Wie simpelweg een lijstje met wereldkampioenen Formule 1 erbij pakt, zal niet onder de indruk zijn van de naam Jim Clark. Clark werd ‘slechts’ twee maal wereldkampioen in 1963 en 1965. Diegene die zich echter meer verdiept in de Formule 1 van de jaren zestig zal echter gaandeweg steeds meer bewondering krijgen voor deze Schotse wereldkampioen.

Als Jim Clark op 7 april 1968 verongelukt in een onbeduidende Formule 2 race is hij recordhouder van het grootste aantal overwinningen, pole positions en snelste ronden. Jim Clark domineerde de jaren zestig zoals later alleen Ayrton Senna domineerde eind jaren tachtig en begin jaren negentig en Michael Schumacher dat deed aan het begin van deze eeuw.

Jim Clark wordt geboren op 4 maart 1936 in Kilmany Schotland. Clark heeft drie zusters en daarom heeft zijn vader zijn hoop op Jim gevestigd om het boerenbedrijf over te nemen. Vanaf zijn 17e jaar werkt Jim al fulltime op de boerderij van zijn ouders als hij in contact komt met Scott Ian Watson die meedoet aan diverse races. Als Clark de eerste keer meedoet in een race met de wagen van Watson is hij zo snel dat Watson direct zijn eigen carrière opgeeft en zich vanaf dat moment gaat inzetten voor de carrière van Jim.

Clark wordt vanaf dat moment besmet met het racevirus en ontpopt zich als een natuurtalent.

In 1960 rijdt Jim Clark 21 races in de Formule Junior voor Lotus waarvan hij er maar liefst 11 wint. In datzelfde jaar wordt duidelijk dat Austin niet meer doorgaat met het Formule 1 project. Dit zorgt ervoor dat Clark nu ook beschikbaar is voor Colin Chapman om hem in te zetten voor zijn Lotus team in de Formule 1. Zo kan het gebeuren dat Clark op 6 juni 1960 zijn allereerste Formule 1 race rijdt op het circuit van Zandvoort.

Titels volgden zoals eerder gezegd in 1963 en 1965. Ook op Indianapolis was Clarke succesvol. Verder was de Schot de eerste winnaar in een auto met monocoque. Hiervoor werden er space-frames of buizenframe’s gebouwd voor de racewagens. De monocoque van de Lotus 25 was veel sterker en toch lichter.

Na de Nieuwjaarsrace op 1 januari 1968 is de volgende Formule 1 race pas op 12 mei in Spanje.

In die tijd was het gebruikelijk dat Formule 1 coureurs ook regelmatig deelnamen aan Formule 2 races onder andere om in vorm te blijven voor de Formule 1 races die later in het jaar werden verreden. Op 7 april 1968 stapt Clark daarom in een Formule 2 Lotus op Hockenheim.

Clark is niet tevreden over de Lotus en heeft tijdens de kwalificatie veel problemen met de Formule 2 wagen. Een discussie tussen hem en Colin Chapman volgt. Clark vindt de Lotus Formule 2 onbetrouwbaar en wil eigenlijk niet van start gaan.

Chapman haalt Clark toch over om te gaan rijden…