In de F1 gaat er veel geld om. Erg veel geld, wat de teams graag in handen krijgen om zo hun auto’s sneller te maken dan de concurrentie. En de teambazen/teameigenaren willen tegenwoordig er warmpjes bij zitten.

Het begon in de jaren negentig van de vorige eeuw. Het kon niet op en het moest sneller, harder en groter.

Teams waren maar te happig op sponsors en/of investeerders, waardoor ze kwetsbaar werden voor financiële charlatans  zoals de in deel 1 genoemde Joachim Luhti of Prince Malik ado Ibrahim.

Walkinshawook geen lievertje wat Jos Verstappen zal beamen, had het kennelijk niet door dat Malik weliswaar een prins was, maar omdat Nigeria liefst 75 ‘koninklijke huizen’ kent, er geen Nigeriaanse prins was, zoals je dat met [Kroonprins] Willem-Alexander kunt vergelijken. Echter kwam Tom veel geld tekort, omdat Damon Hill moest worden betaald voor zijn diensten van 1997, terwijl de ideale paydriver Pedro Diniz naar Sauber verkaste.

De Nigeriaanse prins kwam met zijn t-minus, wat een soort investeringsvehikel moest voorstellen. Over het lange termijn werd niet gesproken, en toch wist Malik financiële specialisten als Morgan Grenfell te overtuigen om mee te doen.

T-minus leverde Arrows geen donder op. Daniel Audetto, voor het laatst gezien bij HRT, moest een te snel op de markt gebrachte energiedrank ‘pitchen’. En er waren zelfs plannen om motorfietsen te bouwen onder het merknaam.

Uiteindelijk gooide Walkinshaw Malik en zijn futzooitje eruit., doch had Malik zijn doel al bereikt. Malik had van te voren bedacht hoe de Formule 1 hem aandacht, aanzien en toegang tot investeringen kon genereren. Het frauduleuze feit lag h’m in het feit dat Malik een gerenommeerd bedrijf als Morgan Grenfell voor zijn karretje kon spannen.

Gelukkig kostte het Walkinshaw geen geld, hoewel…Omdat Tom dacht dat er geld onderweg was, gooide hij de snelle Fin Mika Salo eruit voor de onbesuisde Toranosuke Takagi. Er zou immers toch genoeg geld en budget zijn? Het is een verhaal zou als we het ook van Kovalainen anno 2012 kennen. Takagi bracht geld mee van PIAA, maar niet genoeg voor een heel seizoen, terwijl Salo een salaris kreeg.

Maar met Salo hoefde niemand medelijden te hebben. Immers mocht hij in 1999 Michael Schumacher vervangen, nadat deze zijn been brak. De Fin won bijna de GP van Duitsland op het oude hogesnelheidscircuit van Hockenheim, doch moest hij aan de kant voor Irvine.

Een beslissing waar Ferrari later spijt van kreeg, wegens de te grote mond van Eddie. Arrows behaalde in dat jaar geen enkele punt.

Malik zou jaren later in de VS in het gevang komen wegens verduistering van ruim 500.000 dollar.

En er zijn genoeg F1-bazen geweest die flink de fout in gingen!

Vooral in de jaren 80 en 90 was het raak. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Colin Chapman. In zijn jonge jaren leek hij op het prototype ‘keurige Brit’, doch was daar begin 1980 er niets meer van over.

Chapman raakte betrokken bij een grootschalige vorm van fraude, betreffende de DeLorean sportwagen. Chapman, DeLorean en Bushell staken het geld in eigen zak. Chapman overleed, DeLorean vluchtte en alleen accountant Fred Bushell zat drie jaar in het gevang, plus een jaar extra omdat Bushell de geëiste terugbetaling van 600.000 pond niet kon betalen.

Wie ook de gevangenis van binnen mocht bekijken, was Britse zakenman Ted Ball, financierde zowel Brabham en Lotus in de vroege jaren 1990. Hij werd veroordeeld tot drie jaar in de gevangenis, nadat hij had toegegeven de banken te hebben opgelicht voor miljoenen dollars.

Ball en zijn partner vervalsten de boekhouding van het naamloze vennootschap, genaamd Landhurst leasings, die in 1992 failliet ging met een schuld van 75 miljoen dollar.

Andrea Sassetti, de Italiaanse ‘schoenmaker’ met zijn rampzalige Andrea Moda. Hij werd gearresteerd in de paddock van Spa, waarna de FIA hem uitsloot wegens beschadigen van de sport.

