De zomerpauze van 3 weken is achter de rug, maar wie zich al opmaakte voor een spetterend begin van het einde, kwam bedrogen uit. De Grote Prijs van Europa was een sisser die slechts bevestigde wat we al langer wisten: het verschil tussen Ferrari en McLaren is klein.

De GP viel al snel in een definitieve plooi en van de 20 rijders bleken weinigen er echt zin in te hebben. Alleen David Coulthard hebben we twee inhaalpogingen zien ondernemen, waarvan de laatste echter eindigde in een aanrijding met Adrian Sutil. Een mens begint zich af te vragen of DC er tegenwoordig plezier in zou vinden om de race geblinddoekt te rijden, want het is niet de eerste keer dit seizoen dat de Schot een andere rijder aantikt.

Stoet van 57 rondjes

De race in Valencia was ongetwijfeld één van de saaiste van het hele seizoen. Eigenlijk valt het kort samen te vatten: er is nauwelijks iets interessants gebeurd. Het begon nochtans veelbelovend, met Kubica die bij de start kwam aandringen bij Hamilton en Kovalainen die de vierde plek afpakte van zijn landgenoot Räikkönen.

De lakens bleken echter al uitgedeeld na bocht 2. De mannen in de leidende posities begroeven de strijdbijl en eenieder liet voor en achter zich een gat van enkele seconden vallen. Bij de eerste pitstops leek het nog even interessant te kunnen worden toen Heikki Kovalainen bij machte was de beide Ferrari’s op te houden ten voordele van Hamilton die nog niet binnen was geweest, maar dit gebeurde niet en de race ging al gauw weer z’n trage gangetje.

Terug waar ze thuishoren

Een team dat het de laatste paar races moeilijk had gekregen, is BMW Sauber. De zomerpauze heeft hen echter duidelijk deugd gedaan want na een achtste en een tiende plaats in Hongarije, voor het Zwitsers-Duitse team een ondermaatse prestatie, stonden ze er dit weekend weer. Robert Kubica reed – net zoals alle anderen eigenlijk – een redelijk anonieme race maar mocht wel weer op het podium klimmen.

Een andere renstal die zich in de kijker aan het rijden is, is Toyota. Eindelijk, zou je denken, want de voorbije 6 jaar kon het team ondanks zijn ruime budget maar weinig waar maken op de baan. In Valencia eindigden beide rijders in de punten (Trulli vijfde en Glock zevende) en het team pakte 2 podiumplaatsen en 24 punten in de laatste vijf races. Het zit er dik in dat zij hun vierde plaats in het constructeurskampioenschap van 2005 gaan evenaren.

Titelstrijd

De race werd verder gemaakt door 3 incidenten waar een Ferrar-rijder bij betrokken was. Eerst werd Massa te vroeg weer de baan op gestuurd na zijn tweede pitstop, wat bijna tot een aanrijding met Adrian Sutil leidde. Niet veel later was het teamgenoot Räikkönen die te vroeg vertrok en een mecanicien aanreed. Dat kostte Räikkönen een plaats, maar dat maakte uiteindelijk zelfs niets meer uit, want een ronde later begaf zijn motor het en kon hij zijn wagen parkeren.

Dit leidt tot heel wat onzekerheid wat de titelstrijd betreft. Enerzijds lijkt Ferrari momenteel net dat tikkeltje sneller te zijn dan McLaren. Dat was in Hongarije ook al zo, en werd nu bevestigd door een Massa in bloedvorm. Anderzijds hebben 2 Ferrari-motoren het begeven in 2 races tijd. Dat doet vragen over de betrouwbaarheid rijzen.

Ondertussen blijven we in de rare situatie dat er bij de constructeurs een andere leider is dan bij de rijders. In beide kampioenschappen is het verschil echter miniem. Als Ferrari de motorproblemen weet te verhelpen, lijken zij de beste papieren te hebben voor de resterende 6 races. Vraag is of Lewis Hamilton genoeg zal hebben aan tweede plaatsen om zijn voorsprong te behouden. De beide kampioenschappen zijn dus – in tegenstelling tot de voorbije GP – nog altijd razend spannend.

By peter