Onderzoek door Ernst & Young en Freshfields Bruckhans Deringer naar de overname van de Formule 1-rechten door CVC van de Bayerische Landesbank (Bayern LB) in 2006 heeft niets onoirbaars opgeleverd.

Die rechten, zo gaan de geruchten, zouden beneden de marktwaarde zijn verkocht aan een investeerder die Formule 1-baas Ecclestone goed gezind was. Voor zijn rol als consultant ontving Gribkowsky een bedrag van 50 miljoen dollar. Volgens de officier van justitie heeft hij dit bedrag niet aan de belastingen opgeven. Bovendien werd Gribkowsky na de deal benoemd in het bestuur van Delta Topco, een positie die hij hangende het onderzoek heeft moeten afstaan.

Na de arrestatie van Gribkowsky ontkenden CVC en Ecclestone betrokkenheid bij de affaire. Later gaf Ecclestone aan geen uitlatingen te willen doen op advies van zijn advocaten. CVC en Delta Topco waren de speculaties, vooral in de Duitse media, zat en huurden Ernst & Young in om hun onschuld te bewijzen.

Het onderzoek leverde volgens Freshfields niets onoirbaars op. Ze hebben niets gevonden, zo meldde Ecclestone aan de Britse krant Daily Telegraph. Ernst & Young wilde niet reageren en Freshfields was niet bereikbaar voor commentaar.