Ik denk er wel aan., antwoordde Button op de vraag van de Daily Mail of hij wel eens aan stoppen denkt. In elke tak van sport is het zaak om op het juiste moment te stoppen. Veel coureurs stoppen, omdat ze een rustig leven willen en vier maanden later worden ze knettergek, omdat ze de spanning missen. De intensiteit van het besturen van een Formule 1-auto snap je alleen als je het zelf ooit hebt gedaan. Er is niets op aarde dat dezelfde ervaring geeft.

Aan stoppen met racen op het korte termijn denkt de 32-jarige Brit echter niet, omdat de spanning en sensatie van de sport nog altijd te belangrijk is voor hem.

Racen is het enige wat ik wilde doen vanaf mijn jeugd. Op mijn schoolrapporten stond altijd dat mijn concentratie van bedroevend niveau was. Ik lette nooit op, want ik dagdroomde alleen over racen. Ik heb ook nooit gedacht dat ik iets anders zou doen. Ik had natuurlijk niet de garantie dat ik een goede carrière zou hebben, maar een plan B was er niet., aldus de wereldkampioen van 2009.

Overigens gaf de Brit nog twee zaken toe;

Hij zou nooit een eventuele zoon pushen om F1-coureur te worden. En als zijn nageslacht het toch graag zou willen, dan zou hij het als zijn plicht zien zijn zoon te behoeden voor de negatieve kanten van de sport.

En gaf hij toe dat hij elke keer met een zekere angst in een Formule 1-auto stapt, zeker sinds zijn zware ongeluk in de kwalificatie voor de Grand Prix van Monaco in 2003. De McLaren-coureur heeft sinds die crash in Monaco het besef gekregen dat het ook bij hem mis kan gaan. De crash in Monaco was de ergste uit mijn leven. Ik kwam de tunnel uit terwijl ik bijna driehonderd kilometer per uur reed. Mijn auto raakte de vangrail en ik vloog hard de muur in. Ik was een paar minuten bewusteloos en het maakte me echt bang.

De angst wordt ook groter naarmate je ouder wordt, maar deze sport is zo moeilijk op te geven. De dag dat ik stop, krijg ik het gevoel van een Formule 1-auto besturen nooit meer terug. En dus is de Brit nog altijd op jacht naar die ene overwinning, waarover hij later stoere verhalen kan vertellen met zijn toekomstige zoontje.