In aanloop naar de grote prijs van Turkije, volgend weekend in Istanbul Park, blijft de toekomst van deze race de gemoederen flink bezig houden.

Vorige week werd duidelijk dat de organisatie twee keer zoveel moet gaan betalen om de race binnen te halen, wat neer zou komen op 26 miljoen dollar. Daarmee leek de Turkse race van het toneel te verdwijnen, maar later bleek dat de organsiatie de strijd niet opgeeft en hoopt op onderhandelingsruimte.

Maar los van de financiele perikelen is er ook veel kritiek op de organisatie. Het is de Formule 1 wereld al jaren een doorn in het oog dat de Turkse race zo’n beetje de slechtst bezochte race op de kalender is en dat terwijl de rijders en de TV-kijkers het circuit juist waarderen door de uitdagende lay-out. De race zou dus populair moeten zijn maar het publiek blijft massaal weg.

Volgens Mark Webber ligt dat simpelweg aan de entreeprijzen die de organisatie blijft hanteren. De prijzen liggen nogal hoog en de inwoners in de regio kunnen dat gewoon niet betalen. Daardoor is het doorgaans sfeerloos tijdens een raceweekend, meent de Australier.

McLaren-teambaas en FOTA-voorzitter Martin Whitmarsh denkt dat de oorzaak dieper ligt. De overheid doet volgens hem niet genoeg aan promotie. Loop eens door Istanbul en vertel mij hoeveel billboards en aanplakbiljetten je ziet, aldus Whitmarsh.

Bernie Ecclestone lijkt overigens niet van plan om de genoemde prijs van 26 miljoen dollar voor de organisatie van de race heel veel te laten zakken. Volgens de Brit heeft hij de race lang genoeg gesponsord door sinds 2005 een relatief lage prijs te vragen. Ecclestone meent dat de race van komend weekend een stuk beter bezocht zal worden dan die van de afgelopen jaren, wat de Turkse overheid er wellicht toe kan bewegen om toch akkoord te zullen gaan met een hogere prijs.