Even knijpen zijn ogen zich tot spleetjes. Het zicht is dan ook barslecht. Metershoge spray wordt hoog opgeslingerd vanachter de Williams van Derek Daly. Maar hij ziet het goed: Daly gaat aan de kant om hem langs te laten. Hij wijkt nog iets naar links, drukt het gaspedaal nog een toefje verder in en zet aan om Daly in te halen als voor hem ineens iets zwarts opdoemt vanuit de enorme waterval. Het blijkt de achtervleugel van Alain Prost’s Renault te zijn. Ineens snapt hij waarom Daly aan de kant ging. De Ier wilde simpelweg Prost inhalen en ging helemaal niet aan de kant om hem langs te laten.

Maar nu is het te laat, zo weet hij instinctief en hij zet zich schrap. Dit zal pijn gaan doen. Een fractie later volgt de aanraking: de Ferrari knalt vol op de achterkant van de Renault, wordt gelanceerd, heel even kijkt Didier Pironi recht in de donderwolken die boven het circuit van Hockenheim hangen en dan stuitert de Ferrari terug op het asfalt met een verwoestende klap. De aanraking met het asfalt slaat de wagen finaal aan barrels. De voorkant van de wagen ligt volledig verfrommeld op de baan. Ergens tussen de brokstukken moeten Pironi’s benen nog liggen. Of wat ervan over is.

Wereldkampioen Nelson Piquet bereikt de ravage als eerste, stopt, stapt uit, doet Pironi‘s helm af. Als hij de aanblik van de Fransman ziet dropt hij zijn maaginhoud in het gras naast de baan en rijdt huilend terug naar de pits. Pironi zit klem, bekneld, zijn benen zijn net zo verwoest als zijn Ferrari, maar hij leeft nog en schreeuwt richting de inmiddels toegesnelde hulptroepen zijn benen niet te amputeren. ‘Alsjeblieft! Niet amputeren!’ Er wordt uiteindelijk ook niet geamputeerd. Een maandenlange revalidatie en talloze operaties volgen. Didier Pironi is nog altijd vastberaden om de eerste Franse wereldkampioen ooit te worden maar zijn vastberadenheid schiet te kort. Pironi zal nooit meer een Grand Prix rijden. Nooit meer. Drie jaar na het drama op Hockenheim vervliegt zijn droom voorgoed. Uitgerekend Alain Prost pakt voor Frankrijk de wereldtitel, terwijl hij, Pironi, nog altijd niet helemaal fit is.

Waarom was hij toch zo wild geweest? Waarom was hij op die zwaar verregende dag in Duitsland niet gewoon in de pits gebleven, zoals zoveel anderen wel hadden gedaan. Hij was nota bene leider in de titelstrijd, er was geen enkele noodzaak om risico’s te nemen. Toch nam hij ze. Veel teveel risico’s. Zoals Gilles ook al had gedaan. Op Zolder, op de golven van de naweeën van Imola.

Imola… Imola… Hij kan de naam maar niet uit zijn hoofd krijgen. Imola… Imola… De naam blijft maar door zijn hoofd zingen. Misschien had hij het toch anders moeten doen. Misschien. Misschien. Want alles was misgegaan sinds zijn zege op Imola. Zoveel was duidelijk. Door een staking was het rijdersveld die dag flink uitgedund. Slechts veertien deelnemers. Ferrari, Renault en voor de rest louter mindere teams. Had een mooie dag kunnen worden voor de Italianen en dat leek het aanvankelijk ook. Al snel waren de beide Renault’s van het toneel verdwenen. Villeneuve en Pironi waren zo gezamenlijk aan de leiding gekomen. In slagorde. Vooraf had teambaas Marco Piccinini alle scenario’s doorgenomen en dit scenario zat er door de eeuwige betrouwbaarheidsproblemen van de Renault’s uiteraard ook bij.

Dan gaan we brandstof sparen’, had Piccinini gezegd, zich zorgen makend om de dorstige Ferrari-turbo’s op het toch al brandstofverslindende circuit van Imola. En dus volgden al snel de pitborden: ‘Gilles slow – Didier slow’. Pironi had het gelezen. Had het in zich opgenomen. Zag al de juichende tifosi ronde na ronde de vuisten ballen, de vlaggen zwaaien en de Ferrari’s toezingen. Villeneuve, als altijd, iets meer dan Pironi. De band tussen de Canadees en de tifosi was nou eenmaal heel speciaal. Dat wist Pironi ook wel. Hij zag het in hun ogen. Hij hoorde het aan hun gejuich. Dit was misschien wel het moment om terug te slaan. Om Villeneuve in een rechtstreeks gevecht voor Italiaanse ogen te verslaan. En dus gleed Pironi erlangs. Villeneuve, zo zei de Canadees later zelf, dacht eerst nog dat Pironi een leuke show wilde weggeven voor de fans en pakte even later de kop weer terug. Maar Pironi had geen leuke show weg willen geven. Pironi wilde de harde winst. Pironi wilde nu zelf eens uit de schaduw en in de spotlights en dus verraste hij zijn teamgenoot in de laatste ronde in Tosa. Er was geen kans meer voor Gilles om terug te slaan. Pironi won.

