Een bericht, in de wereld gebracht door de gelauwerde autosportjournalist Mark Hughes van het Britse tijdschrift Autosport, vermeld dat Ferrari tijdens de Koreaanse Grand Prix weer team orders toepaste om het kampioenschap van Fernando Alonso te bevorderen.
In zijn verslag van de race wijst Hughes erop, dat toen Alonso tijd verloor bij zijn pitstop vanwege een wielmoer, Ferrari Massa leek te gebruiken om de grid te blokken zodat enkel Hamilton voordeel had van de vertraging. Dit voorval kostte Massa een positie.
De gevolgen werden volgens Huges al snel duidelijk. Zonder de interventie van Ferrari zou Alonso zich verder terug op de baan gevonden hebben, toen hij uit de pits terugkwam. En het zou Massa, niet Alonso, geweest zijn achter Lewis Hamilton toen de Safetycar van de baan gehaald werd. Het zou ook Felipe geweest zijn, om te profiteren van de remfout van Hamilton in bocht 1 toen de race hervat werd. Ferrari zou dan in een moeilijke positie verkeerd hebben. Zij konden Massa immers niet kunnen opdragen, om aan Alonso voorbij te laten zonder dat de FIA het als een teamorder zou zien.
Dat Hamilton wijd ging was een flinke mazzeltje voor Alonso. Niemand had kunnen voorspellen wat zou gebeurd zijn als Alonso, de van wie banden in een betere vorm waren, was gedwongen om Hamilton aan te vallen. Alonso zou de race mogelijk nog gewonnen hebben, maar het is ook gemakkelijk om stellen dat Massa de race zou winnen met een seconde voorsprong op Hamilton en dat Alonso als derde over de finish zou gaan. Was dat het geval, dan zou Alonso nu het kampioenschap leiden met enkel één punt op Mark Webber in plaats van de huidige voorsprong van 11 punten.
Inmiddels weet bijna iedere F1-fan wat artikel 39.1 inhoudt. Namelijk dat het verboden is voor een team om in te grijpen, teneinde het uitkomst van een race te beïnvloeden. Kort voor de GP van Monza werd het bekend gemaakt dat artikel 39.1 door de Formula 1 Sporting Working Group zal worden herzien, maar dat is tot op heden niet gebeurd.
Op het ogenblik is de regel nog van kracht. Na het oordeel Ferrari, werden de rivaliserende teamwerkbazen gevraagd of zij daarom veronderstelden dat de kosten om het team te negeren opdracht geven tot de regelgeving $100.000 is. Martin Whitmarsh van McLaren antwoordde: Ik denk dat dat een gewaagde interpretatie zou zijn. Als men duidelijk de regels overtreed, zou ik veronderstellen dat men mogelijk een zwaardere straf tegemoet kan zien, dan een boete van $100.000
Whitmarsh verwees hierbij naar een potentiële diskwalificatie.
Als men de beweringen van Hughes voor waar aanneemt, zouden de acties van Ferrari in Korea ernstiger zijn dan die van Hockenheim, waar slechts de eigen auto’s direct betrokken waren. Ferrari zou dan ook de resultaten van andere auto’s (McLaren) hebben beïnvloed.