13 april 1986
Race 2: Grote Prijs van Spanje
Circuito de Jerez, Jerez de la Frontera
72 ronden van 4,218 km. Totaal: 303,696 km
Weer: droog, zonnig, fris
Voor de tweede Grote Prijs van het jaar trekt het Formule 1-circus voor het eerst sedert 1981 terug naar Spanje. Na Pedralbres, Montjuich en Jarama is het Andalusische Jerez de la Frontera de vierde omloop in het land die een Grand Prix mag organiseren. Midden in de Zuid-Spaanse sherrystreek – het bekende sherrymerk Tio Pepe fungeert als titelsponsor van de race – is een nagelnieuw circuit neergepoot, het eerste van de nieuwe omlopen die in 1986 aangedaan zullen worden. Met zijn overwegend korte rechte stukken, langzame bochten, beperkte inhaalmogelijkheden, brede uitloopstroken en een gemiddelde lage snelheid geldt deze omloop, meer nog dan de vernieuwde Nürburgring, als een blauwdruk van het Formule 1-circuit van de toekomst.
Doordat de Formule 1 voor het eerst in Jerez neerstrijkt, zijn er – afgezien van computerberekeningen – uiteraard nog geen richttijden beschikbaar. De coureurs kunnen in de trainingen door het inzetten van speciale kwalificatiebanden en –motoren voluit gaan, waardoor de chrono’s al snel volop naar beneden tuimelen. En wie anders dan Ayrton Senna toont zich in deze omstandigheden andermaal de beste? De Lotus-coureur zet reeds op vrijdag een duizelingwekkend rondje neer, waarbij hij bijna anderhalve seconde sneller is dan Nigel Mansell en Nelson Piquet. De beide Williams-rijders kunnen op zaterdag nog wel het gat tot binnen één seconde dichten, maar zelfs dan is de Braziliaan nog altijd veruit de snelste van het pak.
Doordat Piquet en Mansell nog van volgorde wisselen, krijgen we dezelfde tiercé als in Rio: Senna-Piquet-Mansell. Het betekent tevens de honderdste pole voor het Lotus-team. De McLarens van Alain Prost en Keke Rosberg revancheren zich lichtjes voor hun matige kwalificatie in Rio door de vierde respectievelijk vijfde tijd te rijden, gevolgd door René Arnoux (Ligier), de in de vrije trainingen verrassend snelle Gerhard Berger (Benetton), Jaques Laffite in de tweede Ligier, Teo Fabi in de tweede Benetton en Johnny Dumfries in de tweede Lotus. De Ferrari’s stellen ronduit teleur met een elfde tijd voor Johansson en een dertiende voor Alboreto. Nog slechter vergaat het de beide Brabhams: Patrese veertiende, de Angelis vijftiende.
Op zondag gaat de race van start onder een schraal lentezonnetje en onder een al even schrale publieke belangstelling. De hoogdagen van Fernando Alonso zijn in 1986 nog ver weg en het motorgekke Spaanse publiek laat de Formule 1 vooralsnog schouderophalend aan zich voorbijgaan: slechts 25.000 toeschouwers passeren de kassa in het weekend. Vooraf is duidelijk dat het benzineverbruik op dit circuit nog meer dan in Rio een cruciale factor zal spelen, evenals de bandenslijtage: het nagelnieuwe, ruwe asfalt vreet rubber. Vooral woelwater Mansell, de pineut van Rio, neemt zich voor – mede na een donderpreek van teambaas Frank Williams vanop zijn ziekenbed aan het thuisfront – hier een afwachtende houding aan te nemen en niet opnieuw de zege in de eerste ronde al te vergooien.
Teo Fabi vecht zich vanop de laatste plaats terug in de punten (Foto: LAT Photography)
De Brit laat aanvankelijk beide Brazilianen vooraan het dan ook onder zich uitvechten. De gebeurtenissen vlak achter hem tonen aan dat dit een goede houding is: Fabi verspeelt al in de eerste bocht zijn voorvleugel en dient na een pitstop vanop de laatste plaats de achtervolging in te zetten, Jonathan Palmer (Zakspeed) en Alan Jones (Lola) haken enkele bochten verder in elkaar en glijden gezamenlijk de gridbak in – wat voor de Australiër meteen het einde van de race betekent – en de Ferrari van Johansson vliegt na een remdefect keihard in de bandenstapels.
