We schrijven de Nürburgring Nordschleife op 1 augustus 1976, dag op dag dertig jaar geleden. Ergens in één van de 62 bochten van het 22 kilometer lange circuit gaat het fout met de Ferrari, vooraan pronkt de nummer één van de wereldkampioen. Achter het stuur een Oostenrijkse topcoureur, tot dan toe veruit de beste van de afgelopen twee jaar. De wereld waarin hij tot dan toe in leefde stortte compleet in elkaar.

Wat vooraf ging.

Andreas Nikolaus Lauda werd op 22 februari 1949 geboren in Wenen. Als zoon van een rijke economist en een gegoede familie verwachtte men dat ook de jonge Lauda zich naar de top van de economie zou werken. Maar daar dacht Niki anders over. In plaats van economie studeerde Lauda, met veel moeite, af als automecanicien. Later zal ook hij een succesvolle zakenman worden, maar dat was nog ver van zijn bed toen. Zijn rijke familie kwam hem nadien wel goed van pas om allerhande leningen aan te gaan om te racen. De uitstekende reputatie van de familie Lauda zorgde voor contacten die anders vrijwel onmogelijk waren om te leggen. Niki Lauda nam voor het eerst deel aan een race in 1968. De Mini Cooper S. die hij toen in de hillclimb bestuurde was van een voormalige racer, waarvan hij op afbetaling de wagen had overgenomen. Dat was het begin van een lange schuldenweg, schulden die hij pas volledig afbetaalde een tiental jaar later. Hij won zijn eerste race meteen. De dag erna was het grote ruzie binnen de familie. Een Lauda hoort thuis op de pagina’s van de economie, niet van de sport ! bulderde het door de familie. Koppig als hij was bleef Lauda zijn willetje doordrijven en aan races deelnemen, waardoor de band met zijn familie sterk verzwakte. Enkel zijn grootmoeder zorgde voor nog wat steun, en dankzij haar kon hij nog een lening bij de bank afdwingen, maar stilaan ebde die steun ook weg.

Met het geld dat hij verdiende in de Formule Vee en een heel aantal leningen kocht hij zich een Formule 3-wagen en een caravan. In 1971 stapte hij over van de Formule 3 naar de Formule 2. Hij kocht zich in bij March, waar zijn teamgenoot Ronnie Peterson betaald werd om te rijden. Lauda zag in dat het een doodlopende straat was en kocht zich een zitje bij het BRM-team van Louis Stanley. Tegen die tijd waren zijn schulden reeds zo groot dat hij wel moést slagen om alles te kunnen afbetalen. Lauda nam ook deel aan toerwagenraces om toch nog iets van geld te verdienen. Maar hij werd opgemerkt om zijn kwaliteiten, en dat was het begin van een complete ommekeer. Eerst begon Louis Stanley hem te betalen, intussen had hij reeds zijn debuut gemaakt in de Formule 1. Na een geweldig duel met Jacky Ickx, die toen nog voor Ferrari reed, werd hij door niemand minder dan Luca di Montezemolo opgebeld. Of meneer Lauda soms zin had om eens een bezoekje te brengen aan de heer Enzo Ferrari ? Hij wurmde zich uit zijn contract met Louis Stanley en tekende bij Ferrari. Zijn eerste jaar bij Ferrari bracht zijn eerste overwinning en Lauda eindigde vierde in het kampioenschap, achter Fittipaldi, teamgenoot Regazzoni en Jody Scheckter. In 1975 won de Oostenrijker zijn eerste wereldtitel met Ferrari. Hij domineerde het seizoen, won vijf van de veertien races en had een voorsprong van negentien en een half punt op Fittipaldi. Het was pas rond deze tijd dat Lauda zijn intussen torenhoge schulden kon afbetalen. Lauda zelf noemt 1975 dan ook het ongelofelijke jaar. Toen kwam het seizoen 1976 …

Die ene dramatische dag

Het zag er naar uit dat Lauda op zijn sloffen wereldkampioen ging worden. Ferrari was te sterk, Lauda was dominant en de concurrentie kon amper volgen. De Playboy van de Paddock was destijds James Hunt. De charismatische Engelsman genoot van zijn leven en dat was duidelijk te zien. Een sigaretje opsteken in de paddock, een whisky naar binnen kappen voor hij in de wagen stapte en constant omringt door een of andere schone, met de sticker ’I love sex’ op zijn overall. Daartegenover stond De Rat Lauda; enkel gefocust op het racen, ietwat norse en vaak zelfs de saaiheid zelf. Laat het net die Hunt zijn die de grootste concurrent wordt van de Oostenrijker. In de eerste negen races had Lauda 61 punten behaald; tweede was Scheckter met 30 punten, Hunt had er 26. Van de eerste negen races won Lauda er vijf, Hunt won er twee. Hoe dan ook wordt 1976 één van de meest dramatische seizoenen dat de Formule 1 tot nu toe gekend heeft. Toen trok het hele gezelschap naar de Nürburgring, ook wel gekend als the Green Hell.

