Winterse tests zeggen ongeveer net zoveel als politici in verkiezingstijd. De resultaten zijn vertekenend, nietszeggend en bedrieglijk. Dat weet iedereen. Dat weet zelfs Felipe Massa, die nadat hij Jenson Button op dag 1 zag rond spurten met een dappere 1.18.861, hoofdkrabbend en peinzend opmerkte dat die McLaren wel errug rap ging, om twee dagen later een volle seconde sneller te gaan dan Button. ‘Maar Jensie deed het op harde banden,’ sliste Massa bewonderend terwijl hij met een hand door zijn vlasserige haardos streek. ‘Mwah, dat scheelt maar een halve seconde,’ meende Pirelli.

Ondertussen deden de Spaanse tribunes een treffende imitatie van Lance Armstrong’s prijzenkast: die waren leeg. En dat had dan weer te maken met de meest opmerkelijke man van een hele week testen in Jerez: Fernando Alonso. Die was er namelijk echt niet. Dat was al gezegd hoor, Nando moest trainen, maar de vooraankondiging verdreef hooguit de verrassing maar maakte de afwezigheid niet minder opmerkelijk. ‘Hij moet trainen,’ zei Di Montezemolo. ‘Ik moet trainen,’ knikte Nando. ‘Hij moet trainen,’ sliste Massa terwijl hij knikte met zijn hoofd.

Een speciaal fysiek trainingsprogramma moest uitgerekend dezer dagen worden afgewerkt om Alonso in opperste staat van paraatheid te brengen, zodat de aanstaande wereldtitelstrijd nu eindelijk weer eens in zijn voordeel beslecht kan worden. Toen Jenson Button op dag 1 van het raceseizoen 2013 zijn volgens Felipe Massa jaloersmakende rondje reed, was het 73 dagen geleden dat dezelfde Brit, begeleid door het imponerende God Save the Queen, juichend het podium van Interlagos op was geklommen. 73 Dagen. 73 Dagen waarin alle coureurs zichzelf in vorm hielden om deze week dan eindelijk, met een door vlinders gevulde onderbuik, de first date te hebben met hun vers ontworpen en hagelnieuwe speelgoed.

Zo niet Fernando Alonso. Terwijl zijn klasgenoten hun wagens over het grijzige asfalt van Jerez joegen bekeek hij overdenkend zijn trainingsschema. Niet zo gek. De gelijkenis is treffend. Het bruinzwarte Zuid-Europese haar. De donkerbruine, lodderige ogen. De iets te breed aangezette kaaklijn. Apollo Creed heet tegenwoordig Lewis Hamilton, Ivan Drago Sebastian Vettel. Het circuit is de ring. Het oog van de tijger. Daar gaat hij. Rennend de trappen op van de pompeuze kathedraal van San Salvador, gedragen door de stoere, zware dreunen van Survivor, en achtervolgd door honderden juichende Oviediaanse schoolkinderen die hem omsingelen als hij bovenaan de trappen zijn vuisten triomfantelijk stuk slaat in de lucht. Rocky is terug.

Ferrari is het enige team dat het snapt. Formule 1 draait uitsluitend om het fysiek. Al die onzin over banden, neerwaartse druk, mechanische grip of wegligging, Formule 1 is niet meer dan een wedloop van fitheid. Ferrari moest zelfs een beetje ingehouden lachen toen ze deze week de kopmannen van de concurrenten eindeloos hun rondjes zagen draaien, terwijl hún ster zijn nekspieren trainde en zijn triceps sterkte. Ze zagen gniffelend toe hoe Vettel in de pitstraat aan Newey vertelde over zijn zojuist afgeronde eerste date met de RB9, wetende dat Alonso zojuist zijn zoveelste bosloop tot een succesvol einde had gebracht. Ze kletsten op hun dijen van de pret toen Raikkonen doelloos kennis maakte met de nieuwe Pirelli’s, terwijl de Italianen wisten dat Alonso nog maar eens wat kilo’s de lucht in bankdrukte. Ze rolden zelfs met betraande ogen over de vloer van de pitstraat toen Button de zojuist verzamelde data met zijn engineer besprak, terwijl Alonso zojuist 264 sit-ups in een halve minuut had afgewerkt.

Sebastian, Lewis, Kimi en Jenson zijn gewaarschuwd. Fernando Alonso is hongerig als een tijger. Alle 640 spieren in zijn lichaam zijn sterker dan ooit. Zelfs zijn sluitspier drukt met gemak 23 kilo. Hij mag en zal dit jaar geen tweede meer worden. Verliezen is immers geen optie. Gaat ook niet gebeuren. Straks in Melbourne, als Vettel en Hamilton de uitputting nabij zijn, haalt Alonso ze allemaal in. Met een hartslag die nauwelijks hoger zal zijn dan tijdens een zaterdagmiddagwandeling met zijn Russische fotomodel in het stadspark. Misschien dat hij deze winter nog wat rondjes gaat rijden. Voor het gevoel. Even kennismaken met de wagen. Alleen als hij tijd heeft. Want er zijn immers belangrijkere dingen voor een coureur.