17 augustus 1986
Race 12: Grote Prijs van Oostenrijk
Österreichring, Zeltweg
52 ronden van 5,942 km. Totaal: 308,984 km
Weer: droog, zonnig en zeer warm

Het is augustus 1986 en de Grote Prijzen volgen elkaar in snel tempo op. Een week na de nieuwe race in Hongarije is de Formule 1 terug op vertrouwd terrein in Oostenrijk. In Spielberg “ of Zeltweg, zoals men de plaats dezer dagen nog definieert, refererend naar de allereerste Grote Prijs van Oostenrijk die in 1964 op het nabijgelegen vliegveld met dezelfde naam georganiseerd werd “ geeft men traditioneel afspraak op de Österreichring. Het op de klassieke Hella Licht-S na nog ongetemde circuit is in deze dagen nog een stuk langer en sneller dan de latere A1- en Red Bull-Ring en iedereen maakt zich gewoontegetrouw dan ook weer op voor een snelheidsfestijn.

De Österreichring in 1986.

Vooraf is men ervan overtuigd dat de lay-out van het circuit vooral de BMW-teams ten goede zal komen, een voorspelling die bewaarheid wordt. De Duitse viercilinderkrachtbron genereerde op de testbank eerder al een kolossale 1400 PK, cijfers die zelfs de technici van Honda “ de beste allround-motor van 1986 “ doen duizelen.

De Benettons en Brabhams rijden in de eerste trainingen al in de voorste gelederen, maar de echte verrassing komt er in de slottraining, wanneer Teo Fabi en Gerhard Berger de eerste startrij veroveren. Voor de kleine Italiaan is het zijn tweede pole in de Formule 1, voor Benetton de eerste. Ook Brabham-rijder Riccardo Patrese onderstreept de competitiviteit van de BMW-motor door de vierde startplaat te veroveren, na Keke Rosberg (McLaren). De gedoodverfde strijders voor de polepositie volgen die keer een stuk verderop. Nigel Mansell (Williams) en Alain Prost (McLaren) bezetten de derde startrij, het Braziliaanse duo Ayrton Senna (Lotus) en Nelson Piquet (Williams) pas de vierde. Vooral voor Senna is dit een teleurstellend resultaat.

De BMW-viercilinder turbomotor: 1400 PK op de testbank.

De top tien wordt vervolledigd door Derek Warwick (Brabham) en Michele Alboreto (Ferrari). Waar men bij Benetton niets dan blije gezichten aantreft, is het bij Brabham echter al voor de race kommer en kwel. Warwick rijdt in de trainingen een auto plat en de auto van Patrese vat vuur na een motordefect. Het amateuristische optreden van de veiligheidsdiensten bij het blussen van het brandje is eens te meer de Formule 1 onwaardig. De sport mag in vergelijking met de jaren zestig en zeventig dan wel al reuzensprongen vooruitgemaakt hebben qua veiligheid, er is duidelijk nog steeds veel ruimte voor verbetering.

Het resultaat van dit alles is dat Brabham voor de race nog maar één auto meer ter beschikking heeft. Uiteindelijk is het Patrese die de start neemt, terwijl Warwick forfait dient te geven. Het wordt echter een maat voor niets: Patrese start slecht en valt onmiddellijk terug naar het middenveld. Na twee ronden al eindigt zijn race roemloos in de pits met motorschade.

Bij Benetton daarentegen loopt alles – letterlijk – op wieltjes. Berger neemt een perfecte start en verschalkt Fabi in de spurt naar de Hella Licht-S aan het einde van de rechte lijn. De Oostenrijker leidt voor de eerste keer in zijn carrière een Formule 1-race, tot grote vreugde van zijn landgenoten. Beide groene wagens slaan onmiddellijk een kloof, waarna Prost, Mansell, Piquet, Rosberg, Senna en de rest volgen.

Gerhard Berger leidt de eerste helft van de race voor eigen pubiek.

Fabi onderneemt een aanval op de koppositie van zijn teamgenoot, die deze echter probleemloos pareert. Achter hen is Senna de eerste van de favorieten die wegvalt, nadat zijn motor de geest geeft. Kort nadien crasht Alessandro Nannini (Minardi) uit de race met een gebroken achterwielophanging. De bolide van de Italiaan schuift een heel eind door het hoge struikgewas doordat er op de plaats van het ongeluk geen vangrails of grindbakken voorzien zijn; anno 2014 is dit gewoon ondenkbaar.

Alessandro Nannini zal spectaculair uit de wedstrijd crashen.

