Het jaar 2000. Een getal met een magische bijklank. De millenniumwisseling, een gebeuren dat slechts een beperkt aantal mensen in de wereldgeschiedenis zelf mag meemaken. Een jaartal dat ooit synoniem stond voor ‘de toekomst’, maar ondertussen ook alweer een tijdje tot de geschiedenis behoort. Een jaartal ook dat ons een boeiend, klassiek en memorabel Formule 1-seizoen leverde, waarop we in 2016 nog eens uitgebreid gaan terugblikken.

Wat voorafgaat

Na twee wereldtitels met Benetton in 1994 en 1995 stapt Michael Schumacher in 1996 over naar Ferrari, met als doel de Scuderia voor het eerst sedert 1979 (met Jody Scheckter) eindelijk nog eens aan de wereldtitel te helpen. Er is voor het behalen van die titel een driejarenplan opgesteld. 1996 is nog een leerjaar, dat niettemin al drie zeges oplevert.

Met de hereniging van het kernteam dat verantwoordelijk was voor de successen bij Benetton (coureur Schumacher en de technische genieën Ross Brawn en Rory Byrne) zorgt 1997 voor een stroomversnelling die ei zo na de wereldtitel oplevert. De kamikazeactie van Schumacher op Jacques Villeneuve in de slotrace op Jerez beslist er echter anders over. Villeneuve en Williams-Renault worden kampioen, de Duitser wordt uit het WK geschrapt.

Nadat Renault zich, na het behalen van deze zoveelste titel, terugtrekt uit de sport is het in 1998 plotseling McLaren-Mercedes dat zich opwerpt als grote rivaal voor Ferrari. Mede dankzij de superieure Bridgestone-banden behaalt Mika Häkkinen zijn eerste wereldtitel. Schumacher weet de titelstrijd te rekken tot de slotrace in Japan, waar een klapband echter een definitief einde maakt aan zijn aspiraties.

Na het afscheid van Goodyear staan in 1999 alle teams op Bridgestone-rubber, waardoor iedereen opnieuw met gelijke kansen vertrekt. McLaren en Ferrari maken niettemin opnieuw de dienst uit aan de top. Het seizoen verloopt gelijkopgaand tot Schumacher bij de start van de Britse Grote Prijs op Silverstone zijn been breekt bij een crash. Tweede Ferrari-coureur Eddie Irvine neemt verassend de handschoen op tegenover de McLarens, maar ook hij moet uiteindelijk in de seizoensafsluiter in Japan zijn meerdere erkennen in Häkkinen. De Fin pakt zijn tweede titel op rij.

Ferrari pakt in 1999 de constructeurstitel als troostprijs, maar het uiteindelijke doel, de rijderstitel, ziet het weer op een zucht aan zich voorbijgaan. Het heeft er dan ook hoe langer hoe meer van weg dat het in 2000, het vijfde jaar van de samenwerking met Schumacher, wel eens erop of eronder zou kunnen worden. Een nieuwe mislukking kan de Scuderia zich eigenlijk niet meer permitteren. Ook is het vooraf duidelijk dat opnieuw McLaren de grote uitdager zal worden en het dus ook in 2000 tussen de twee absolute topteams zal gaan voor de titel.

Tenzij Jordan, dat in 1999 als derde eindigde in het wereldkampioenschap, voor een verrassing zou kunnen zorgen worden de kansen van de overige teams niet echt hoog ingeschat. Williams gaat net het eerste seizoen in van een samenwerking met BMW als motorleverancier en 2000 zal dus nog een leer- en overgangsjaar worden. Stewart, dat in het tussenseizoen volledig overgenomen wordt door Ford en vervolgens omgedoopt wordt tot Jaguar, is in 1999 een goede subtopper maar de titel lijkt ook voor hen te hoog gegrepen. Benetton is al jaren op de dool. En BAR, het met veel bombarie gelanceerde nieuwe team opgebouwd rond oud-wereldkampioen Jacques Villeneuve, valt in 1999 vooral op door de spreekwoordelijke hoogmoed annex val: nul punten is het schabouwelijke resultaat.

Vertrouwde namen

Michael Schumacher, Rubens Barrichello, Jarno Trulli, Nick Heidfeld en Pedro de la Rosa: het zijn namen die tot voor een paar jaar nog aan de start van een Grote Prijs stonden en er in 2000 ook al bij waren. Jenson Button behoort zelfs in 2016 nog altijd tot de actieve Formule 1-rijders. David Coulthard en Johnny Herbert lopen nog steeds in de paddock rond als commentator. Idem voor Jos Verstappen, als mentor voor zijn zoon Max.

Coureurs als Heinz-Harald Frentzen, Giancarlo Fisichella, Alexander Wurz en Jacques Villeneuve zijn of waren tot voor kort nog steeds actief in andere autosportklassen. In de promotieklassen staan de toekomstige wereldkampioenen Fernando Alonso en Kimi Räikkönen anno 2000 al klaar om de deur naar de Formule 1 open te beuken. En ook namen van teams als Ferrari, McLaren, Williams en Sauber klinken ons vertrouwd in de oren.

Het oogt op het eerste zicht dan ook pas als de dag van gisteren, maar toch is het allemaal alweer zestien jaar geleden. Tijd om er nog een keer op terug te blikken, met andere woorden.

De wereld in 2000

2000 is net als dit jaar een schrikkeljaar. De gevreesde millenniumbug die alle computers zou doen vastlopen op 1 januari 2000 blijft uit. De Playstation 2 ziet het licht. Eén van de nieuwe games die dit jaar verschijnen is F1 2000, het eerste Formule 1-spel in een reeks ontwikkeld door Electronic Arts. Vladimir Poetin wordt president van Rusland. In de VS wint George W. Bush de presidentsverkiezingen met miniem verschil van Al Gore.

In Enschede vallen 23 doden bij een explosie in een vuurwerkfabriek. Nabij Parijs stort een Concorde neer, waarbij alle inzittenden om het leven komen. Op het Roskilde Festival in Denemarken worden negen mensen vertrappeld in de massa tijdens het optreden van Pearl Jam. De Russische atoomduikboot Koersk vergaat samen met zijn bemanning in de Noordelijkse IJszee.

Nederland en België organiseren samen het Europees Kampioenschap voetbal. De Olympische Zomerspelen vinden plaats in het Australische Sydney. Audi wint voor de eerste maal de 24 Uren van Le Mans. Kenny Roberts Jr. wordt wereldkampioen bij de 500cc-motoren; Valentino Rossi eindigt in zijn debuutseizoen in de hoogste klasse meteen als tweede.

De dotcom-revolutie bereikt zijn eerste piek. De Toyota Yaris wordt uitgeroepen tot auto van het jaar. En op 12 maart 2000 begint in Australië het 51ste Formule 1-seizoen uit de geschiedenis.

Wordt vervolgd…

By SDG