Grand Prix van Australië 2019


Albert Park vanuit de lucht gezien

Zoals ieder jaar is de Australische Grand Prix de grand prix waar we zo naar verlangden, waar we vroeg voor opstaan, waar we veel langer van tevoren dan andere grands prix over speculeren, soebatten, voorspellen en discusiëren.

Tegelijkertijd is het de grand prix die meestal tegenvalt. Door ons beschaamd groot verlangen misschien, maar zeker ook door de baan.
Inhalen is op het circuit in Melbourne een hele opgaaf. Het is bijna niet te doen en dat betekent dat de wedstrijd normaal gesproken grotendeels gereden wordt op zaterdag, tijdens de kwalificatie. Je startplek is op Albert Parc extreem belangrijk. Het is smal, het is niet zo lang en de rechte stukken zijn kort. Dat is verder niet erg, maar als fan verwacht je misschien alle prachtige momenten die je je van vorig jaar herinnert in die ene race in februari. Want zo werkt ons geheugen; we onthouden dat wat indruk maakt en we vergeten dat wat normaal is. Normaal vinden we maar saai.

En dan is er zo’n winter overheen gegaan. Logisch dat we een topwedstrijd willen. Verwachten dat er een knallende grand prix te zien is. Helaas -weten we best- is spektakel zelden gezien in de eerste grand prix als die in Australië werd gehouden.

Toch zitten we het hele weekend voor de buis. De vrije trainingen, midden in de nacht. De kwalificatie op zaterdagochtend, opstaan voor het krieken van de haan. De race! Zondag nog lang voor het luiden van de kerkklokken. Oh man wat vroeg. Maar we staan op, we gaan kijken, sommigen voelen de zenuwen gieren, harten kloppend in kelen van mannen, vrouwen, jongetjes en meisjes.

En iedereen heeft zijn eigen motivatie voor het opstaan in de donkere ochtend; de een wil Max Verstappen zien winnen, zet de TV uit, keert terug naar bed als het allemaal niet goed gaat. De ander wil gewoon de race zien, volgt op 4 schermen alle data en cameraposities en vreet iedere seconde, ongeacht wie of wat het goed of slecht doet.


Kimi Räikkönen in Oostenrijkse dienst

Dan zijn er fans. Hamiltonfans, Kimiïsti, Ferraristi ook wel tifosi, er zijn Fransen die Grosjean aanhangen en Gasly of óf Gasly, er zijn Spanjaarden die Fernando Alonso missen -maar hun verdrietig hard uitstorten bij Sainz die geen junior wil heten- en dan is er voor de Monegasken nog een Fransman genaamd Leclerc. De Duiters kijken voor Vettel en Hülkenberg. De Italianen voor Giovenazzi bij Alfa Romeo, god wat zijn ze trots.

Maar heel de wereld let op en praat over die fenomenale jongeling uit het Nederlands-Belgische niemandsland, die jongen van 21 die beter Engels spreekt dan Nederlands en nóg beter de taal verstaat van sturen, die bochten leest zoals Van Oirschot zijn boeken of Van Gaal een wedstrijd.

Die zich van niets en niemand iets aantrekt, die recht op zijn doel afgaat, het wereldkampioenschap. Zijn naam hoeft niet genoemd te worden want hij heet Max Verstappen en hij trekt nu al twee jaar in onverwachte arena’s zoals in Oostenrijk en Hongarije compleet oranje tribunes met dik betalende hollanders.


Max Verstappen viert de vijfde overwinning uit zijn carrière

Dát fenomeen haalt veel meer mensen uit hun bed dan ooit. Waar 120.000 Nederlanders in 2015 naar de eerste grand prix van dat jaar keken worden het er nu zomaar tussen 2 en 3 miljoen. Dat is ongekend en magnifiek. Het is ook terecht. Nederland houdt van succesvolle en kansrijke sporters uit eigen land. Zielsveel. Nederland houdt ook van een feestje en viert graag overwinningen met bier en oranje mutsen.

Nu de renstal van Verstappen met Honda een team vormt willen we graag weten hoe die combinatie werkt ten opzichte van Mercedes, Ferrari en Renault. De Grand Prix van Australië gaat een eerste harde indicatie geven: is die Honda wel betrouwbaar op race pace? Is de auto goed, net als vorig jaar aerodynamisch zó op orde dat de zwakke Renaultmotor gecompenseerd werd en Red Bull 4 races winnen kon.

Laten we ons inhouden en niet verlangen dat die jongen nu al wereldkampioen gaat worden. Dat huwelijk van Honda en RBR is in de wittebroodsweken. Laten we hopen op een paar mooie overwinningen en snappen dat die dan gevierd moeten worden als een wereldkampioenschap. De lat mag hoog liggen, dat vindt Verstappen zelf ook. Maar realisme maakt die enkele overwinningen een feest en het gebrek eraan te begrijpen. Laat Honda verder maar schuiven, die Japanners weten precies wat ze doen.