Michael Schumacher (Ferrari) wint in Imola de Grote Prijs van San Marino, de vierde wedstrijd van het seizoen. Daarmee doorbreekt de Scuderia voor het eerst dit jaar de hegemonie van Renault, dat de eerste drie races won. Schumacher pakt op zaterdag eveneens de pole, voor de beide Honda’s van Jenson Button en Rubens Barrichello.

Fernando Alonso (Renault) is pas vijfde, na de tweede Ferrari van Felipe Massa, doch de wereldkampioen weet in de race snel naar de tweede plaats op te rukken. Schumacher heeft ondertussen een kloof geslagen, doch wanneer hij bandenproblemen begint te krijgen, kan Alonso aanpikken. Beiden rijden zowat de halve race in elkaars kielzog en zorgen voor een herhaling van het duel van 2005, dat nu echter net omgekeerd verloopt. Waar Alonso toen geen krimp gaf onder de herhaalde aanvallen van Schumacher, weet de Duitser nu juist alle aanvallen van Alonso af te slaan. Schumacher wint uiteindelijk het weergaloze duel met lichte voorsprong en nadert zo in de WK-stand tot op vijftien punten van de regerend wereldkampioen (36 tegen 21). Juan-Pablo Montoya (McLaren), Felipe Massa (Ferrari), Kimi Räikkönen (McLaren), Mark Webber (Williams), Jenson Button (Honda) en Giancarlo Fisichella (Renault) pakken de overige punten.

De startronde wordt ontsierd door een zware crash van Christijan Albers (Midland), die in de Villeneuve-chicane door Yuji Ide (Super Aguri) aangetikt wordt en verschillende keren over de kop vliegt. De Nederlander komt gelukkig met de schrik vrij. De FIA toont echter geen genade voor Ide en neemt de Japanner, die al meermaals gecontesteerd werd, kort nadien zijn superlicentie af. Vanaf de volgende race wordt hij vervangen door de Fransman Franck Montagny.

De Formule 1 komt in 2006 voor de laatste keer naar Imola. Daarmee komt er ook een eind aan de Grote Prijs van San Marino, die sedert 1981 26 jaar onafgebroken op de kalender stond, en is Monza voortaan opnieuw de enige race op Italiaans grondgebied.

© Calzinger

By SDG