Het lijkt zo simpel. Voetbalwedstrijden worden altijd in een voetbalstadion gespeeld, schaatswedstrijden op een ijsbaan, darten doe je in een kroeg, boksen in een ring en racen doe je op een circuit. Toch? Bijna goed. Alleen dat laatste niet. Racen gebeurt sinds enkele jaren namelijk ook in opgeleukte industriegebieden. Waarom weet niemand.

Gek eigenlijk. Sinds de entree van het stratencircuit van Valencia op de Formule 1-kalender is eigenlijk al duidelijk dat deze baan niets is en nooit iets zal worden. Toch is er voor aanvang altijd weer een klein beetje hoop, al lijkt die hoop ieder jaar minder te worden. Het circuit, als het die naam al mag dragen, heeft volgens zijn Britse wiki-pagina in de eerste drie edities welgeteld 4 (vier!) inhaalacties gezien. Vier inhaalacties. Daar hadden ze twee weken terug in Montreal nog niet eens een halve ronde voor nodig.

Ondanks dat kleine beetje hoop werd het weer een armoedige middag voor de verstokte F1-fanaat. Buiten lonkte een verfrissend zonnetje na dagen van regen. Er waren dan ook beslist veel leukere tijdsbestedingen te verzinnen, dan naar een achter elkaar aanrijdend lint van fleurige auto’s te kijken. Maar een Grand Prix afzetten? Dat lukt me niet. Zowel psychisch als anatomisch onmogelijk. Linkshandigen kunnen niet met rechts schrijven, vrouwen kunnen niet inparkeren, Ryan Giggs kan niet van zijn schoonzus afblijven en ik kan een Grand Prix niet uitzetten. Dat is nou eenmaal een gegeven.

En dus werd het weer uitzitten. Net als altijd in Valencia. Nog voordat de race van start ging, ging het eigenlijk al mis. I hope so, antwoordde Bernie Ecclestone namelijk, toen Eddie Jordan hem vroeg of we nog lang in Valencia zouden blijven racen. Verontrustend antwoord. Want niet alleen krijgen we jaarlijks een zielloze race te zien, er zijn ook nog mensen die er na afloop iets leuks over moeten schrijven op een F1-site… en dat valt echt niet mee kan ik vertellen. Maar we gaan een poging wagen.

Grootste pluspunt van vandaag was het duel tussen Mark Webber en Fernando Alonso. De tweestrijd van de twee om plek twee begon in bocht twee, toen de tweevoudig wereldkampioen langs de tweede Ferrari van Massa schoot en aansloot bij de tweede rijder van RedBull. Er ontspon een aardig duel, zowel op de baan als in de pits. Alonso haastte zich, aangestuwd door DRS-power en tienduizenden schreeuwende landgenoten, in het industriegebied langs Webber, om vervolgens weer achter de Australier aan te sluiten na de bandenstops.

De Ferrari-crew had echter goed gezien dat Webber na diens laatste pitstop op de hardere Pirelli’s niet meer zo hard ging als eerst, hield Alonso nog een paar rondjes buiten, riepen hem op het juiste moment naar binnen, ruilden de versleten softs om voor de verplichte hardere variant, en zwaaiden hem een laatste keer uit voor de slotfase van de race. Het was voldoende voor Alonso om naar een mooie tweede plaats te rijden. Leuk voor Ferrari. Leuk voor Spanje.

Eigenlijk is daarmee al het interessante aan de race wel verteld. Sebastian Vettel reed steevast een paar seconden voor het tweetal uit. Echt uitlopen kon hij niet, of deed hij niet, maar in gevaar kwam zijn leidende plekje nooit. Of hij uit verveling heeft meegeteld is niet bekend, maar na precies 1425 bochten liet hij zich dan ook maar weer eens als eerste afvlaggen. Deze man is wereldkampioen en blijft wereldkampioen. Mensen die daar nog aan twijfelen, twijfelen er waarschijnlijk ook aan of de aarde rond is en of Michael Jackson wel echt dood is.

De rest van het veld bleef op gepaste afstand achter de drie aanrijden. Al moet gezegd worden dat met ‘de rest van het veld’ ook letterlijk ‘de rest van het veld’ werd bedoeld. Niemand, echt niemand, viel uit. Geen geplofte motor. Geen duik in de vangrails. Geen fatale schuiver. Geen enkele uitvaller. Iedereen ging maar door. Michael Schumacher kwam nog het dichtst bij een uitvalbeurt, maar zijn loshangende voorvleugel kon de Duitser er niet van overtuigen om uit te stappen.

Het enige dat verder nog opviel in Valencia was het mysterie rond de verdwenen snelheid van McLaren. Twee weken voor de Grand Prix in Silverstone moet dat de equipe uit Woking grote zorgen baren. Lewis Hamilton beperkte de schade met een vierde plek, teamgenoot Button, grootse smaakmaker in de wildwaterbaan van Montreal, reed vandaag rond als een grijze middenmoter en eindigde met een minuut achterstand op een troosteloze zesde plek. What a difference a day makes…

Daarmee is alles over deze wedstrijd eigenlijk wel gezegd. Ergens ziet Bernie Ecclestone blijkbaar een reden om nog langer in Valencia te blijven racen. Hij hoopt het zelfs. Waarom is dat toch? Het zal wel weer met rollende euro’s te maken hebben en financiele aspecten prefereren blijkbaar boven de sportieve. Eeuwig zonde. Want de FIA, Pirelli en de teams doen hun uiterste best om races leuker, spannender en opwindender te maken en dan is het uiterst frustrerend om één keer in het jaar naar een sneu ritje door een opgeleukt industriegebied te moeten kijken.

Over twee weken gaan we naar Silverstone, een heus racecircuit.