Christian Horner benadrukt dat de rijke teams in de Formule 1 niet blind zijn voor de financiële strijd waarmee de kleinere teams worden geconfronteerd.

Vooruitlopend op de vergadering omtrent de financiële toekomst van de sport, welk op 1 mei zal plaatsvinden, zijn de kostenbesparingen op nummer één gezet.

De kleinere renstallen zijn boos omdat de grote teams de plannen voor een budgetlimiet hebben geannuleerd. Red Bull en Mercedes, twee van de teams uit de Strategy Group die de introductie van een budget cap hebben geblokkeerd, zeggen dit gedaan te hebben omdat een budget cap niet haal- of werkbaar zou zijn.

In plaats daarvan zoeken de rijke teams de kostenbesparing via het reglement.

Op de vraag van Autosport, of er nog wel wordt opgekeken naar de kleine teams antwoordde Horner: Ja, natuurlijk. Want uiteindelijk hebben we wel opponenten nodig om een race te houden.

Horner zegt evenwel geen begrip te hebben voor de boosheid van de kleine teams. De budget cap stond initieel op 200 miljoen dollar. Hoe zou dat een team als Sauber kunnen helpen? Hun budget is veel lager dan dat bedrag, dus zou Sauber geen stap vooruit komen.

Teambaas van diezelfde Sauber, mevrouw Kaltenborn, deed een oproep: Ze [topteams in de Strategy Group, FR] moeten in het belang van de sport handelen. Diversiteit en eerlijke competitie zijn gewenst. Punt is dat die topteams ook op een wankele fundering staan. We hebben elkaar nodig.

Kaltenborn doelt daarmee op eerdere besluiten van autofabrikanten die zich terugtrokken uit de sport wegens diverse redenen. Of er werd niet gewonnen terwijl er veel geld beschikbaar werd gesteld, of men had juist alles gewonnen.

Iets wat Monisha van nabij heeft meegemaakt met BMW