Silverstone 1999, vlak na het begin van de race zwaaien de marshalls met rode vlaggen. De race wordt afgebroken. Het is Alessandro Zanardi die op een vervelende plaats is stilgevallen.
Precies op dat moment plaatst Michael Schumacher in de Ferrari een aanval op zijn teamgenoot Eddie Irvine in Stowe Corner. Hij wil snel een slechte start goedmaken.
De actie loopt verkeerd af en Schumacher vliegt hard in de bandenstapels. Een ambulance komt ter plaatse en vanaf een brancard (en achter de afschermdoeken) laat Schumacher met een duimpje omhoog weten aan de rest van de wereld dat het relatief oké met hem gaat.

Voor de titelaspiraties was het echter niet oké voor Schumacher. Hij bleek zijn been gebroken te hebben en voor een aantal races te zijn uitgeschakeld. Dat was een lelijke streep door de rekening van Ferrari, dat hunkerde naar de wereldtitel. Deze was sinds 1979 (Jody Scheckter) niet meer in Italiaanse handen geweest. Schumacher zou de rijder zijn die de titel weer naar Zuid-Europa zou brengen. Hij reed, na zijn 2 wereldtitels in 1994 en 1995 voor Benetton, sinds 1996 voor Ferrari en om hem heen was een dreamteam opgebouwd met Jean Todt, Rory Byrne, Ross Brawn en de duidelijk tweede rijder Eddie Irvine.
Na 3 seizoenen opbouwen moest er in 1999 geoogst worden. De huidige concurrentie (voornamelijk bestaande uit de Mclarens van wereldkampioen Mika Hakkinen en David Coulthard) zou verslagen moeten kunnen worden.

Ferrari kon niet veel anders doen dat Eddie Irvine promoveren tot nieuwe kopman. De vraag was of Irvine deze druk aankon maar er was weinig keuze. De flamboyante Ier moest de kar trekken. Als tijdelijke tweede rijder werd de Fin Mika Salo aangetrokken.
Tijdens de eerste race van dit gelegenheidsduo in Oostenrijk werd Ferrari nog behoorlijk geholpen door David Coulthard. Hij tikte in de tweede bocht zijn teamgenoot Mika Hakkinen in de rondte. De Fin was NOT amused. Vanaf de leidende positie kon hij plots achteraan beginnen. De auto’s waren niet beschadigd. Coulthard won de race, voor een dankbare Irvine en Hakkinen, die zich knap naar voren werkte.

Tijdens de volgende race in Duitsland was Salo het hele weekend de snellere van de twee Ferraririjders. Geholpen door problemen bij de Mclaren coureurs, reed hij tegen het eind van de grand prix aan de leiding, voor Irvine. Dit was de kans van de Fin om zijn eerste grand prix te winnen. Helaas had Ferrari andere wensen (de wereldtitel) en vroeg aan Salo om Irvine voor te laten.

Voor Salo was dit een dilemma.
Hij besefte dat hij bij de vorige teams waar hij gereden had nog nooit zo’n kans had gehad. Zijn toekomst was in het ongewisse, hij wist dat hij tijdelijk bij Ferrari reed en dat hij weer op zoek moest gaan naar een team als Schumacher terug zou komen.
Het was voor hem absoluut niet zeker of hij ooit zo een grote kans zou krijgen om weer een grand prix te winnen… Nu moest hij een keuze maken: eigen belang of team belang…
Salo besloot het laatste, nam gas terug en gaf Irvine de zege cadeau.

De volgende races waren de Mclarens weer op kop te vinden. Häkkinen won in Hongarije, Coulthard werd tweede doordat Irvine bezweek onder de druk van de Schot en een foutje maakte. In België waren de Mclarenrollen omgedraaid. Coulthard won na weer een contact met Hakkinen, Irvine werd vierde.

Mika Häkkinen had ook goede zaken kunnen doen op Monza, maar maakte in leidende positie een dure fout door in de eerste chicane van de baan te spinnen. In de bossen van Parco di Monza kon hij zijn tranen niet bedwingen. Met een zesde plaats van Irvine had Häkkinen zeer goede zaken kunnen doen in Italië. De Mclarenrijder vergooide het.

In 1999 werd voor het eerst gereden in Maleisië. Deze een na laatste race was het decor voor de terugkeer van Michael Schumacher. Mika Salo werd bedankt voor bewezen diensten en dan vooral voor het afgeven van zijn enige zegekans. Irvine was nog steeds een titelkanshebber met slechts twee punten achterstand op leider Häkkinen.

Schumacher zou zich nu moeten schikken in de rol van tweede rijder om de titel naar Ferrari te brengen. Dat deed hij op Sepang voortreffelijk. Hij pakte pole en liet de naast hem startende Irvine snel voor. De Duitser deed het rustiger aan en was de buffer voor de Mclarens. Irvine kon zo een gezonde voorsprong opbouwen en de winst pakken, voor Schumacher, die een uitstekende “tweede rijder” was en Häkkinen achter zich liet.

In eerste instantie werden beide Ferrari’s illegaal bevonden. Dat had de titel direct via de groene tafel naar Häkkinen gebracht, maar in hoger beroep werd deze beslissing teruggedraaid. Dit had het gevolg dat Irvine als leider (met vier punten) naar de laatste race in Japan ging. Met nog zo’n staaltje teamwerk zou dan eindelijk de titel naar Ferrari gaan.
Häkkinen had de zege hard nodig. Als de Fin zou winnen, zou de titel naar de Mclarenrijder gaan.

De pole was wederom voor Schumacher met Häkkinen naast hem. Irvine stond slechts vijfde na een crash tijdens de kwalificatie. Häkkinen was als snelste weg en Schumacher volgde. Het gat tussen de twee was met rond de vijf seconden nooit echt groot, maar Schumacher kon (of wilde) het de Fin niet echt moeilijk maken… Daarachter reed Irvine op meer dan een minuut achterstand. Hij werd lang opgehouden door Coulthard op exact de manier waarop Schumacher dit in Maleisië deed.

Met dit resultaat was Häkkinen wereldkampioen. Voor Ferrari was er niet meer dan de constructeurstitel en dat werd gezien als een troostprijs.

Thuis op de bank zat Mika Salo zich te verbijten. Had hij in Hockenheim maar voor zichzelf gekozen. Nu gaf hij een cadeau weg dat achteraf niets waard was. Op zijn palmares staan slechts twee formule 1 podiumbezoeken uit honderdelf races. Dat hoogste treetje heeft hij niet mogen beklimmen.
Dat heeft hij weggegeven….. voor niets……..