De impact van de economische crisis op de Formule 1-wereld is nog nooit zo duidelijk geweest als nu. Steeds meer teams vragen steeds meer geld voor een racestoeltje. Terwijl steeds meer coureurs (met uitstekende kwaliteiten), steeds meer moeite hebben om een budget op te bouwen. Een van die coureurs is Pedro de la Rosa.

Aan AUTOSPORT laat de Spanjaard weten: Wat ik zeker weet is dat als ik geld had, ik nu al een stoeltje voor 2011 op zak zou hebben. Zo is het altijd al geweest, maar de situatie is volgens mij wel slechter dan ooit wat betreft het verkopen van zitjes door teams

Pedro gaf aan, niet per se in een winnende auto te willen zitten: Ik wil ergens aan de slag en genieten van het project en de mensen waarmee ik samenwerk. Dit is misschien mijn laatste seizoen en ik laat me niets opdringen. HRT? Voor mij hangt alles af van het sportieve plaatje. Als het interessant is ga ik er voor. Krijg ik dat gevoel niet, dan ga ik daar niet mijn tijd aan verspillen. Ik stop overal honderd procent inzet en passie in. En als ik naar Hispania ga, dan wil ik dat kunnen brengen

Inderdaad is er altijd sprake geweest van teams die hun stoeltjes verkochten. Maar dat waren er meestal heel veel, zodat de prijzen ‘redelijk’ waren. Denkt u eens aan; AGS, Brabham (na 1987), Coloni, Dallara, Fondmetal, Lamborghini, Mastercard Lola, Forti-Corse, Pacific…

Het verschil is nu, dat de FIA een ‘slot’ gezet heeft op het aantal teams dat mag meedoen aan het kampioenschap. Dus als men maar 12 teams toestaat, dan stijgt de waarde van een lege stoel navenant!

Hoe zeer ondergetekende het zou blieven, het wagenwijd openstellen van deelname aan de F1 voor teams zou geen oplossing zijn. Dan zouden er jaarlijks teams erbij komen en vertrekken. De jaren negentig zijn voorgoed voorbij…(helaas)