Klassiekers. Soms herken je ze pas na een paar jaar, als je wiebelige YouTube-beelden terug zit te kijken. Bij anderen weet je het meteen. Maar allemaal staan ze voorgoed in het hoofd van de Formule 1-fanaat gegraveerd, als een tatoeage op de arm van Theo Janssen. Silverstone 87, Suzuka 89, Suzuka 90, Monaco 92, Spa 95, om er maar een paar te noemen. De laatste was Montreal vorig jaar, toen Jenson Button in de stromende regen een onmogelijke zege boekte. Vandaag was het weer Button die won, maar dat is slechts een detail in de ogen van een liefhebber. Want de opera die vandaag werd opgevoerd was een thriller die zijn weerga vrijwel niet kent.

Vooraf waren de voortekenen al zichtbaar. Het decor was Interlagos. Fameus racecircuit met een onvoorspelbare reputatie. Hoofdrollen waren er voor Sebastian Vettel en Fernando Alonso. De enige twee titelpretendenten die na een lang en slopend jaar nog over waren gebleven. Belangrijke bijrollen voor teamgenoten Mark Webber en Felipe Massa, maar ook voor McLaren-duo Jenson Button en Lewis Hamilton, die een dag eerder iedereen de achterkant van hun McLaren’s hadden laten zien. Zelfs de rol van een enkele figurant als Michael Schumacher of Nico Hulkenberg leek interessant.

Nog geen twintig seconden nadat de rode lichten voor vier maanden doofden, explodeerde de race. De slecht gestarte Vettel deed een prachtige halve pirouette, toen Bruno Senna hem in het grimmige middenveld niet meer kon ontwijken. Het was zo’n ongeluk waaraan niemand schuldig was, zo eentje die in de drukte en het geduw en getrek van een worstelend startveld kan gebeuren. Maar over dat soort ongelukken later meer. ’s Wereld beste starter Fernando Alonso klom ondertussen door een raketstart naar plek drie. En met de beschadigde Vettel achteraan het veld en Alonso op podiumkoers waren de titelkansen van beide heren binnen luttele seconden omgedraaid!

Het bleek het begin van een meeslepend duel. Vooraan leek het er even op dat Button en Hamilton in hun laatste race als teamgenoten nog eenmaal, zonder tussenkomst van anderen, mochten proberen een veel te late nummer één status te verwerven door de zege naar zich toe te trekken. Button leek in eerste instantie (en naar later bleek ook in laatste instantie) de race voor zich te winnen, toen de eerste plagerige regendruppels van de middag Hamilton op leken te houden en Button juist vleugels gaven. Button stoof langs Lewis die even later dan ook maar mismoedig de pitstraat en intermediates opzocht.

Vooraan moest Button drie keer in zijn spiegels kijken om te zien wie er nou ineens achter hem reed. Geen Hamilton meer. Geen Ferrari, dat zag hij ook meteen. Ook geen Red Bull, die zijn veel donkerder. Iets wits. Iets groens. Iets Oranjes… Toen zag hij het op zijn pitsbord: P2 Nico Hulkenberg. De jonge Duitser leek met iedere regendruppel die neerdaalde op zijn slicks sneller te gaan, haalde de verbouwereerde Button in en pakte brutaal de wedstrijdleiding af.

Hulkie had de man van de wedstrijd moeten worden. Zekers. Maar dan had hij nou net niet over de witte verf moeten rijden. Op het oude Interlagos is dat in de regen nog altijd spekkie glad en Hamilton, dichterbij gekomen door de pitstops, kon de leiding terug overnemen. Foutje. Kan gebeuren. Wat ook kan gebeuren (wedstrijdleiding let op!) is dat iemand glibbert in een bocht. En als je dan net iemand anders inhaalt kan je die gozer wel eens aantikken. Daar is een naam voor verzonnen: raceincident. Een incident dus, een ongeval, dat wel eens voorkomt als je racet. Zeker in de regen. Zeker in bocht één van Interlagos. Toch meende de wedstrijdleiding dat het niet in de haak was om daar te racen en dus moest Hulk naar binnen voor een drivethrough. Zo zonde. Zo nutteloos.

Wat je ook niet altijd meteen herkend is een grootheid. Soms duurt het gewoon even voordat je waarlijk kan zien hoe groot iemand is. Sebastian Vettel is groot. Als een Fangio, als een Clark, als een Stewart, als een Senna, als een Prost, als een Schumacher, denderde Vettel, met een niet helemaal frisse Red Bull, de punten weer in en pakte met een formidabele zesde plaats zijn derde (!) wereldtitel op rij. De jongen die ooit in Turkije na een zelf gemaakte blunder met zijn teamgenoot naast de baan stond, terwijl hij met zijn inmiddels beruchte wijsvinger cirkeltjes draaide rond zijn slaap om de mate van mentale gestoordheid van Webber aan te tonen, is niet meer. Sebastian Vettel is niet zomaar drie keer wereldkampioen. Hij is een absolute grootheid. Een fenomeen. Hij ís een Fangio, een Clark, een Stewart, een Senna, een Prost of een Schumacher.

Alonso is dat ook. Hij doet niets onder voor Vettel. Sommigen vinden hem nog wat beter, anderen vinden hem net iets minder. Het doet er niet toe. Ook de Spanjaard reed buitengewoon in Brazilie. Samen met Hamilton, Button en Raikkonen staat er momenteel dan ook een tamelijk unieke generatie op de grid. Een generatie die niet onder doet voor de grote lichtingen uit lang vervlogen tijden. Deze whatsappende, facebookende, twitterende, soms vloekende, maar altijd bevlogen lichting autocoureurs is een buitengewoon getalenteerde groep. En dat maakt deze generatie Formule 1-volgers buitengewoon gezegend.

Het enige vervelende aan de geniale middag is dat het voorbij is. Het bloedstollende seizoen 2012 is tot een daverend eind gekomen in Brazilie. Ik ga het gehuil van de motoren missen. Het gevloek van de coureurs. De incidenten rond Pastor. De Tooned-filmpjes met Lewis erin. De tranen van Massa. De provocaties van Helmut. De vinger van Bassie (ja, echt!). De gulle lach van Kamui. Hell yeah, ik ga zelfs Schumi missen, mijn eeuwige kwelgeest.

Wat mij nog rest is iedereen te bedanken die ook dit jaar weer de nieuwtjes, de specials, de previews en de nabeschouwingen op de Pits heeft gelezen of als een bezetene heeft zitten forummen. Voor de Pits was het één van de beste jaren ooit en ik spreek voor de gehele redactie als ik zeg dat we het met veel plezier gedaan hebben. Iedereen bedankt en hopelijk: tot volgend jaar!