De FIA heeft onlangs een aantal reglementen goedgekeurd die de Formule 1 in de toekomst goedkoper en spannender moeten maken. Een aantal daarvan gaan al op zeer korte termijn in. Een overzicht van wat er te gebeuren staat.

Budgetplafond verder omlaag
Per 2021 zal er een budgetplafond komen in de Formule 1. Dat was al het plan, maar het plafond zal per volgend jaar niet 175 miljoen dollar zijn, maar 145 miljoen dollar. Dit om teams die veel last hebben van de corona crisis tegemoet te komen.

Het verlagen van het plafond ging echter niet zonder slag of stoot. Met name Ferrari had hevig bezwaar tegen de reductie. In Maranello verwacht men dat het verlagen van de budgetten vergaande gevolgen heeft voor het personeelsbestand en overweegt daarom om ook in te stappen in de IndyCar of het WEC.

Het plafond blijft niet bij 145 miljoen dollar. Het plan is om stapsgewijs het budgetplafond te verlangen naar 100 miljoen dollar.

 

Ontwikkeling gelimiteerd
De niet zo geliefde tokens keren terug. Een aantal jaar geleden was er al een token systeem voor wat betreft motoren ontwikkeling. Ditmaal komt er een token systeem op de algehele ontwikkeling en dat gaat al dit seizoen in. Het systeem moet voorkomen dat teams onbeperkt geld steken in de ontwikkeling van de wagens en het geeft de kleinere teams kans om het gat met de top te dichten omdat het ontwikkelingsniveau gelijk ligt.

Een groot aantal onderdelen wordt helemaal uitgesloten van ontwikkeling en mogen dus zelfs met de tokens niet aangeraakt worden. Onder andere het chassis en de versnellingsbak vallen hier onder. De ontwikkeling van de motoren mag dit jaar nog beperkt. In 2021 mag er nog maar één update per jaar plaatsvinden en per 2023 wordt de ontwikkeling helemaal aan banden gelegd.

 

Successysteem op aerodynamische ontwikkeling
Ook de ontwikkeling van de aerodynamica gaat op de schop. Vanaf 2021 probeert men de tijd in de windtunnel te beperken door maximale tijd in de windtunnel toe te wijzen op basis van de uitslag van het constructeurskampioenschap. De kampioen mag dus minder tijd in de windtunnel doorbrengen dan het team dat als laatste eindigt in het constructeurskampioenschap.

De maatregel moet niet alleen de kosten drukken, maar ook ervoor zorgen dat de teams dichter bij elkaar komen voor wat betreft de rangorde binnen de Formule 1. De maatregel wordt ook wel een vorm van ‘Balance of Performance’ genoemd dat we kennen uit onder andere het GT racen.