Ronnie Peterson (Tyrrell) wil inhalen. De Canadees knalt bij het aansturen van de bocht op de Zweed, wordt de lucht in geslingerd, slaat een paar keer over de kop en beëindigt zijn doodsvlucht aan de andere kant van de vangrails in een voor toeschouwers verboden zone, waar niettemin een aantal mensen postgevat hebben.

De gevolgen zijn verschrikkelijk: twee doden en zeven gewonden is de trieste balans wanneer de rookwolken opgetrokken zijn. Villeneuve komt met de schrik vrij. Ondanks de dramatische gebeurtenissen gaat de race gewoon verder.

Vooraan rijdt Hunt ondertussen onbedreigd en zonder veel moeite van zijn achtervolgers weg. Teamgenoot Mass zorgt net als in Canada voor rugdekking, Watson, Scheckter, Regazzoni en Stuck volgen. Wanneer Mass en Watson kort na elkaar met pech uit de race verdwijnen, erft Scheckter opnieuw de tweede plaats, maar ook hij wordt slechtoffer van het pechduiveltje. Hij kan de race weliswaar uitrijden, zij het met twee ronden achterstand.

Vervolgens is Regazzoni een tijdje tweede, maar ook hij haalt het einde van de race niet. Na zijn uitvallen gaat de strijd achter Hunt, die het rijk helemaal voor zich alleen heeft en aan een one man show bezig is, tussen Laffite en Reutemann. Ondertussen heeft ook Nilsson het veld moeten ruimen en begint Reutemann last te krijgen van zijn banden, waardoor Patrick Depailler (Tyrrell) en Alan Jones (Shadow) zienderogen op hem inlopen.

James Hunt gaat met meer dan een minuut voorsprong als winnaar over de finish. De wereldkampioen van 1976, die voor het laatst met het startnummer 1 op zijn bolide rondrijdt, leidt van start tot finish. De Brit sluit zo zijn seizoen, dat niet bracht wat ervan verwacht werd, in ieder geval in schoonheid af. Laffite valt in de slotronde nog zonder benzine en valt zo naar de vijfde plaats in de klassering terug, waardoor Reutemann, Depailler en Jones allen een plaatsje opschuiven. Riccardo Patrese (Shadow) pakt het laatste WK-punt van 1977, het eerste in zijn loopbaan.

James Hunt geeft nadien nog forfait voor de podiumceremonie, als protest tegen de geweigerde politie-escorte vanaf het vliegveld bij zijn aankomst in Japan. Iets wat hij misschien niet gedaan zou hebben indien hij op dat moment geweten had dat het zijn laatste overwinning uit zijn loopbaan was geweest… Ook Reutemann stuurt zijn kat naar de huldiging, zodat Depailler als derde als enige op het podium mag plaatsnemen; het is een bizar gezicht.

McLaren springt door de zege van Hunt in extremis nog over Wolf naar de derde plaats in het constructeurs-WK, na Ferrari en Lotus. Wolf kan hoe dan ook terugblikken op een schitterend debuutseizoen, met drie zeges en Scheckter als tweede in de eindstand van het WK. Na deze eerste twee wedstrijden is het opnieuw voor tien jaar afgelopen met de Formule 1 in Japan. Pas in 1987 keert het circus voor het eerst terug naar het Verre Oosten, op de omloop van Suzuka. Fuji zelf zal nog twee keer als gastheer van de Grote Prijs van Japan figureren, in 2007 en 2008.

Het seizoen is afgelopen, de prijzen zijn verdeeld en de coureurs en de teams trekken terug naar huis, in afwachting van de start van het seizoen 1978. Maar dat is een ander verhaal…

De uitslag

1. James Hunt (McLaren)
2. Carlos Reutemann (Ferrari)
3. Patrick Depailler (Tyrrell)
4. Alan Jones (Shadow)
5. Jacques Laffite (Ligier) *
6. Riccardo Patrese (Shadow)
7. Hans-Joachim Stuck (Brabham)
8. Vittorio Brambilla (Surtees)
9. Jody Scheckter (Wolf)
10. Kunimitsu Takahashi (Tyrrell)
11. Kazuyoshi Hoshino (Kojima)
12. Alex Ribeiro (March)

(*) Niet gefinisht, wel geklasseerd

Pole: Mario Andretti (Lotus) 1’12”230
Snelste ronde: Jody Scheckter (Wolf) 1’14”300

 

Eindstand van het WK 1977:

Rijders:

Niki Lauda 72
Jody Scheckter 55
Mario Andretti 47
Carlos Reutemann 42
James Hunt 40
Jochen Mass 25
Alan Jones 22
Gunnar Nilsson 20
Patrick Depailler 20
Jacques Laffite 18
Hans-Joachim Stuck 12
Emerson Fittipaldi 11
John Watson 9
Ronnie Peterson 7
Carlos Pace 6
Vittirio Brambilla 6
Clay Regazzoni 5
Patrick Tambay 5
Renzo Zorzi 1
Jean-Pierre Jarier 1
Riccardo Patrese 1

Constructeurs:

Ferrari 89
Lotus-Ford 62
McLaren-Ford 60
Wolf-Ford 55
Brabham-Alfa Romeo 27
Tyrrell-Ford 27
Shadow-Ford 23
Ligier-Matra 18
Fittipaldi-Ford 11
Ensign-Ford 10
Surtees-Ford 6
ATS-Penske-Ford 1

 

THE END

By SDG