Hunt was de snelste over de 22 kilometer, Lauda was net geen seconde trager. Even voor de volledigheid : Patrick Depailler startte derde op 2.3 seconden, Alessandro Pesenti-Rossi startte laatste op 42 seconden. Het regende bij de start, maar na een halve ronde droogde het al op. Het laatste dat ik me herinner is dat ik een pitstop maakte om banden te wisselen, en toen reed ik weg, zegt Lauda. Een tiental kilometers verder, in de linkse knik na de bocht Bergwerk, verliest Lauda om een tot nu toe onbekende reden de controle over het stuur, slaagt naar rechts tegen de aarden berm en kaatst terug op de baan. Lauda verliest door de klap zijn helm, de wagen vat vuur en wordt tot slot nog is aangereden door Brett Lunger. De Engelsman springt onmiddellijk uit zijn wagen en loopt naar Lauda, gevolgd door Guy Edwards en Arturo Merzario. De laatstgenoemde slaagt erin om de gordels los te maken, en samen met de twee anderen halen ze samen Lauda uit zijn benarde positie. Lauda kan nog even rechtstaan, maar valt al snel neer. Zijn toestand is kritiek : hij heeft hete, giftige stoffen in zijn longen gehad, zijn gezicht is hevig verbrand en Lauda valt in een coma. Het was een verschrikkelijk zicht, vertelde Lunger ooit. zijn gezicht was volledig verbrand en je stond tot je enkels in brandende olie. Het duurde een kwartier eer de brandweerwagen er was, samen met de ziekenwagen. Lauda werd overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij de laatste sacramenten kreeg toegediend. Enkele dagen later ontwaakte hij, zijn hoofd was tot driemaal zijn normale grootte opgezwollen en zijn oren waren tot meer dan de helft weggebrand. Lauda had een hitte van 800°Celsius doorstaan, zijn balaclavamuts had het grootste deel tegengehouden maar was wel in zijn vel gebrand. Het was een schitterend voorbeeld over de mens Merzario, zegt Lauda enkele tientallen jaren later. Voor de race in Duitsland maakte hij mij met de grond gelijk, maar dat belette hem niet om zijn leven te wagen om mij te redden. Na de race in Duitsland bleef hij voortdoen op de manier dat hij voordien ook deed.

Het seizoen was over, Lauda zou nooit meer in een Formule 1-wagen stappen. Dacht de wereld. Lauda echter dacht er anders over.

Wat er achteraf gebeurde.

Na amper zes weken stapt Lauda opnieuw in zijn Ferrari. In die zes weken waren er twee races gereden, Hunt was intussen twaalf punten ingelopen en had nu nog een achterstand van veertien punten. Op dat moment wou ik het niet toegeven, verteld Lauda, maar toen de wagen de eerste keer begon te glijden verging ik van de schrik. Lauda werd vierde in Monza en Hunt scoorde niet. De twee volgende races in Canada en USA behaalde Hunt achttien punten (toen werden er voor een overwinning nog negen punten uitgedeeld), Lauda amper vier. Alles kwam dus neer op de laatste race, die werd gereden in het Japanse Fuji. Lauda had intussen nog maar een voorsprong van drie punten en startte derde, achter Andretti en Hunt. Het enige dat de Oostenrijker moest doen was voor Hunt eindigen om wereldkampioen te worden. Bij de start stonden de hemelsluizen open. Lauda, waarschijnlijk nog steeds bevreesd door zijn ongeluk op de Nürburgring, zakte al snel terug en na twee rondjes reed hij 21ste. Op dat moment hield hij het voor bekeken. Hij reed de pits in en stapte uit zijn wagen. Hunt moest nu derde worden om wereldkampioen te worden. Als bij wonder stopte het enkele ronden later met regenen en droogde het op. Hunt deed wat hij moest doen : hij kwam als derde over de streep, achter Andretti en Depailler. Met één puntje verschil won hij het kampioenschap. Was hij thuis gebleven, brulde Enzo Ferrari, verloren we tenminste in stijl. Nu verliezen we het kampioenschap door zijn schrik.

In 1977 herwint hij zijn ‘verloren’ titel, maar de laatste twee races wel van aan de zijlijn toekijken door een meningsverschil bij Ferrari, wat tot zijn uiteindelijke ontslag heeft geleid. Toch waren die twee laatste races van weinig belang, want Lauda was al drie races voor het einde wereldkampioen geworden en had een voorsprong van 26 punten wanneer er nog achttien te winnen waren. In 1978 en 1979 reed hij voor Brabham, met twee zeges en een vierde plaats in 1978. In 1979 behaald en gedemotiveerde Lauda amper vier punten en houdt het voor bekeken. Ik ben het beu in cirkels rond te rijden, zegt Lauda eind 1979.

In 1981 kondigt Lauda echter zijn comeback aan in de Formule 1, aan zijn zijde een dan nog trotse Ron Dennis. Een Italiaanse coureur zei over dat nieuws : Ik weet dat mensen tegenwoordig veel geld neertellen voor antiek, maar dit is gewoon krankzinnig ! Hij wint twee races en wordt vijfde in het kampioenschap, negen punten achter teamgenoot John Watson. In 1983 wordt hij amper tiende maar een jaar later slaat hij terug. Intussen is Alain Prost zijn nieuwe teamgenoot bij McLaren geworden en botert het niet echt tussen beide heren. Hij had het enerverende instinct om het team naar zijn hand te zetten en zich in die positie ook te handhaven, zegt Lauda over de Fransman. Dat belette Lauda echter niet om vijf races te winnen, tegenover zeven voor Prost. Toch wint niet Prost maar Lauda de titel … met een half puntje verschil. Prost krijgt voor de race in Monaco de helft van de punten toegekend omdat die na nog niet de helft van de race wordt afgevlagd. Lauda heeft 72 punten, Prost 71,5. Eind 1985 houdt Lauda het definitief voor bekeken en richt zich volledig op zijn luchtvaartmaatschappij.

Foto : Niki Lauda in de Red Bull, 1 april 2006.

By peter