Onmiddellijk na de race bleek wat hij had aangericht. Villeneuve ontstak in razernij. Wilde het podium niet op, maar Joan, zijn vrouw, haalde hem over. ‘Goed dan’, zei Gilles. ’Voor de fans. Maar ik zal hem niet aankijken. Ik zal nooit meer met hem praten!’ ‘Nee, er waren geen stalorders geweest’, verklaarde Piccinini aan de media. Het voelde voor Gilles aan als een dolksteek in zijn rug. Piccinini begreep Pironi wel. Misschien was het pitbord niet duidelijk geweest. Misschien hadden ze duidelijk moeten maken dat er niet meer ingehaald had mogen worden. Echt, Piccinini begreep Pironi wel. Enzo Ferrari trouwens ook. Daar zaten Gilles en Didier dan. Een paar dagen na Imola. Op het matje geroepen door de grote Enzo zelf, als twee schooljongens in korte broek bij de streng over zijn brilletje heen starende rector. Enzo had Pironi ook wel begrepen, zo bleek. Hij weigerde partij te kiezen.

Villeneuve wist genoeg. Geen steun. Geen hulp. Hij stond er alleen voor. Misschien had hij twee jaar eerder ook gewoon voor eigen kans moeten gaan toen hij op Monza besloot om teamgenoot Jody Scheckter niet in te halen, waardoor niet Gilles maar de Zuid-Afrikaan wereldkampioen werd. Misschien had Enzo Gilles dan óók begrepen. Dit zou het laatste seizoen zijn van Villeneuve bij zijn grote liefde Ferrari. Zoveel was zeker.

Twee weken na Imola rijdt Pironi over het circuit van Zolder tijdens de kwalificatie voor de Grote Prijs van België als hij gele vlaggen ziet langs de baan: er is een rijder in de problemen. Overal paniek. Publiek kijkt verschrikt. Mensen rennen langs. Pironi rijdt langzaam door de Terlamenbocht heen als hij de ravage voor zich ziet. Hij ziet het meteen: het is Gilles. Overal brokstukken. Een totaal aan stukken geslagen wrak ligt midden op de baan. Gilles ligt tegen de hekken. Zijn helm even verderop. Pironi stopt, stapt uit en loopt op Gilles af. John Watson klampt hem aan, zegt hem niet te gaan kijken, maar Didier duwt hem weg. Hij moet Gilles zien. De Canadees is uit zijn wagen geslingerd toen hij de langzame Jochen Mass wilde inhalen, in een uiterste poging om de pole-position af te pakken van de door Villeneuve zo gehate Pironi. Uitgerekend Pironi. Gilles heeft zijn nek gebroken, wordt kunstmatig nog enige tijd in leven gehouden maar sterft in het ziekenhuis in de nabijheid van zijn met een helikopter ingevlogen Joan.

Ferrari trekt zich terug uit de Belgische Grand Prix, maar in de races die volgen doet het team het goed. Uitgerekend in Canada, thuisland van Villeneuve, pakt Pironi de pole. Hij had nog wel zo tegen deze race opgezien. De vijandige sfeer. De Villeneuve-kliek. Maar op zondag gaat het vreselijk mis. Pironi’s motor slaat af als de lichten op groen gaan. De Ferrari staat vast. Links en rechts schieten de wagens op hoge snelheid langs de gestrande Pironi. De onervaren Ricardo Paletti kan hem echter niet meer ontwijken en knalt in zijn Osella vol achterop. Pironi springt uit zijn cockpit om de jonge Italiaan, die bekneld zit doordat het stuur tegen zijn borst aandrukt, te helpen. Enkele seconden later slaat het noodlot keihard toe. In een fractie van een seconde staat de Osella ineens in lichterlaaie. Toe rennende Marshalls met brandblussers doen hun best, net als Pironi. Maar het mag allemaal niet baten. Paletti verbrandt in zijn wrak, voor de ogen van zijn toegesnelde moeder.

Het drama grijpt Pironi aan. Na Imola. Na Zolder. Nu Canada. Hoeveel drama kan hij nog verdragen? De volgende race slaat de verbeten en getekende Pironi hard toe. Hij wint in de Zandvoortse duinen. Een tweede plek in Engeland en een derde in Frankrijk verstevigen zijn kansen op de wereldtitel. Hij reist af naar Hockenheim met negen punten voorsprong op John Watson. Maar daar, in de door zware regenval geteisterde Duitse bossen, gaat het dramatisch mis als Derek Daly aan de kant gaat in de training. Weg titel. Weg loopbaan. Al test Pironi in 1986 nog eventjes een Ligier. Maar het gaat niet meer. De fitheid is er niet meer. En misschien is het vuur er ook wel niet meer. Imola… Imola… De naam zingt nog altijd plagerig door Didier’s hoofd. Zelfs na al die tijd.

Voor Didier Pironi is alle drama nog niet achter de rug. Tijdens een speedbootrace raakt Pironi de macht over het stuur kwijt. De boot wordt gelanceerd, klapt terug op het water en laat de drie inzittenden volkomen kansloos. Daarmee eindigt het door dramatiek overspoelde leven van Didier Pironi, terwijl zijn vrouw op dat moment zwanger is van zijn tweeling. Enkele maanden later komen de twee jongens ter wereld. Ze worden ‘Didier’ en ‘Gilles’ genoemd. Als ode aan twee door ambitie verblinde rivalen.