Niet de laatste [Noord-]Amerikaan, want dat is de Canadees Jacques Villeneuve die in 1997 zich tot kampioen Formule 1 mocht kronen.

Goed.

Mario Gabriele Andretti, geboren te Montana in Italië. Hij heeft in Aldo een tweelingbroer. Montona was in die tijd Italiaans grondgebied, maar na de Tweede Wereldoorlog werd het als Motovun bij Joegoslavië ingedeeld naar aanleiding van het Verdrag van Parijs. De familie verliet Montona en kwam met een omweg langs Italië in de Verenigde Staten terecht, waar de familie zich vestigde in Nazareth, Pennsylvania. In 1964 werd Andretti Amerikaans staatsburger.

Mario en zijn broer Aldo startte met racen op een onverhard ovaal circuit dat gelegen was in hun woonplaats Nazareth. Mario reed tussen 1966 en 1969 veertien races in de NASCAR Grand National Series.

Andretti debuteerde op 6 oktober 1968 in de Formule 1 tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten in een Lotus. Hij moest opgeven met mechanische pech. Tot 1974 reed hij enkele races per jaar in de Formule 1 en de rest van het jaar concentreerde hij zich op de races in de Verenigde Staten. In 1971 reed hij vijf races voor Ferrari. Hij kon zich dat jaar niet meer kwalificeren voor de Grand Prix van Monaco, maar hij won wel de openingsrace van het jaar, de Grand Prix van Zuid-Afrika.

Vanaf 1975 ging hij zich fulltime toeleggen op de Formule 1. Dat jaar reed hij voor Parnelli. In 1976 reed hij naast twee races voor Parnelli, dertien races voor Lotus. Hij won met Lotus de Grand Prix van Japan. Hij bleef de volgende vier jaar bij Lotus rijden. In 1977 werd hij met vier overwinningen derde in de eindstand van het kampioenschap.

In zijn jaar kreeg Mario een Lotus 79 als gereedschap. Een auto dat iets had, wat de concurrent maar niet begreep. De Red Bull RB7/8/9 van zijn tijd, zeg maar…

Het jaar begon in Argentinië met een overwinning in de oude 78, maar met de Lotus 79 werd er meteen gewonnen in België, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Nederland en tussendoor won Peterson de regenrace in Oostenrijk.

Andretti stond twaalf punten voor op zijn teamgenoot met nog drie races te gaan, toen het noodlot toesloeg. In Monza ging het helemaal verkeerd en Peterson raakte betrokken bij de startcrash. Hij stierf een dag later aan zijn verwondingen, waarbij men ook naar de artsen wees die te snel overgingen op opereren.

Andretti was kampioen, maar niet van harte…In de resterende races kon de Amerikaan nog geen puntje bijeen sprokkelen. Andretti bleef bij Lotus, maar won niet meer. De rest van de grid had het principe van de grondeffect door en bouwden betere versies dan Lotus. Eigen was ook Chapman schuldig, die weigerde om een bestaand concept uit te diepen. In plaats daarvan dook de Brit in een ander en ongewis avontuur.

In 1981 had Mario er genoeg van. Hij ging rijden voor het team van Alfa Romeo, maar hij kon dat jaar maar één keer binnen de punten rijden. In 1982 reed hij nog drie races in de Formule 1, derde in een Ferrari tijdens de Grand Prix van Italië.

Mario Andretti keerde terug naar huis en ging Indycars rijden. Vanaf 1982 tot zijn afscheid op het einde van 1994. Op 4 april 1993, drie weken voor zijn 53e verjaardag won hij op de Phoenix International Raceway, zijn 52e en laatste overwinning uit zijn carrière. Daarmee staat hij op de tweede plaats voor het recordaantal gewonnen wedstrijden in de Champ Car, na A.J.Foyt die 67 overwinningen op zijn naam schreef.

Andretti reed 29 keer de Indianapolis 500. Hij vertrok drie keer vanaf poleposition en kon de race één keer winnen. Dat was al in 1969 [!] met een Brawker Hawk-Ford. In 2003 probeerde hij terug te keren om zich een dertigste keer te kwalificeren voor de race, maar tijdens de voorbereidende trainingen had hij een zware crash waarna hij besloot om te stoppen.

Het was toen genoeg geweest voor de Italo-Amerikaan.