Na een twintigtal ronden besluit Fabi dat het welletjes geweest is en hij plaatst een nieuwe aanval op de koppositie, deze keer met succes. Doch zijn vreugde is van korte duur: nauwelijks enkele honderden meters verder begeeft zijn motor het en is zijn race afgelopen. Berger leidt opnieuw de dans en lijkt stilaan op een verrassende zege af te stevenen, tot bij zijn geplande pitstop alles verkeerd loopt. De Benetton blijft stationair in de pits, waar men een defect aan de batterij vaststelt.

Wanneer het euvel eindelijk hersteld is, zijn er twee ronden verstreken en weg is de kans op de overwinning. De Oostenrijker finisht uiteindelijk op een frustrerende zevende plaats, net buiten de punten. De snelste raceronde is net zoals in Duitsland een magere troost. Het is de negende opeenvolgende wedstrijd dat Berger geen punten weet te scoren; het is nu zo goed als zeker dat hij Benetton aan het eind van het seizoen zal verlaten. Een transfer naar Ferrari lijkt stilaan in de maak.

Vooraan gaat de strijd nu tussen Prost en Mansell. De Brit erft kort de leiding bij de bandenstop van Prost, die hij bij zijn eigen stop weer verliest. De tweede plaats lijkt echter veilig, tot zowel hijzelf als teamgenoot Piquet kort na elkaar met pech het veld moeten ruimen; het is de eerste dubbele uitval van het Williams-team sedert de Italiaanse Grote Prijs van 1985, bijna een jaar geleden.

Voor McLaren daarentegen verloopt alles naar wens: Prost en Rosberg liggen nu één en twee en het team van Ron Dennis lijkt op zijn tweede dubbelzege van het jaar af te stevenen. Vijf ronden voor het einde echter valt de Fin alsnog uit met een elektrisch defect. Bange gezichten bij McLaren, doch de auto van Prost geeft geen kik en maakt de resterende rondjes probleemloos vol. Voor de Fransman is het zijn derde zege al in Oostenrijk, waarmee hij – tot op de dag van vandaag – recordhouder is qua zeges op het circuit.

Het erepodium: Prost, Alboreto, Johansson en de onvermijdelijke, zoals altijd stoïcijnse Balestre.

Na Prost gaapt de woestijn: iedereen die de slijtageslag in de zomerhitte overleeft wordt op minstens een volle ronde gefietst. Na de wereldkampioen zijn het deze keer verrassend beide Ferrari’s en Lola’s die het einde halen. Alboreto wordt tweede – voor de vice-wereldkampioen van 1985 is het de eerste podiumfinish van het jaar – voor zijn teamgenoot Stefan Johansson.

Alan Jones en Patrick Tambay worden vierde en vijfde en bezorgen hun werkgever – en de Ford-turbomotor – zo hun allereerste punten. Een resultaat dat te laat komt, want aan het eind van het seizoen zal het team de boeken dichtklappen. Lola/Haas is tot op heden nog steeds het laatste Amerikaanse team in de Formule 1. Christian Danner wordt al even verrassend zesde en de Duitser bezorgt het veelgeplaagde Arrows-team zo een WK-punt, het enige dat het in 1986 zal scoren.

Door de zege van Prost en de uitval van zijn naaste rivalen ligt de titelstrijd nu, met nog vier races te gaan, echt weer helemaal open. Mansell leidt nog steeds, maar Prost is genaderd tot op twee puntjes. Ook Piquet en Senna – op respectievelijk zeven en acht punten – spelen nog volop mee in de titelstrijd. Het belooft nog een hete herfst te worden.

 

Einduitslag:

1 Alain Prost (McLaren)
2 Michele Alboreto (Ferrari)
3 Stefan Johansson (Ferrari)
4 Alan Jones (Lola)
5 Patrick Tambay (Lola)
6 Christian Danner (Arrows)
—————————————————-
7 Gerhard Berger (Benetton)
8 Huub Rothengatter (Zakspeed)
9 Keke Rosberg (McLaren)
10 René Arnoux (Ligier)
11 Piercarlo Ghinzani (Osella)

 

Pole-tijd: 1’23”549 (Fabi)
Snelste raceronde: 1’29”444 (Berger)

WK rijders:
Mansell 55, Prost 53, Senna 48, Piquet 47, Rosberg 19, Laffite 14, Johansson 14, Arnoux 14, Alboreto 12, Berger 6, Brundle 5, Jones 3, Fabi 2, Dumfries 2, Tambay 2, Patrese 2, Streiff 1, Danner 1

WK constructeurs:
Williams 102, McLaren 72, Lotus 50, Ligier 28, Ferrari 26, Benetton 8, Tyrrell 6, Lola 5, Brabham 2, Arrows 1

 

Wordt vervolgd…

By SDG