Voor het eerst in ruim veertig jaar [1969] zal er geen Italiaanse coureur aan de start van een Formule 1-race staan. Vorig jaar streden Vitantonio Liuzzi en Jarno Trulli nog mee, maar beide heren werden bij respectievelijk HRT en Caterham de laan uitgestuurd.

Trulli verweet het Italiaanse bedrijfsleven, dat er geen talent uit zijn land klaarstaat om hem op korte termijn op te volgen. Ook de teambaas van Ferrari, Domenicali, betreurde het gemis:

Het maakt me verdrietig dat er na die jaren geen Italiaan meer in het veld is. Ik zeg dit op persoonlijk vlak, maar in het geval van is dat op sportief vlak ook erg jammer, want hij [Trulli] heeft maar weinig keren een auto gehad waarmee hij zijn talenten kon tonen. Ik wens hem veel geluk voor de toekomst.

De teambaas ziet nog wel hoop voor de toekomst. Sinds een paar jaar heeft Ferrari haar Driver Academy. Het is een plan voor de lange termijn om jonge coureurs op te leiden. We kunnen bevestigen dat twee jonge talenten, Raffaele Marciello en Brandon Maisano, een geweldige kans krijgen om progressie te boeken in de autosport., zei hij.

Trulli zei zich niet te zullen ‘vervelen’: Ik heb een wijngaard en een hotel in Zwitserland in mijn bezit, dus ik zal het sowieso niet rustig hebben. Ik ben echter racecoureur en daar zal ik dan ook mee doorgaan, is het niet in de Formule 1, dan is het wel daarbuiten.

Jarno, het ga je goed! Misschien zal ik eens een flesje van je wijn proberen!