Over een maand zal het nieuwe seizoen losbarsten!
Een seizoen waarin de FIA weer de nodige maatregelen heeft genomen, omdat de F1 meer spektakel biedt aan de F1-fans.

Gedoeld wordt op de nieuwste items voor 2011, zoals de beweegbare achtervleugel, de rentree van KERS en (te) snel slijtende Pirelli-banden.

Dit alles om de spektakelwaarde van de sport te vergroten.
Kritiek is er ook. Tegenstanders maken zich zorgen over de laatste ontwikkelingen in de Formule 1. Oa. Regerend kampioen Vettel plaatst vraagtekens bij de noodzaak ervan.

De Formule 1 zou steeds radicaler worden met alsmaar meer nadruk op de show.

Hoe anders was het veertig jaar geleden. Het slipstreamen bereikte een hoogtepunt.
In de snelle bochten bleven ze in het spoor van hun voorganger, want de aerodynamische grip was nog niet geboren.

Ik neem u mee naar de GP van Italië te Monza in 1971. Het circuit had in die tijd de vorm van een pistool, waarover de F1-auto’s als kogels schoten.
De allerlaatste race van het slipstreamtijdperk was meteen ook de mooiste. 24 leiderswisselingen en een winnaar die pas in de laatste ronde vooraan rijdt.

Direct na het vallen van de startvlag, begon de gekte!

De starter had geen schuld, doch Clay Regazzoni maakte een uiterst brutale valse start. De Zwitser ging er duidelijk te vroeg vandoor. Het leverde de Zwitser behalve het vooruitzicht op strafseconden verder niets op.

Siffert reed al aan het eind van de eerste ronde naast hem. En niet lang daarna was er een kopveld van maar liefst 13 rijders. Het was net wielrennen. Wie niet aanhaakte, reed vol in de wind.

Dan komen de eerste uitvallers: Stewart en Ickx moeten in de 16e ronde opgeven met een defecte motor. Twee ronden later maakt Regazzoni een einde aan de discussie over zijn tijdstraf (toen was het ook al ‘moeilijk’ besluiten voor de heren officials): Clay trapt zijn krachtbron in duizend stukjes uit elkaar.

Er onstaat een nieuwe kopgroep: Peterson, Cevert en Mike ‘The Bike’ Hailwood, die voor het eerst op vier wielen racet voor het nietige Surtees! De koplopers blijven zich afwisselen. Siffert, tot zijn bak vast zit. Amon, die tien ronden op kop rijdt tot zijn eeuwige pechduivel hem weer teistert.

De Nieuw-Zeelander rukt beide viziers van zijn gezicht [destijds had een rijder meerdere vizieren, i.p.v. cellofaan stickers] en Amon moet verblind door wind en stof opgeven.

De finale komt eraan: vijf man dicht bij elkaar; Cevert, Peterson, Hailwood, Ganley en Gethin.
In de laatste ronde maakt Cevert de fout, om veel te vroeg te willen aanvallen. Al bij de Lesmo’s wilde de Fransman de strijd beslissen. Weg overwinning voor Cevert.

Peterson profiteert van Cevert onbezonnenheid, maar verremt zich voor de Parabolica waardoor Gethin zijn kans ruikt.

Het komt nu aan op het laatste stuk naar de finish. Peterson besluit nog een keer te slipstreamen, doch Gethin jaagt de BRM V12 diep in het bloedrode gebied van de toerenteller.

Zo won Gethin, eerder ontslagen bij McLaren wegens tegenvallende resultaten, met een voorsprong van een honderdste van een seconden. Zelfs Ganley, die als vijfde over de streep komt, zit maar 0,61 seconden achter op Gethin!

Het record van 242 km/u gemiddeld wordt pas in 2003 verbroken. Op een door chicanes verminkte Monza.

Resteert de hamvraag: waarom greep men in 2009 of voor komende seizoen 2011 niet terug op een bewezen oplossing?

Helaas kan de F1 nooit terug naar hoe het ooit was. Technologie maakt dat immers toch onmogelijk. En de nieuwe regels van de FIA.

Zo is er nu een limiet op het toerental en ook het bandenreglement maakt het onmogelijk. Door het vastgelegde bandenreglement kiezen de teams hoofdzakelijk dezelfde strategieën.

En de steeds strengere veiligheideisen! In 1972 was Monza dan ook ontsierd door twee chicanes en in 2002 verloren we de lange rechte stukken door de bossen van Hockenheim.

Laten we het hopen dat KERS en de beweegbare achtervleugel ons doen glimlachen, i.p.v. een grimas op onze tronie vanwege een farce…

Een video met hoogtepunten van Monza 1971: