14 augustus 1977
Race 12: Grote Prijs van Oostenrijk
Österreichring, Zeltweg
54 ronden van 5,942 km. Totaal: 320,870 km
Weer: nat bij de start, opdrogende baan

Half augustus is het in de Formule 1 in de jaren ’70 traditioneel tijd voor de Grote Prijs van Oostenrijk, die in deze dagen nog op de supersnelle, ongetemde Österreichring verreden wordt. Hoewel de originele lay-out in 1977 voor het eerst wordt aangepast door middel van een chicane – de zogenaamde ‘Hella-Licht-S’ – in de eerste bocht na start en finish (een gevolg van het ongeluk dat in 1975 de Amerikaan Mark Donohue het leven kostte) blijft de omloop in Zeltweg één van de snelste, zoniet de snelste van de hele Grand Prix-kalender.

De kwalificaties

Niki Lauda (Ferrari), winnaar van de vorige race in Duitsland en sedertdien comfortabel leider in de WK-stand, brengt zijn landgenoten tijdens de trainingen in vervoering door naar de pole te rijden, zijn tweede van het seizoen. Hoewel de botte snelheid van voor zijn zware ongeluk lijkt plaats gemaakt te hebben voor berekendheid en regelmaat, mogen de Oostenrijkers dus toch hopen op een eerste thuiszege voor hun succesvolle landgenoot.

Dan moet Lauda echter wel zien af te rekenen met zijn eeuwige kwelduivel James Hunt (McLaren), die naast hem op de eerste rij start, en Mario Andretti (Lotus), zonder voorbehoud de grote revelatie van het lopende seizoen, die de derde tijd rijdt.

Verrassende vierde in de kwalificaties is tweede Brabham-man Hans-Joachim Stuck, die zijn goede vorm van in Duitsland – waar hij zijn eerste podium scoorde – hier lijkt te bestendigen. Na hen volgen Carlos Reutemann (Ferrari), Jacques Laffite (Ligier), de opnieuw sensationele Patrick Tambay (Ensign) in zijn pas derde Grote Prijs, Jody Scheckter (Wolf), Jochen Mass (McLaren) en Patrick Depailler (Tyrrell).

1976-winnaar en Brabham-kopman John Watson, die niet alleen ziek is maar tevens crasht in de kwalificaties, stelt teleur met een slechts twaalfde trainingstijd, waarmee de Noord-Ier ingeklemd zit tussen Clay Regazzoni (Ensign) en Alan Jones (Shadow). Bij Shadow neemt trouwens Arturo Merzario plaats in de tweede auto, aangezien Riccardo Patrese afwezig is wegens verplichtingen in de Formule 2. Ook bij ATS-Penske is er een nieuwe tweede man in de persoon van de Oostenrijke Hans Binder, die zo na zijn vertrek bij Surtees terug een stoeltje vindt.

Achteraan het veld kwalificeren Brian Henton (March), Ian Ashley en Hector Rebaque (Hesketh) en Alex Ribeiro (March) zich niet. Het team van Lord Hesketh kan enigszins troost putten uit de goede prestaties van Rupert Keegan, die zich wederom moeiteloos kwalificeert. Wat niet gezegd kan worden van Emerson Fittipaldi (Fittipaldi), die slechts twee man achter hem heeft staan op de startgrid. Voor de tweevoudige wereldkampioen zijn het moeilijke dagen.

De race

Op zondag is het nat en koud, doch vlak voor de start stopt het met regenen, waardoor de rijders hoe dan ook op een nog steeds natte baan van start gaan. Gunnar Nilsson (Lotus), Merzario, Jean-Pierre Jarier (ATS-Penske), Binder en Vern Schuppan (Surtees) gokken erop dat het opnieuw zal beginnen regenen en starten op regenbanden; de rest van het veld staat op slicks. Binder moet vlak voor de opwarmronde nog een snelle reparatie laten uitvoeren en start achteraan het veld.

Lauda en Hunt snellen bij het groene licht samen op de nieuwe chicane af, maar eenmaal iedereen weer op snelheid zit is het Andretti die al zijn duivels ontbindt, met gemak de kop neemt en snel een kloofje slaat. Lotus is weer helemaal terug van weggeweest, wat nog eens extra in de verf gezet wordt door tweede man Nilsson, die op regenbanden in de beginfase als een mes door de boter snijdt en zich na enkele ronden op de tweede plaats nestelt. Ondertussen zijn Regazzoni en Ian Scheckter (March) al uit de race gecrasht.

Na een tiental ronden is de volgorde Andretti, voor Nilsson, Hunt, Scheckter, Stuck, Merzario, Tambay, Lauda en Jones. Amper twee ronden later heeft de race echter al een totaal nieuw aanzicht gekregen, wanneer Nilsson en Merzario beseffen dat ze verkeerd gegokt hebben en naar de pits moeten om slicks te laten monteren en Andretti plotsklaps uitvalt met motorpech. Hunt is nu de nieuwe leider, gevolgd door Scheckter en Stuck.

