Op de omloop van Zandvoort wordt de Grote Prijs van Nederland verreden. De beginfase van de wedstrijd wordt bepaald door twee coureurs die tot de snelsten van het deelnemersveld behoren, maar door de pech waarmee ze dit jaar al te kampen kregen geen partij zijn in de titelstrijd: wereldkampioen James Hunt (McLaren) en Mario Andretti (Lotus). Het is laatstgenoemde die tevens de pole pakt, voor de verrassende Jacques Laffite (Ligier) en Hunt.

Bij de start is Hunt echter als snelste weg, voor Laffite en Andretti, maar de Amerikaan rukt alweer snel naar de tweede plaats op in het kielzog van Hunt. Beide kemphanen vechten vervolgens een verbeten duel uit voor de koppositie in de race, dat in de zesde ronde abrupt eindigt wanneer beide wagens in elkaar haken. Exit Hunt, terwijl Andretti na Laffite en het Ferrari-duo Niki Lauda en Carlos Reutemann zijn weg kan verder zetten. In de vijftiende ronde is het echter alsnog over en sluiten voor de Amerikaan, wanneer zijn motor voor de vierde race op rij de geest geeft.

Vooraan maakt Lauda korte metten met Laffite, terwijl Reutemann de tweede Lotus van Gunnar Nilsson achter zich aan krijgt. Het duel voor de derde plaats eindigt eveneens in tranen, wanneer de Lotus tegen de Ferrari aanrijdt. Voor de Zweed is de race gereden, terwijl zijn Argentijnse collega na een pitstop zijn weg kan hervatten. Hierna is het vooraan zo goed als afgelopen met de sensatie, want in de laatste veertig ronden veranderen de posities niet meer. Laffite geeft in de slotfase zijn Ligier nog een laatste keer de sporen, maar Lauda weet de Fransman gemakkelijk af te houden en zo zijn derde zege van het seizoen te boeken, zijn laatste in dienst van de Scuderia.

De jonge Fransman Patrick Tambay, pas aan zijn vierde Grote Prijs bezig, lijkt in zijn bescheiden Ensign een sensationele derde te zullen worden, tot hij in de laatste ronde zonder benzine komt te staan. Een teleurstellende Jody Scheckter (Wolf), die de hele wedstrijd achter de feiten aan rijdt, pakt zo alsnog de derde podiumplaats, voor Emerson Fittipaldi (Fittipaldi), Tambay en Reutemann. Renault komt na zijn debuut een maand eerder op Silverstone voor de tweede keer aan de start met zijn turbowagen. Halverwege de race valt coureur Jean-Pierre Jabouille uit met pech, maar voor het zover is, heeft hij in ieder geval al de nodige indruk gemaakt door tot op de zesde plaats door te dringen. De Franse turbopionier wordt na deze tweede deelname al meteen een stuk ernstiger genomen.

In de WK-stand doet Lauda, met nog vier races te rijden, een bijzonder goede zaak. Hij heeft nu al 21 punten voorsprong op zijn dichtste achtervolger Scheckter. Voor de Ferrari-coureur, over wie de geruchten over een mogelijke overstap naar Brabham voor 1978 steeds sterker worden, lijkt de tweede wereldtitel met rasse schreden te naderen.

[img]http://img821.imageshack.us/img821/1530/cz63.jpg[/img]

By SDG