Ondertussen luidt de volgorde vooraan als volgt: Senna, voor Piquet, Rosberg, Prost, Mansell en Arnoux. Vooralsnog verkiest iedereen zijn brandstof- en bandenverbruik in de gaten te houden en zitten de koplopers nog steeds op een zakdoek bij elkaar. Mansell, die tevreden is over het verloop van zijn race totnogtoe, opent als eerste de gevechten. In de loop van verschillende ronden passeert hij Prost, Rosberg en Piquet en nadert met rasse schreden op Senna. Wanneer beiden zich na een veertigtal ronden opmaken om de Tyrrell van Martin Brundle op een ronde te zetten, plaatst de Brit zijn aanval en met gemak neemt hij de kop over. Op hetzelfde moment dient Piquet het veld te ruimen met motorpech.
Een verkeerde pitstopstrategie laat Alain Prost kansloos voor de zege (Foto: deviantArt)
Ondanks het hoge bandenverbruik proberen sommige coureurs de race op één enkel setje banden uit te rijden. Voor de beide McLarens is dit in ieder geval niet de goede strategie. Veel te laat zoeken ze alsnog de pits op, waarna ze uitgeteld zijn voor de overwinning. Maar ook Mansell’s banden zijn ondertussen aan het eind van hun Latijn en de Williams-coureur verliest opnieuw de leiding aan Senna. Een tiental ronden voor de finish duikt de Brit de pits in, waar hij superzachte kwalificatiebanden onder zich krijgt, die voor de korte afstand een extra voordeel moeten bieden. Mansell, teruggevallen naar de derde plaats, schiet dan ook als een pijl terug het circuit op en loopt op zevenmijlslaarzen in op de koplopers.
Drie ronden voor de finish rekendt hij af met Prost, waarna hij zijn slotoffensief inzet tegen Senna, die niet is binnengeweest en weerloos is tegenover het aanstormende geweld achter zich. Beide coureurs persen er in de laatste ronden nog alles uit en in de laatste haarspeldbocht voor de finish vindt Mansell de aansluiting. Bij het wegaccelereren naar de eindstreep zet de Brit zijn Williams naast de Lotus van Senna en beiden gan naast elkaar over de finish. De tijdwaarneming geeft de zege met veertien duizendsten van een seconde aan Senna, het kleinste verschil op de streep uit de geschiedenis sedert de zege van Peter Gethin op Ronnie Peterson op Monza in 1971. De ironie wil dat de eindstreep voor de race een stukje verlegd was vergeleken met de trainingen; anders was Mansell alsnog als winnaar over de finish gegaan. De Williams-coureur aanvaardt de nederlaag op een sportieve manier; op dat moment kan hij nog niet vermoeden hoezeer de punten die hij hier verspeelt uiteindelijk zullen doorwegen in de eindafrekening…
Fotofinish (Foto: deviantArt)
Na de beide kemphanen finisht Prost als derde voor zijn teamgenoot Rosberg. Ook beide Benettons finishen vlak na elkaar: Fabi wordt na een lange achtervolgingrace nog vijfde – het zal de enige puntenfinish voor de kleine Italiaan in 1986 blijken – en teamgenoot Berger pakt net als in Brazilië het laatste punt. De Spaanse Grote Prijs blijkt een echte afvallingsrace: slechts acht wagens halen de finish. Dankzij zijn overwinning leidt Ayrton Senna voor de eerste keer in zijn carrière de WK-stand.
Einduitslag:
1 Ayrton Senna (Lotus)
2 Nigel Mansell (Williams)
3 Alain Prost (McLaren)
4 Keke Rosberg (McLaren)
5 Teo Fabi (Benetton)
6 Gerhard Berger (Benetton)
—————————————————-
7 Thierry Boutsen (Arrows)
8 Patrick Tambay (Lola)
Pole-tijd: 1’21”605 (Senna)
Snelste raceronde: 1’27”176 (Mansell)
WK rijders:
Senna 15, Piquet 9, Mansell 6, Laffite 4, Prost 4, Arnoux 3, Rosberg 3, Brundle 2, Fabi 2, Berger 2
WK constructeurs:
Williams 15, Lotus 15, Ligier 7, McLaren 7, Benetton 4, Tyrrell 2
Wordt vervolgd…