De verrassing van de race op dit moment is echter Alan Jones. De Australiër is op de opdrogende baan één van de snelste rijders en rukt alsmaar verder op naar voren. In de zestiende ronde dringt hij zelfs door tot de tweede plaats, gevolgd door Scheckter, Stuck, Lauda en Tambay.

In de achtergrond heeft Nilsson echter nog steeds niet alle hoop opgegeven en de Zweed start een nieuw offensief. Zijn achtervolgingsrace brengt hem tot op de derde plaats, tot ook hij zijn motor opblaast. En nog steeds is het niet afgelopen met de sensatie: een paar ronden later is het ook de beurt aan Hunt om het veld te ruimen. Met deze nieuwe nulscore lijkt de regerend wereldkampioen nu wel definitief uitgeschakeld in de titelstrijd. De Brit zelf valt weinig te verwijten: aan zijn inzet heeft het in 1977 niet gelegen. De techniek laat hem evenwel te vaak in de steek.

Ook Scheckter verdwijnt nog uit de race door een crash, doch dit wordt volledig overschaduwd door het feit dat de race nu een verrassende nieuwe leider gekregen heeft: Alan Jones. De Australiër houdt het hoofd koel en maakt de resterende ronden foutloos vol. Met een voorsprong van maar liefst twintig seconden gaat hij als eerste over de meet. Zowel voor hem als voor het Shadow-team is het de eerste zege in de Formule 1.

Na hem rijdt Lauda opnieuw een berekende wedstrijd richting de tweede plaats, die hem opnieuw gouden punten oplevert in de titelstrijd. De Oostenrijker heeft met nog vijf races te gaan nu een voorsprong van 16 punten op Scheckter. Stuck doet zijn prestatie van Duitsland nog eens over en finisht opnieuw op de derde podiumplek, voor Reutemann, Ronnie Peterson (Tyrrell) en Jochen Mass (McLaren). De Duitser pakt de zesde plaats ten koste van Rupert Keegan, die een paar ronden voor de finish nog om zijn as spint en zo een kostbaar WK-punt uit zijn handen ziet glippen.

Alan Jones en Shadow zijn echter de helden van de dag. Het team, dat al jaren gold als outsider, is er uiteindelijk toch nog in geslaagd die langverwachte eerste zege te scoren. Voor team en rijder betekent de overwinning in Oostenrijk echter een keerpunt. In de coulissen is het bij Shadow ondertussen al zwaar aan het rommelen en aan het eind van het seizoen zal een groot deel van het team opstappen om een nieuw Formule 1-team op te richten dat zal luisteren naar de naam Arrows.

Ook de coureurs zullen het team verlaten. En terwijl Alan Jones samen met Frank Williams richting de top zal snellen, gaat het voor Shadow de daaropvolgende jaren alleen maar bergaf. In 1980, ironisch genoeg het jaar dat Jones en het Williams-team de titel pakken, zal Shadow halverwege het seizoen een geruisloze dood sterven.

 

De uitslag

1. Alan Jones (Shadow)
2. Niki Lauda (Ferrari)
3. Hans-Joachim Stuck (Brabham)
4. Carlos Reutemann (Ferrari)
5. Ronnie Peterson (Tyrrell)
6. Jochen Mass (McLaren)
7. Rupert Keegan (Hesketh)
8. John Watson (Brabham)
9. Patrick Nève (March)
10. Brett Lunger (McLaren)
11. Emerson Fittipaldi (Fittipaldi)
12. Hans Binder (ATS-Penske)
13. Patrick Depailler (Tyrrell)
14. Jean-Pierre Jarier (ATS-Penske)
15. Vittorio Brambilla (Surtees)
16. Vern Schuppan (Surtees)
17 Emilio de Villota (McLaren) *

* Uitgevallen, maar geklasseerd

Pole: Niki Lauda (Ferrari) 1’39”320
Snelste ronde: John Watson (Brabham) 1’40”960

WK-stand:

Rijders:
Lauda 54, Scheckter 38, Reutemann 34, Andretti 32, Hunt 22, Nilsson 20, Mass 18, Jones 12, Stuck 12, Laffite 10, Depailler 10, Watson 9, Fittipaldi 8, Pace 6, Peterson 6, Brambilla 5, Regazzoni 1, Zorzi 1, Jarier 1, Tambay 1

Constructeurs:
Ferrari 71, Lotus 47, Wolf 38, McLaren 35, Brabham 27, Tyrrell 16, Shadow 13, Ligier 10, Fittipaldi 8, Surtees 5, Ensign 2, ATS-Penske 1

Wordt vervolgd…

By SDG