En, natuurlijk, de Fransman Cyril de Rouvre , toen de baas van Ligier in 1993, die een aantal maanden doorgebracht in de gevangenis. De Franse magistraten kregen namelijk geen vat op de financiële transacties van zijn bedrijf UGC-DA.

En tijdens mijn onderzoek viel het mij op dat er twee investeerders [opererend in oa. de ‘Real Estate’] uit Japan waren, die beiden werden beschuldigd van fraude en in het gevang verdwenen. Bij Leyton House March was dat Akira Akagi, die in het najaar van 1991 schuldig werd bevonden aan vastgoedfraude, illegale leningen aan Japanse zakenmannen en oplichting van de Fuji Bank.

Bij Footwork Arrows bleek Wataru Ohashi iets te creatief te zijn geweest met de boekhouding van ‘zijn’ conglomeraat, dat begon als een koeriersbedrijfje, maar al gauw restaurants en overige vastgoed had. Het bedrijf heette eerst Zen Nippon Ryutsu, maar omdat het bedrijf ook internationaal bezig was werd het Footwork. Ohashi was eerder al teruggefloten door zijn Raad van Commissarissen, omdat de man teveel geld pompte in de autosport.

In de jaren 1970 ontdekten enkele Italiaanse bedrijven een maas in de toch al gebrekkige belastingwetgeving van hun land. Schenkingen bleken namelijk aftrekbaar te zijn! En het sponsoren van bijvoorbeeld een Formule 1 team, waar toch al enorm veel geld in omging, was ook een vorm van ‘schenking’.

Dus gingen de grote jongens als Parmalat en Candy [fabrikant van wasmachines] kwistig om met sponsorgeld. Het geld werd uit het bedrijf gehaald om zo aan de belasting te worden onttrokken, maar medewerking van de teams was ook nodig. Dit ging vrij makkelijk, want alles wat nodig was waren een paar valse facturen van een bereidwillige F1-team.

De belasting in het betrokken land, want ook andere landen kenden soortgelijke regelingen, zag het geld naar de F1 vloeien, maar de teams zag alleen de helft van het geld. De Formule 1 hoefde over het algemeen de sponsoring nooit te verantwoorden, maar er waren een paar onderzoeken, met name in Italië en die betroffen meestal de Italiaanse F1-teams.

Vooral in Italië, omdat men weer eens geen maat wist te houden. Als zelfs een klein bedrijf nog een paar ton aan sponsorgeld ‘doneert’ aan een team, dan gaat zelfs bij de meest inactieve ambtenaar een lampje branden. Toch kon er niet veel mee worden gedaan.

Dat was het ‘voordeel’ van de internationalisering en de technische stand van zaken destijds [ICT]. De andere teams waren Brits en de Britse overheid kon niet aan gegevens van Italiaanse bedrijven komen. Andersom kon de Italiaanse belastingdienst niet aan de gegevens van de Britse teams komen. Het ging bijna twintig jaar lang goed!

Weten we nu ook weer waarom er in die jaren bijna de helft van de grid uit Italianen [coureurs en teams] bestond!
Tegelijkertijd ontstond er het idee binnen de georganiseerde misdaad, om geld wit te wassen via de Formule-1 bedrijven. Witwassen werd ‘uitgevonden’ door de accountant van Al Capone, Meyer Lansky.

De maffia in de jaren 1920 gebruikte speelautomaten, casino’s, winkels en kledingbedrijven, bedrijven waar veel geld in om ging, om zijn geld wit te wassen. Het geld werd besteed aan de bedrijfsvoering ,  maar de boeken werden gecompenseerd door de betaling aan bedrijven die had valse facturen hadden afgegeven.
Er is nooit echt bewijs gevonden dat dit is voorgekomen in de Formule 1, maar zoals ik al eerder schreef, kon men eerder wel frauderen met de belastingen volgens hetzelfde principe!

Maar meer daarover in het derde artikel over de ‘Dark Side’ van de F1!

Tot slot, voor dit tweede deel, is geen twijfel dat de F1 heeft enkele gevallen van omkoping kende door de jaren heen. Niet in het minst met betrekking tot de races in sommige landen, waar lokale politici en ambtenaren betaling eisten om de Grands Prix door te laten gaan.

Corrupte burgemeesters, korpschefs en meer van zulke ‘fraaie’ mensen. Het schijnt te zijn voorgekomen dat de race moest worden afgelast, omdat de geëiste steekpenningen zo talrijk waren dat de race niet langer rendabel was!

Welke Formule 1 race zou dat nou zijn geweest?

Bronnen: Joe Saward, Quote, Wikipedia, GrandPrix.com