Er lijkt een vloek te rusten op de raceklasse direct onder de Formule 1. Van 1967 [Jackie Ickx] tot 1984 [Mike Thackwell] was de Formule 2 een klasse waar de auto’s bijna net zo snel waren als de F1, maar de kosten veel lager.

In deze periode werd eerst met 1600cc motoren gereden en vanaf 1972 tot 1984 met een 2000cc motor. De aandacht voor de klasse verzwakte omdat het te duur werd. De toenmalige F2 werd gedomineerd door BMW en Cosworth en wie succesvol wilde zijn, moest veel geld neertellen voor de juiste motor [meestal BMW].

De FIA richtte een ‘power-klasse’ op en de F3000 was geboren. De nieuweling kwam als geroepen, daar de F1-auto in die jaren al gauw meer dan 900 pk hadden, dankzij de toegepaste 1500cc turbo-motoren.

Aanvankelijk werd veelal gebruikgemaakt van voormalige Formule 1-motoren van Ford Cosworth die in onbruik waren geraakt doordat de meeste Formule 1-teams op turbomotoren waren overgeschakeld. De naam Formule 3000 refereert aan de motorinhoud van 3000 cc.

Ook kwamen in de beginfase enkele omgebouwde Formule 1-wagens aan de start van Williams en Arrows. Die legden het qua prestatie echter af tegen de speciaal voor de Formule 3000 ontwikkelde chassis van Ralt, March en Lola.

Doch was er een manco van die klasse; De echte talenten sloegen de –toen al peperdure- raceklasse over en bereikten via de F3 de Formule 1. Ook het feit dat geen enkele F3000-kampioen ooit WK werd in de Formule 1 of überhaupt succesvol was,  zorgde ervoor dat steeds meer coureurs uitkeken naar andere klassen. Het is tekenend dat alleen Montoya –als voormalig F3000 kampioen- meer dan 1 race wist te winnen. 1 uit de 20 F3000-kampioenen!

Nu is er de GP2, volgend uit een lange discussie over de ‘kweekvijver’ van de Formule 1, de Formule 3000. Dit ‘format’ was bedacht door Bernie Ecclestone en Flavio Briatore. De auto van de GP2 Series wordt gebruikt door alle teams en heeft een Dallara-chassis met een vier liter V8-motor van Renault en Pirelli-banden.

De GP2 bestaat nu negen jaar en hoewel de grid redelijk vol is, is er geenszins sprake van een stabiele financiële basis. En ook deze klasse trapt in de val van absurde geldstromen [Russian Time] en opgefokte ego’s.

Het is opmerkelijk dat de GP2-teams geen geld krijgen voor hun performance. Geen inkomsten uit de tv-rechten, terwijl oa. RTL7 heeft betaald voor de rechten en de races wel te zien zijn op tv. Inkomsten uit kaartenverkoop op de circuits evenmin.

Sterker nog, de organisatie –in handen van Fransman Bruno Michel- betaalt Bernie Ecclestone elkaar jaar weer een bedrag om te mogen optreden in het bijprogramma van de Formule 1! Met andere woorden: de GP2-teams zijn voor hun inkomsten volledig afhankelijk van sponsorgeld die de coureurs meenemen. Een dergelijk businessmodel kent meer nadelen dan voordelen. De prikkel om zichzelf te ontwikkelen ontbreekt bij de achterhoede-teams in de GP2.

Wat ook niet helpt, is dat er geen beperking is op rijderswissels. Inde F1 kun je niet eindeloos switchen met coureurs, maar de mensen in de GP2 maken er wel geestdriftig gebruik van. Een duurzame strategie is het niet, wat teams als Ocean en Super Nova mochten ondervinden.

Zo behoorde Barwa Addax in 2008 en 2011 nog tot de beste teams, maar in 2012 kon men het niet meer bolwerken en koos met voor geld [i.p.v. talent] van Král en de Amerikaan Jake Rosenzweig.
Caterham zit nu in hetzelfde schuitje. Een andere verklaring is er niet, om uit te leggen wat de Chinees Ma Qing Hua te zoeken had in hun auto. In Sepang was de Chinees tegen het einde van de eerste GP2-race, meer dan 18 seconden langzamer dan wie ook.

Nog los van gebrek aan toptalenten –op het moment van schrijven is het uw scribent nog niet duidelijk of Frijns het seizoen bij Hilmer kan afmaken- speelt ook de routine een rol.
Die toptalenten hadden aan 1 jaar GP2 genoeg. Je kunt ze vast opnoemen; Hamilton. Rosberg of Hülkenberg.

Pastor Maldonado ontsnapte enigszins aan de malaise door vorig jaar de Spaanse GP knap te winnen, maar de kampioen van vorig jaar, Davide ‘mister arroganté’ Valsecchi heeft geen racestoeltje. De kans dat de ervaren Zwitser Fabio Leimer of Stefano Coletti ooit aan een Formule 1-race zullen deelnemen, is piepklein.

En dat geldt voor een groot deel van de GP2-grid; de meeste coureurs zijn derde- of vierdejaars GP2-coureurs. De Engelsman James Calado rijdt voor de tweede jaar GP2. Of deze ontwikkeling het begin van het einde is voor de GP2?

Steeds meer coureurs kijken naar de Renault World Series 3.5. en geef hen eens ongelijk.